OUD-KS-MIJNWERKERS. Uit de put
Boelwerf is dood. De scheepsbouwers uit het Waasland zien een sombere toekomst tegemoet. Kan ervaring van Limburgse KS-arbeiders een lichtpunt zijn ?
In Heusden-Zolder, aan de oevers van het Albertkanaal, begon oud-KS-elektricien uit de mijn van Beringen, Rudy Joris met echtgenote Christiane Lucas een nieuw leven als zelfstandig ondernemer. In februari ’91 legde Joris, daarin geholpen door de hele familie om de bouwkosten te drukken, de eerste steen van Joluca, een moderne champignonkwekerij. Dit jaar hoopt het echtpaar Joris met 26 werkneemsters (waarvan de helft immigrantenvrouwen) op een omzet van 35 miljoen frank. Het was een risico. De minimale investering werd door de Belgische specialist in champignonteelt, Alex Overstijns van het Provinciaal Centrum voor de Land- en Tuinbouw in Rumbeke, op 16 miljoen frank begroot. Rudy Joris, 30 jaar oud bij de sluiting van “het Westen”, had alleen zijn vertrekpremie van 800.000 frank op zak. Hij kwam niet aan 20 jaar KS-dienst om recht te hebben op een pensioenuitkering en zou nog tot 2001 in loondienst moeten. “Ik vond het onzinnig om de rest van mijn leven te gaan inrichten in funktie van dat pensioen. Ik wilde zelf de handen aan de ploeg slaan. De meest gekke mogelijkheden om een eigen zaak te starten, werden gewikt en gewogen. Tot ik in een krant een artikel las over champignonteelt, ” vertelt Rudy Joris, “en omdat ik als hobby oesterzwammen kweekte, dacht ik, waarom dàt niet ? “
Zijn champignonfabriek draait inmiddels op kruissnelheid. Vandaag bereidt Rudy Joris zelfs een tweede investering voor van 70 miljoen frank. Bij gebrek aan middelen slaat hij daarvoor met een andere kweker uit de streek de handen in elkaar. Naast Joluca-champignonkwekerij wordt een eigen kompostproduktie opgestart. De kwaliteit van die kompost (nu nog aangekocht), is immers bepalend voor een stabiele kwaliteit van de oogst. “Het is dus belangrijk om de samenstelling van deze basisgrondstof zélf voortdurend goed onder kontrole te houden. Kwaliteit van het meyselium, de schimmel waarop paddestoelen groeien, bepaalt de prijs en de verkoop aan de Nederlandse groothandel die onze produktie verwerkt en wereldwijd afzet zo komen onze champignons via een omweg in Belgische keukens terecht, omdat de Nederlanders een betere prijs betalen dan Belgische groothandelaren. “
LIF-WAARBORG.
Om het nodige geld bij elkaar te krijgen en zijn bedrijf uit de grond te stampen, kon de jonge mijnwerker aankloppen bij het Landbouw Investeringsfonds (LIF). Het LIF was bereid om Joris’ projekt te steunen met een waarborg van een lening door Cera-bank en met rentetoelagen voor opstartende bedrijven, mits tegemoetgekomen werd aan drie voorwaarden : een stage volgen van anderhalf jaar in een bestaand bedrijf ; een kursus van 15 weken in het Land- en Tuinbouwcentrum bij Alex Overstijns ; tegelijkertijd één dag per week “champignon-onderwijs” volgen in een vakschool in Horst, Nederland.
Wie een nieuw beroep aanleerde, kreeg van KS gedurende 14 maanden zijn loon doorbetaald. Maar Joris’ champignons pasten niet in de lijst van KS van beroepen die in aanmerking kwamen voor herscholingspremies. “We hebben dus in die moeilijke opstartperiode moeten teren op de 800.000 frank vertrekpremie. Dat geld was op toen we in september ’91 onze eerste cel gevuld hadden. Acht weken later kon de pluk beginnen in toen nog acht (inmiddels negen) cellen van elk 265 m² en haalden we onze eerste oogst van 5000 kg champignons binnen, ” herinnert Christiane Lucas zich.
En vult Rudy Joris aan : “Het was een harde tijd, want ook Christiane moest haar vak, boekhouding en personeelsbeleid, leren. Bovendien was de initiële investering opgelopen tot 28 miljoen frank, omdat we de kost per m² zo laag mogelijk wilden houden en dus het maximum uit onze installaties wilden halen. Van mijn schoonouders kregen we wel 1 ha grond en we hebben heel veel montagewerk zelf gedaan. “
Een bijkomende moeilijkheid was het opleiden van niet-ervaren personeel. De BLM (Begeleidingsdienst Limburgs Mijngebied) sprong bij en zorgde ervoor dat de mensen twee weken in de leer konden bij andere champignonkwekers. In het begin presteerden 16 pluksters 8 kg per uur. Pas na zes maanden hadden ze het vak onder de knie. Nu bereiken 26 pluksters 20 kg per uur. Joluca produceert 50 ton per maand. Aanvankelijk enkel voor de Belgische groothandel. Toen de champignonprijs eind ’93 begon te dalen van gemiddeld 50 frank naar 35 frank per kg (van 70 tot 58 voor topkwaliteit) wendde Rudy Joris zich tot Nederlandse opkopers om zijn rendabiliteit weer op te krikken. “Eerst hadden we nog gedacht om zelf de verkoop in handen te nemen. Maar heel vlug stelden we vast dat produktie en handel in deze branche twee erg aparte werelden zijn. “
Rudy Joris blikt tevreden terug op die spannende tijd, waarin met vallen en opstaan heel wat ervaring werd opgedaan. Zo begon hij ook nog een tweede firma ChocoBel (een overname van een bestaand bedrijf dat machines installeerde voor chocolade en pralineproducenten). “Ook daarmee hadden we geen ervaring, maar we voelden ons gesterkt door de ruggesteun en de kennis van de vroegere eigenaar die met pensioen ging. Hoewel we inmiddels ook dààr veel bijgeleerd hebben, willen we ons echter koncentreren op onze hoofdaktiviteit. “
ERIK BRUYLAND
RUDY JORIS (JOLUCA) De stap naar het ondernemerschap was niet eenvoudig. De vertrekpremie van KS verdween als sneeuw voor de zon.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier