Overnamekoorts in de technologiesector

Technologiebedrijven toonden zich de voorbije maand opvallend actief wat overnames betreft. Is dit de start van een nieuwe overnamegolf of een fenomeen dat van tijdelijke aard is?

Intel beet de spits af door 7,68 miljard USD op tafel te leggen voor McAfee, een Amerikaanse specialist in beveiligingssoftware. Deze stap van de grootste halfgeleiderproducent ter wereld kwam voor de meeste waarnemers als een verrassing. Intel had zich in het verleden nooit laten verleiden tot grote overnames en betaalde nu plots een premie van 60 %. Daarnaast is beveiligingssoftware op het eerste gezicht weinig compatibel met halfgeleiders. Toch had het management een uitleg klaar om kritische investeerders te overtuigen. Intel heeft op het vlak van zijn kernactiviteit, microprocessors voor pc’s en servers, nog maar weinig groeimogelijkheden. Mededingingsautoriteiten zouden bovendien nooit toestaan dat de zeldzame concurrenten die er nog overblijven door Intel opgeslorpt worden. De groep richtte recent haar pijlen op het segment van halfgeleiders voor draadloze toepassingen en de nieuwe generatie mobiele toestellen maar slaagde er tot nu toe niet in om in deze niche potten te breken. Intel wil zich door de overname van McAfee onderscheiden van de concurrentie door de halfgeleiders voor dit type producten te voorzien van een specifieke softwarebeveiliging. De koersval na de bekendmaking van de overname illustreerde dat niet alle beleggers onder de indruk waren van het verhaal. Specifieke beveiliging voor draadloze producten is maar een deel van de activiteiten van McAfee. Het bedrijf richt zich net als concurrent Symantec in de eerste plaats op bedrijven en particuliere eindgebruikers met software om netwerken, pc’s en toepassingen te beschermen. Deze activiteit staat, hoewel winstgevend, mijlenver van wat Intel doet en wat het van plan is. Bijgevolg werpt de vraag zich op of Intel dan het volledige bedrijf moest overnemen en zich niet tevreden kon stellen met een exclusieve samenwerkingsovereenkomst.

Oorlog

Dat het de technologiebedrijven menens is met hun overnameplannen wordt geïllustreerd door de biedoorlog die ontstond tussen Dell en Hewlett-Packard voor 3Par. Dit Californische bedrijfje, dat gespecialiseerd is in gegevensopslag, was tot voor kort nog een nobele onbekende voor de meeste beleggers. Aan het vrij anonieme bestaan op de beurstabellen kwam twee weken geleden een einde toen Dell een bod uitbracht op het bedrijf ter waarde van 1,13 miljard USD. Enkele dagen later kwam niemand minder dan Hewlett-Packard op de proppen met een tegenbod. En daarna volgde nog een aantal biedingen tegen elkaar en steeds met de steun van 3Par. Die realiseerde vorig boekjaar een omzet van niet eens 200 miljoen USD en is verlieslatend. Het is hoogst ongebruikelijk dat het in de technologiesector tot een openlijke biedingsstrijd komt. Oracle en IBM dongen vorig jaar beide naar de hand van Sun Microsystems, maar de strijdbijl werd vrij snel begraven. Meestal worden overnamedeals achter gesloten deuren en door middel van waterdichte contracten overeengekomen. Ongetwijfeld had Dell zich niet aan een tegenstander van het kaliber van HP verwacht. Het is moeilijk te voorspellen wie als overwinnaar uit de strijd zal komen. Hoewel beide bedrijven ongeveer even diepe zakken hebben (zie tabel cashpositie), heeft HP een voetje voor omdat het op alle vlakken een maatje groter is en hogere kasstromen genereert.

Toch staan Intel, HP en Dell niet alleen met hun overnamestrategie. Eigenlijk kwam de beweging al in de tweede jaarhelft van 2009 opnieuw op gang. Nadat de kredietmarkt ontdooid was en het economisch opnieuw wat beter ging, durfden bedrijven opnieuw wat meer risico te nemen. Oracle, dat een lange geschiedenis van overnames met zich meedraagt, zette de toon door Sun Microsystems in te lijven. Daarna volgde een hele reeks acquisities waarbij met name Hewlett-Packard zich erg actief toonde. IBM lijft vooral kleinere en meer gespecialiseerde bedrijven in en loopt daarmee wat minder in de kijker. Schijn bedriegt echter, want ‘Big Blue’ kondigde eerder dit jaar de intentie aan om de volgende 5 jaar 20 miljard USD te spenderen aan overnames.

Gebrek aan alternatieven

Hoewel de activiteiten van de overnemende bedrijven vaak grondig verschillen, zijn er toch een aantal gemeenschappelijke motieven die hun overnamehonger kunnen verklaren.

Een eerste reden waarom bedrijven concurrenten of sectorgenoten overnemen, is omdat ze daar nu eenmaal voldoende middelen voor hebben en er niet echt volwaardige alternatieven beschikbaar zijn. De balans van de meeste grote technologiebedrijven puilt uit van liquiditeiten (zie tabel). De 9 bedrijven uit de tabel hebben een gezamenlijke cashpositie van bijna 207 miljard USD. Door de lage rente brengt dit geld erg weinig op en aan de mogelijkheden om dit creatief aan te wenden, zijn bijna altijd nadelen verbonden. Zo staan de meeste technologiebedrijven niet te springen om een dividend uit te keren. Wie daarmee begint, moet het ook in slechtere tijden kunnen volhouden. Een kapitaalvermindering of eenmalig superdividend is wel een mogelijkheid, maar is geen duurzame aanwending van liquiditeiten. Dit is evenmin het geval voor de inkoop van eigen aandelen. Daarmee dat dit laatste slechts mondjesmaat gebeurt. Investeringen in onderzoek en ontwikkeling zijn wel duurzaam, maar ook daaraan zijn grenzen.

Naast de omvangrijke liquiditeitspositie is ook de nooit aflatende druk om de winstgevendheid te verbeteren (of minstens op peil te houden) een reden om het overnamepad te bewandelen. Technologiebedrijven moeten steeds betere en innovatieve producten ontwikkelen en deze vervolgens aanbieden aan een steeds lagere prijs. Met de opkomst van verschillende Aziatische concurrenten wordt de strijd om marktaandeel steeds meer op het scherp van de snee gevochten. Overnames kunnen dus helpen om nieuwe (geografische) afzetmarkten aan te boren of om actief te worden in niches waar de winstmarges hoger liggen.

Toch zijn er niet zelden ook grote risico’s verbonden aan grote overnames in de technologiesector. Door de technische complexiteit vallen bedrijfsonderdelen meestal moeilijker te integreren dan in andere sectoren. Het is geen uitzondering dat daar meerdere jaren over gaan. Indien er niet heel kort op de bal wordt gespeeld, bestaat het risico dat de overgenomen technologie binnen een nieuwe structuur niet volledig tot zijn recht komt en snel verouderd geraakt. Het overnamebedrag zelf is dus meestal maar het begin. Ook nadien blijven nog investeringen nodig om de overname te laten renderen. Daarnaast is er het probleem van de innovatie. Indien een klein bedrijfje opgaat in een grote groep, dan kunnen rigidere procedures de creativiteit beknotten. De praktijk wijst vaak uit dat ook de klantgerichtheid er in dat geval op achteruitgaat.

Besmettelijk

In het verleden bleek overnamekoorts wel eens besmettelijk te zijn. Een aantal grote deals is voldoende om de overnamehonger van andere bedrijven aan te wakkeren. Bedrijven die al langer met dergelijke plannen in het achterhoofd zaten, worden nu sneller over de streep getrokken. Daarnaast is er ook de schrik om buitenspel gezet te worden door de concurrentie indien men niet deelneemt aan de overnamegolf. Zolang de achterliggende redenen om concurrenten op te kopen niet verdwijnen, kan de beweging dus best nog een tijdje aanhouden. Toch moeten we de situatie ook nuanceren. In de media wordt op basis van een aantal individuele dossiers de perceptie gecreëerd dat er in de technologiesector opnieuw met geld wordt gegooid. Zo is het in de praktijk helemaal niet. Er zijn nl. maar een beperkt aantal bedrijven die over voldoende financiële mogelijkheden beschiken om concurrenten op te kopen. Daarnaast is het zo dat expansie van de activiteiten ook een vertrouwenskwestie is. Veel overnamedeals worden momenteel gemaakt bij gebrek aan alternatieven en dit is op termijn geen gezonde situatie. De macro-economische cijfers wijzen niet eenduidig op een krachtig herstel. Bedrijven uit de technologiesector hebben hun goede resultaten in de eerste plaats te danken aan vrij agressieve kostenbesparingen. Nu wil men dit nog eens opnieuw doen door extra omzet te kopen en te proberen om de overgenomen bedrijven winstgevender te maken. Dit belooft in veel gevallen een moeilijke oefening te zullen worden. (C)

koen lauwers

Overnames kunnen helpen om nieuwe afzetmarkten aan te boren of om actief te worden in niches waar de winstmarges hoger liggen.

Veel overnamedeals worden momenteel gemaakt bij gebrek aan alternatieven en dit is op termijn geen gezonde situatie.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content