Perfectionisten kwellen collega’s en zichzelf
Perfectionisme kan eerder een vloek dan een zegen zijn. Maar deze managementziekte kunt u in goede banen leiden. U kunt bijvoorbeeld met opzet kleine foutjes maken en zien wat er gebeurt.
Wie aan een manager vraagt wat zijn slechtste eigenschap is, kan meestal op voorhand het antwoord al opschrijven: perfectionisme. Hij zal het zelfs met een zekere trots zeggen. Logisch: dankzij dat perfectionisme heeft hij carrière gemaakt. Maar perfectionisten ervaren deze eigenschap ook vaak als een kwelling. En hun ondergeschikten al helemaal.
“Perfectionisme is niet goed of slecht”, weet Erna Claes die bij Syntra de cursus Hoe omgaan met het eigen perfectionistische gedrag geeft. Maar in de praktijk ziet de psychologe er vaak de nadelen van. “De norm van perfectionisten is onrealistisch hoog. De inspanningen die ze moeten leveren om aan hun eigen standaard te voldoen, wegen niet op tegen de resultaten. Vooral wanneer perfectionisme gevoed wordt door angst, begint het nadelig te werken. De gedachte te falen veroorzaakt een continue spanning, waardoor ze minder effectief functioneren. Ze gaan ervan uit dat alles moet lukken en het altijd beter kan. Stress en burn-outs kunnen het gevolg zijn.”
Maar omdat perfectionisme veel voordelen heeft, wil niemand ervan af, begrijpt Claes. Het zijn vaak heel geëngageerde mensen, die veel zelf doen, veel verantwoordelijkheid opnemen en promotie maken. Ze vergelijkt het met topsporters die tot het uiterste gaan om een paar millimeter hoger te springen of een fractie sneller te bewegen op de tennisbaan. Ze adviseert om perfectionisme bewust te gebruiken.
Herken uw denkstijl
In haar trainingen werkt Claes eerst aan het herkennen van de belemmerende opvattingen en denkstijlen die nadelig perfectionisme in de hand werken. In welke situatie heeft uw perfectionisme u tegengewerkt, hoe voelde u zich in die situatie, hoe hebt u gehandeld, welk element in uw perfectionisme hielp, wat werkte tegen en welke gedachten speelden hierin een rol? Dit zijn de meest voorkomende denkstijlen:
alles of niets: zelfs onder druk kunt u niets afleveren wanneer niet alle details goed zitten
personificatie: u identificeert zichzelf met uw prestaties en ervaart eventuele kritiek meteen als een aanval op uw persoon
rampdenken: u denkt dat fouten ernstiger gevolgen hebben dan werkelijk het geval is
tunnelkijken: u fixeert zich op details, negatieve zaken en fouten waardoor u het geheel uit het oog verliest, te veel tijd steekt in details en eerder kritiek levert dan waardering toont
vergelijken met anderen die beter presteren dan u zodat uw eigen prestaties altijd minder goed lijken
schuldig en oververantwoordelijk voelen bij zaken die mislopen, ook al hebt u er zelf de hand niet in.
Positieve gevolgen
Terugkijkend op de genoteerde situaties, wat zou u anders hebben willen doen? Welke manier van denken heeft u vastgezet? Welke manier van denken zou u kunnen helpen om het anders aan te pakken? Claes: “Ik laat de deelnemers nadenken over de positieve gevolgen van bijvoorbeeld delegeren, zonder te discussiëren over de negatieve gevolgen die ze ervaren. Wel probeer ik hun gedachten in vraag te stellen: kan 80 procent ook goed genoeg zijn, is perfectionisme ook nuttig in hun hobby, wat willen ze over hun leven horen wanneer ze tachtig jaar zijn, enzovoort.”
Experimenteren met fouten
De volgende stap is in de praktijk te ervaren dat een prestatie die niet voldoet aan de eigen norm geen ramp hoeft te zijn. “We zetten een realiteitstest op en vragen de deelnemers om een spelfout in een mail te typen, een presentatie te houden met een korte voorbereidingstijd, in een meeting te zeggen dat ze het antwoord niet weten. Dan kijken we wat er gebeurt. Meestal niets ergs.” Deze oefening wordt herhaald zodat de angst geleidelijk verdwijnt.
Actiepunten bij leidinggevenden kunnen zijn: delegeren, complimenten geven, oog hebben voor de inspanning, het werk van een medewerker laten passeren zonder details te verbeteren, feedback geven over de grote lijnen, minder plannen of minder aftoetsen bij anderen. Ze moeten deze oefening herhalen in verschillende situaties en met kleine stapjes.
Reken zes tot twaalf maanden
Snelle veranderingen zijn niet te verwachten. Neem een halfjaar tot een jaar voordat u merkt dat u iets kunt loslaten. Kies eerst een domein waarin u denkt resultaat te kunnen boeken. Claes: “Het werk is geen makkelijk terrein om mee te beginnen. Het thuisfront is wel haalbaar. Herschik thuis eens niet de vaatwas, doe een hobby puur voor het plezier, laat je kinderen het gras maaien of laat je huis poetsen door een poetsvrouw. Als je dat kunt loslaten, komt er energie vrij die je op andere domeinen kunt inzetten.” De kans is groot dat u daarna op uw werk ook stilaan zaken zult kunnen loslaten.
HANS HERMANS
Laat het werk van een medewerker eens passeren zonder details te verbeteren.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier