Opkomende landen gaan terug naar af
De rijke economieën beginnen de opkomende te overschaduwen.
De opkomende markten hebben de globale economie het grootste deel van haar spierkracht bezorgd na het einde van de recessie in 2009, maar in 2016 nemen de rijke landen het merendeel van de wereldgroei in dit decennium voor hun rekening. Heel wat opkomende markten, China incluis, zijn al blij als ze een crisis kunnen vermijden.
De BRIC’s bevinden zich in een erbarmelijke toestand. De Braziliaanse regering was incompetent en corrupt. Rusland was niet veel beter en deed er nog wat militaire kwaadaardigheid bij. In het beste geval stagneren beide economieën in 2016. Dat zou al een verbetering zijn na hun diepe duik in 2015.
China presteert redelijk goed in 2016 als we de cijfers van de regering mogen geloven. Die berekent dat het bbp met 6,5 procent stijgt. In werkelijkheid is dat bijna zeker minder. China ligt bedolven onder de schulden en heeft zijn munt en zijn beurs slecht gemanaged, wat schokgolven door de wereldeconomie joeg. Er is minstens één kans op drie, het hoogste peil in een generatie, dat China in 2016 een echte crisis beleeft, die veroorzaakt wordt door een combinatie van een forse toename van slechte leningen, het faillissement van banken en een instorting van de investeringen. Een crisis in China zou een crisis in de hele wereld veroorzaken.
Dan ziet India er levendiger uit: het groeit met meer dan 7 procent, maar dat is minder dan de gemiddelde groei van 8,5 procent die tussen 2005 en 2010 gehaald werd. India pocht dat het zich in de groeiliga voorbij China gewurmd heeft, maar het heeft nog een hele weg af te leggen. Toen tien jaar geleden de Chinese economie even groot was als de Indiase nu, groeide ze met bijna 13 procent.
In die omstandigheden ziet de rijke wereld er stevig uit, zij het niet spectaculair. De Amerikaanse economie groeit met ongeveer 2,5 procent en de Amerikaanse jobmachine creëert voor het zesde opeenvolgende jaar minstens 2 miljoen nieuwe arbeidsplaatsen. Europa wordt niet langer bedreigd door een recessie of deflatie en de meest voor de hand liggende Europese tijdbom, Griekenland, werd voorlopig onschadelijk gemaakt. De Europese Centrale Bank en haar geld drukkende partner Bank of Japan, houden hun respectieve economieën goed gesmeerd. Zowel in Europa als in Japan doet de groei het met 1,6 procent beter dan gewoonlijk. In Groot-Brittannië, de best presterende van de vier grote economieën van de EU, moet de groei normaal gezien boven 2 procent liggen.
De verbeterde vooruitzichten voor de rijke economieën kunnen niettemin verdampen als de opkomende markten ten prooi vallen aan een nieuwe financiële crisis. Ze zijn namelijk geneigd in paniek te slaan als de Federal Reserve de rente verhoogt. Alleen al het vermoeden dat de Fed in 2015 de rente zou opkrikken en de sterke dollar die daaruit voortvloeide, was voldoende om de munten van de opkomende landen de dieperik in te jagen. De Amerikaanse rentes gaan in 2016 omhoog, maar de stijging is te beperkt en te onregelmatig om het risico op schokken te onderdrukken.
Genoeg is genoeg
Maar zelfs die aanpak houdt gevaren in. Een hogere dollar kan bijvoorbeeld nog meer investeringskapitaal uit de opkomende markten zuigen. Kwetsbare ontwikkelingslanden (hou Venezuela in het oog) kunnen naar de rand van de afgrond worden geduwd. In de opkomende markten lijkt een herhaling van de crisis van 1997-1998 onwaarschijnlijk omdat de meeste landen hun deviezenreserves aangevuld hebben en hun ooit broze munten lieten vlotten. Landen als Turkije en Zuid-Afrika lopen niettemin nog altijd gevaar. De grondstoffenproducenten hebben redenen om wat minder zwaarmoedig te zijn. De prijzen van energie, metalen en landbouwproducten, die tussen 2011 en 2015 met 30 tot 50 procent inzakten, gaan in 2016 weer omhoog. De prijs van de olie stijgt met ongeveer 10 procent. Daarmee komt ruwe olie maar op amper de helft van het peil van enkele jaren geleden. Voor de consumenten is dat een reden om te juichen.
De wereldeconomie heeft sinds 2010 geen enkele keer een groei van meer dan 4 procent gehaald. Behalve voor de Verenigde Staten wordt 2016 voor de meeste landen opnieuw een jaar van herstel, recuperatie, hervormingen en risico’s. Een gesynchroniseerde opleving die de groei wereldwijd versterkt en gebouwd is op een gestage consumentenvraag, ondernemingsvertrouwen en politieke stabiliteit, blijft nog een jaar buiten bereik.
De auteur is directeur ‘public policy’ en redactiedirecteur van de Economist Intelligence Unit.
Leo Abruzzese
Behalve voor de Verenigde Staten wordt 2016 voor de meeste landen opnieuw een jaar van herstel, recuperatie, hervormingen en risico’s.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier