Parijs dwingt België zonne-energie te ontwikkelen
Om het klimaatakkoord van Parijs waar te kunnen maken, zal België zijn zonne-energiepark ruim 3,6 keer meer moeten doen groeien dan wat de huidige prognoses veronderstellen. Dat voorspelt Luc Graré van het zonnepanelenbedrijf REC.
In de voormalige West-Duitse hoofdstad Bonn wordt vanaf 16 mei het kader vastgelegd voor de implementatie van het klimaatakkoord van Parijs (COP 21). België zal zijn inspanningen voor zonne-energie fors moeten optrekken, verwacht Luc Graré, senior vice president sales and marketing van REC. Hij liet de studiediensten van het zonnepanelenbedrijf becijferen welke extra inspanningen het akkoord meebrengt. Het is de eerste studie die met concrete cijfers over de impact van Parijs komt.
“COP 21 gaat uit van een scenario waarin we de opwarming van de aarde tegen 2100 beperken tot 2 graden Celsius, in de hoop uit te komen op 1,5 graad. Dat hebben we vertaald in concrete doelstellingen voor onze sector, gebaseerd op de huidige trends voor CO2-uitstoot”, legt Graré uit.
Als we voortdoen zoals we bezig zijn, dan dreigt de opwarming uit te komen op 4 tot 5 graden Celsius. Om de klimaatopwarming te beperken tot 2 graden Celsius tegen 2100, moet er tegen 2026 liefst 98 gigaton CO2 extra worden bespaard. Willen we naar 1,5 graad gaan, dan moet er zelfs 144 gigaton extra worden weggesneden.
Wereldwijd is de energiesector goed voor ongeveer een derde van de CO2-emissies, ongeveer evenveel als industrie en transport, en landbouw. Het klimaatakkoord gaat ervan uit dat we “ergens tussen 2050 en 2100” gaan naar een CO2-emissieneutrale wereld. “Zonne-energie kan wereldwijd een kwart van de uitstoot van de energiesector dichtrijden, en zal dat ook moeten doen”, weet Graré. “De rest zal moeten komen van andere technologieën: wind, biomassa, getijdenenergie, waterstof, opslag van energie, energie-efficiëntie.”
Die 25 procent lijkt veel, maar is niet noodzakelijk een overschatting. Alle experts gaan ervan uit dat zonne-energie wereldwijd de goedkoopste energiebron zal zijn, gerekend in kostprijs per kilowattuur. Het enige meningsverschil gaat over het tijdstip. De Duitse onderzoeksinstelling Fraunhofer Institute for Solar Energy Systems verwacht tegen 2025 een prijs van 4 tot 6 eurocent per kilowattuur (kWh), en tegen 2050 amper 2 tot 4 cent. De meest recente aanbesteding voor een zonnepark in Beieren gaat nu al uit van 8,49 eurocent, en één in Dubai zelfs van 3 cent per kWh. The Guardian berekende onlangs dat het voor Australië nu al goedkoper is om zonnepanelen te gebruiken in plaats van kolen of gas. Helaas zijn die cijfers niet noodzakelijk van toepassing op de Belgische situatie.
Gigantische investering
Om die 25 procent te halen en 12 gigaton CO2-uitstoot te besparen, is er tegen 2025 wereldwijd 4800 gigawatt extra zonne-energie nodig. Dat is enorm. Terwijl de huidige voorspellingen uitgaan van een verdrievoudiging van de jaarlijkse aangroei van productiecapaciteit van zonnecellen – van 67 GW in 2016 naar 188 GW in 2025 -, moet dat 1223 GW zijn (2 graden), of zelfs 1713 GW (1,5 graad). Vorig jaar kwam er slechts 56 GW bij. “We moeten in 2025 negen keer meer doen dan voorspeld.”
Dat is een gigantische investering: 157 miljard dollar voor de capaciteit die toegevoegd wordt in 2025. “Maar in hoofdzaak gaat het om een verschuiving. Elk jaar wordt tussen 450 en 500 miljard dollar besteed aan de bouw van nieuwe elektriciteitsproductiecapaciteit. JP Morgan investeert niet meer in fossiele elektriciteitsproductie, de Rockefellers vervangen olie door hernieuwbare energie, E.On en RWE zetten hun gas- en kolencentrales in de etalage. De dominosteentjes zijn aan het vallen”, merkt Graré.
Zonnepanelen kunnen niet zonder batterijen. Daarmee kunnen we de zonne-energie die we overdag produceren ‘s avonds verbruiken. “De kostprijs van batterijen halveert nu al elke drie jaar. Als er meer worden geïnstalleerd, zullen de prijzen verder zakken.” Zelfs in België wordt de businesscase interessanter, vindt Graré. “Zelfs voor grotere volumes wordt almaar meer opslagtechnologie ontwikkeld. Je kan bijvoorbeeld oude koolmijnen of de koeltorens van nucleaire infrastructuur omtoveren tot waterkrachtcentrales. Grootschalige opslag wordt op termijn een sector op zich. Zeker in West-Europa moeten we een kader scheppen om dat soort langetermijninvesteringen mogelijk te maken.”
België
De studaxen van REC berekenden ook de impact van die doelstellingen op België. Ons land is een kleine speler, goed voor amper 0,3 procent van de wereldwijde uitstoot. Toch scoort van alle EU-landen alleen Montenegro slechter dan ons land in de Environmental Performance Index van Yale University. Dat is onder meer te wijten aan ons verbruik van fossiele brandstoffen, vooral diesel in de transportsector, de lintbebouwing, en het gebrek aan strategie en beleid.
Doordat de laatste kolencentrale – Langerlo – dit voorjaar dichtging, en door de lage uitstoot van de kerncentrales, die nog altijd de helft van de energie leveren, bedraagt het aandeel van de energiesector in de Belgische CO2-emissies slechts 20 procent.
Voor de Belgische energiesector komt de 1,5 graaduitdaging tegen 2025 neer op een besparing van 86 megaton CO2-uitstoot. Er moet drie keer meer windenergie bij komen dan wat nu wordt gepland: 11,2 gigawatt extra tegen 2025. Zonne-energie kan 15 procent van die 86 megaton besparen, maar dat betekent wel dat er gecumuleerd 4,9 gigawatt extra zonne-energie moet worden gebouwd, of 3,6 gigawatt meer dan voorzien. Dat moet ervoor zorgen dat de zon in 2025 goed is voor 9,2 procent van de stroomproductie, en wind voor liefst 38,7 procent.
“De uitdaging voor België is groter dan die in de meeste andere landen”, waarschuwt Graré. “Een nucleaire uitstap en het halen van de doelstellingen van Parijs vereisen sterk leiderschap.”
“Ik heb al veel openingen gezien, maar geen langetermijnstrategie. België heeft een eigen Energiewende nodig, maar we zijn een complex land. Oude centrales langer openhouden is geen strategie. De vraag is of je ze wil vervangen of sluiten. Maar er gebeurt niets. Met alle respect, maar Vlaamse en Waalse Energiepacten zijn in een Europese context bijna irrelevant.”
De extra investeringen in zonnecellen lopen in2025 op tot 430 miljoen euro, wat de totaalsom op 550 miljoen euro brengt. Veel geld, maar Graré wanhoopt niet. “De investeerders staan klaar. België is een min of meer stabiel land, waar de elektriciteitsprijs hoger is dan in de buurlanden. Alleen willen die partijen een duidelijk wetgevend kader.”
Luc Huysmans
“Vlaamse en Waalse Energiepacten zijn in een Europese context bijna irrelevant”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier