Pensen worden weer ambachtelijk
Met de vierde generatie keert Noyen terug naar zijn roots: de ambachtelijke slagerij. In zijn twee ateliers verwerkt het familiebedrijf volledige, duurzaam gekweekte varkens. Al blijven de witte en zwarte pensen het vlaggenschip.
100 varkens per week
Het bedrijf begon bij Julien Noyen. Hij kwam na de Eerste Wereldoorlog naar Gent om er aan de slag te gaan als slager. Terwijl de ene zoon de slagerij voortzette, begon de andere met de productie van pensen in Mariakerke. Dat bedrijf namen Johan en zijn broer Peter eind jaren tachtig van hun vader over. Veertien jaar geleden bouwden ze een atelier in Evergem.
Per week verwerkt het bedrijf zo’n 65 tot 100 varkens. Zo’n 20 tot 25 procent van de dieren wordt in Evergem verwerkt in de pensen. De rest wordt in het nieuwe atelier in Sleidinge verwerkt tot onder meer hammen en spek. Zo bouwt Noyen een nieuwe afzetmarkt uit.
Van de 35 werknemers komen er vijf uit de familie. De vierde generatie zit in het bedrijf. “We denken dat mensen vlees zullen blijven eten, maar dat ze dat veel bewuster zullen doen. Daarom zijn we op zoek gegaan naar boeren met wie we konden samenwerken, zodat we perfect weten waar ons vlees vandaan komt. In Mieke Verniest en Luc De Reu vonden we de ideale partners. Zij brengen de biggen zelf groot. 50 procent van het voedsel dat de dieren krijgen bestaat uit zelf geteelde maïs, tarwe en winterbonen”, zegt Johan Noyen. “We hechten veel belang aan correcte vergoedingen. We hebben een vaste prijsvork afgesproken met hen. Als de prijs van het varkensvlees daalt, dan schieten wij bij.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier