Op planeet Trump is het donker
Met Donald Trump als 45ste president van de Verenigde Staten, staan we aan het begin van een nieuwe, meer sombere wereldorde.
2016 was een grimmig jaar voor progressieven. Een golf van populistische woede raasde door het Westen. Ze deed de Britten stemmen voor een scheiding van de Europese Unie en de Amerikanen voor een vastgoedmagnaat die geen enkele regeringservaring heeft. In enkele maanden lieten kiezers aan beide zijden van de Atlantische Oceaan hun totale afkeuring van het politieke establishment horen, veranderden ze de breuklijnen van de westerse politiek van links versus rechts in open versus gesloten, en slaakten ze een collectieve kreet van afkeuring tegen de globalisering, die nu staat voor een frauduleus systeem waarvan enkel een zelfzuchtige elite profiteert.
De belangrijkste vraag is welke soort president Donald Trump blijkt te zijn. Als zijn woorden voor waar genomen moeten worden, ziet de toekomst er somber uit. Trump is een economische nationalist, een man die ervan overtuigd is dat de vrijhandel de Amerikaanse economie vernietigd heeft, die twijfel zaait over de verplichtingen tegenover de bondgenoten, en die opgeroepen heeft een muur te bouwen tussen Mexico en de VS en moslimmigranten beperkingen op te leggen.
Hoewel het onwaarschijnlijk lijkt dat president Trump zijn hele onverdraagzame agenda tot wet wil verheffen, zal toch een deel ervan overleven. Zodra hij in functie is, doet hij er goed aan zich te concentreren op zijn economische plannen, min het protectionisme. Grote belastingverlagingen gekoppeld aan een opstoot van investeringen in infrastructuur en defensie, zouden de Amerikaanse begroting op lange termijn nekken. Maar op korte termijn zouden ze de economie wat adrenaline inspuiten. Dat kan net genoeg zijn om het protectionisme tot een minimum te beperken, misschien tot een paar symbolische antidumpingheffingen. Met een vergelijkbaar recept pakte ook Ronald Reagan uit in de jaren tachtig.
Maar zelfs in dat beste geval zou het presidentschap van Trump de open wereldorde bedreigen. Het Trans-Pacific Partnership (TPP), het grootste handelsakkoord in jaren, is dood. Het is ook onwaarschijnlijk dat engagementen van de klimaatconferentie in Parijs worden nagekomen.
Dat ‘in het beste geval’ lijkt dan ook onwaarschijnlijk. De aantrekkingskracht van Trump is geworteld in woede en verdeeldheid. Nu de Republikeinen beide kamers van het Congres beheersen, verwachten zijn aanhangers dat de barrières opgetrokken worden, illegale immigranten gedeporteerd worden en strenge conservatieven benoemd worden tot het hooggerechtshof. Amerika plooit op zichzelf terug.
Intussen groeit in de rest van de wereld het aantal autoritaire leiders die erop gebrand zijn de introversie van de VS uit te buiten. In China maakt Xi Jinping gebruik van het vijfjaarlijks congres van de Communistische Partij om zijn autocratische stempel nog dieper te drukken. Hij probeert het geostrategische vacuüm op te vullen dat achterbleef na de mislukking van TPP. In Rusland wentelt Vladimir Poetin zich in Trumps aandacht, maar hij camoufleert zijn kwetsbaarheid in het binnenland met agressie in het buitenland.
Opgepept door de overwinning van Trump zwelt de populistische tegenstroom aan in Europa. Uiterst rechtse partijen doen het bijzonder goed bij de verkiezingen in Nederland en Frankrijk en kunnen voor de eerste keer in de naoorlogse periode zetels veroveren in het Duitse parlement. In een lang, knorrig verkiezingsjaar wordt de Europese politiek gedomineerd door paniekzaaierij over de gevaren van migranten, het onheil van handelsakkoorden en de snoodheid van de Europese Unie.
Nog meer terroristische aanslagen maken de sfeer nog somberder. Dat geldt ook voor financiële schokken: een begrotingscrisis in Portugal en een opflakkering van het bankenleed in Italië lijken waarschijnlijk.
Tunnels leiden naar licht
Het wordt een donker jaar. Maar de duisternis blijft niet duren. Populisten en isolationisten brengen zichzelf in diskrediet omdat de gevolgen rampzalig zijn. Het is bittere ironie dat Latijns-Amerika – de regio die tot nu het meest vereenzelvigd werd met verzet tegen een liberale, open economie – opnieuw een meer progressieve richting uitgaat.
Technologie smeedt wereldwijde verbindingen. Studenten studeren aan buitenlandse universiteiten via onlinecursussen, kleine bedrijven exporteren via onlinemarktplaatsen, mensen chatten en delen nieuws op globale socialemediaplatforms. Jongere kiezers die opgroeiden met die digitale opportuniteiten zijn meer te vinden voor globalisering dan hun ouders; zij stemden tegen de brexit en tegen Trump.
De vraag is niet of de wereld terugkeert naar openheid, maar hoe snel dat zal gebeuren en hoeveel schade wordt aangericht. Het antwoord op die vraag hangt vooral af van één man: Donald J. Trump.
De auteur is hoofdredacteur van The Economist.
Zanny Minton Beddoes
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier