De overheid loopt 3 tot 6 miljard euro mis door de fiscale behandeling van bedrijfswagens. Dat blijkt donderdag uit een analyse door het Federaal Planbureau.
In België is bijna 60 procent van de nieuw verkochte personenwagens een bedrijfswagen, met een voordeel in natura voor de gebruiker. Als die gebruiker zelf integraal de kosten zou betalen voor zijn privéverplaatsingen met de bedrijfswagen, zou dit de overheid volgens het Planbureau 3 tot 6 miljard euro extra inkomsten opleveren.
De verklaring voor de ruime marge in de berekening is dat een aantal gegevens die nodig zijn voor de raming op dit moment niet beschikbaar zijn, zoals de waarde van de wagen na afschrijving op de tweedehandsmarkt en het aantal kilometers dat een persoon voor privédoeleinden rijdt, aldus het Planbureau.
Een afschaffing van de gunstige fiscale behandeling van bedrijfswagens zou volgens het Planbureau ook leiden tot een verschuiving in de samenstelling van het wagenpark, met een afname van het aandeel van zowel plug-in hybride wagens met benzinemotor als van elektrische wagens.
Voor de personenbelasting wordt het voordeel van alle aard (VAA) berekend in functie van de catalogusprijs en de leeftijd van de wagen, de aandrijflijn en het verschil tussen de CO2-uitstoot van de wagen en de gemiddelde uitstoot van de wagens die het jaar ervoor in België werden verkocht. Bedrijfswagens zijn volledig vrijgesteld van werknemersbijdragen aan de sociale zekerheid. Werkgeversbijdragen voor bedrijfswagens die ter beschikking worden gesteld van werknemers, hangen enkel af van de brandstof en de CO2-uitstoot van de wagen.