Onverkoopbaar product?
Politieke verkoopbaarheid is ook een vorm van communicatie, en goede communicatie draait om een goed product, leert de elementaire marketing. “Hoe handig of hoe prima de orkestratie ook moge zijn, het probleem van de regering- Verhofstadt zit ‘m in het product. Professionele communicatie kan dat niet verhelpen,” analyseert Wim Schamp, expert in politieke communicatie, de kakofonie die de regenboogcoalitie dagelijks te horen geeft. Schamp is net terug uit Bulgarije, waar hij werkt aan de uitbouw van een nieuwe politieke partij gebaseerd op de burgermaatschappij en een netwerk van verenigingen uit de samenleving. “In deze jonge democratie kan ik mijn politieke creativiteit nog uitleven in een formatie tussen de oud-communisten en de neo-liberalen.” Afgelopen weekend volgde Wim Schamp in Sofia op internet hoe VLD’er Hugo Coveliers na diens aandringen om 3000 illegalen per maand uit te wijzen door zowat de hele coalitie in het verdomhoekje werd gedrukt.
Trends. De VLD wil werk maken van uitzettingen; de Franstalige groenen van Ecolo demonstreren daartegen. Maar ook topministers doen, eufemistisch gesteld, “onbeheerste uitspraken” waarmee ze elkaar in tal van dossiers in de wielen rijden.
Wim Schamp. Het probleem zit in het product. Waarmee ik niet zeg dat dit een slechte coalitie is. Maar ze is niet gewapend om de zaken aan te pakken die ze zelf op de agenda heeft gezet. Wie van veiligheid een prioriteit maakt met daaraan gekoppeld het vreemdelingenprobleem, moet weten dat men met dit thema maar één duidelijke richting uit kan. Dat kan de goede richting zijn, of de slechte. Maar eenduidigheid is vereist. Met partners die daarover diametraal verschillende visies hebben, is dat onmogelijk. Je werkt best met een homogene ploeg, alle neuzen in één richting. En laat de oppositie dan maar met rode vuurballen gooien, de kiezer zal uiteindelijk oordelen. Als je ziet hoe deze regering – door haar interne tegenstellingen – zelfs niet de zwaksten op een decente manier aankan, wat moet er dan gebeuren als het om de verwijdering van echte illegalen zal gaan? Het wegsturen van de Gentse zigeuners was België op z’n smalst: ze gingen eens stoer doen, maar pikten er de zwaksten uit en dan nog bestond de enige communicatie erin dat alle interne tegenstellingen breed werden uitgesmeerd in de media. Eenvoudig omdat met deze coalitie geen eenduidige communicatie rond haar migratiebeleid mogelijk is.
Jos Geysels van Agalev verwijst naar onze gebrekkige debatcultuur. In Nederland kunnen coalitiepartners op een hoffelijke manier publiekelijk van mening verschillen.
Derk-Jan Eppink toont in zijn boek over politiek in België en Nederland dat het niet alleen een kwestie is van debatcultuur, maar van politieke cultuur in het algemeen. Nederlanders bedrijven politiek zoals ze economische problemen aanpakken: nuchter, op basis van feiten en cijfers. En ik kan me voorstellen dat in een maatschappij waar alles oké is, rustig kan worden gepraat over wat meer flexibiliteit hier of wat meer sociale rechtvaardigheid daar. Maar dit is kennelijk hier niet de eerste vraag. Deze coalitie kan geen zware problemen aan, omdat ze dan uiteenspat. Dit is een luxecoalitie die er best mocht zijn in de golden sixties toen het verboden te verbieden was en alles ánders kon. Verhofstadt heeft een nieuw product op de markt willen brengen. Hij is bekwaam, maar een snelkok. Op het menu: zeetong, cornflakes en karnemelk. Welnu, dat smaakt niet. Ge krijgt dat niet verkocht. Niet met de grootste marketingcampagne.
Verhofstadt dan maar terug achter het fornuis om een ander menu klaar te stomen?
Ja, maar ze kunnen niet kiezen tussen vlees of vegetarisch. Het alternatief zou kunnen zijn: we stoppen al die lastige zaken in de koelkast en houden ons bezig met de leuke dingen des levens. En als het Vlaams Blok daar garen bij spint, dan zien we wel. Maar dit is onrealistisch. De VLD is bij de vorige verkiezingen 40.000 kiezers kwijtgeraakt aan het Vlaams Blok. Of de premier zegt dat de regering voortaan uit één mond spreekt, liefst de zijne. Zodat je een meer ordentelijk imago krijgt.
Niet eenvoudig om vice-premier Laurette Onkelinx in koor te laten zingen. Zeker niet in twee talen door elkaar met een Costa-partituur.
Men zou creatiever kunnen zijn. Een creatief beleid en communicatie kunnen hand in hand gaan. Je kan klemtonen anders gaan leggen. Men zou in plaats van die ene trein vol geregulariseerden en die andere vol met weggestuurden elkaar te laten kruisen onder de spotlights van de televisiecamera’s – die inzoomen op huilende kinderen – bijvoorbeeld de Russische en Albanese maffia kunnen aanpakken. Daarrond zou een consensus kunnen bestaan. Als je die bandieten aan de bevolking laat zien en ze op een vliegtuig zet, heb je in één slag legitimiteit. De publieke opinie zal zeggen: hé, dat is iets nieuws.
Staatssecretaris voor Buitenlandse Handel Pierre Chevalier verraste met zijn voorstel om, in plaats van dure advertenties te gebruiken, journalisten naar hier te halen om het Belgische imagoprobleem aan te pakken.
Juist. Knappe advertenties in The Wall Street Journal zetten weinig zoden aan de dijk. De rijkdom van ons land tonen wél. Op voorwaarde dat je daarrond een juist kader schept en de juiste mensen op de juiste plaats brengt op het juiste moment. Rond Doel kan je perfect scoren op sociaal, ecologisch én liberaal vlak: door hetzelfde te doen als in Pernis, dat schilderachtige dorpje dat middenin het havengebied van Rotterdam wordt behouden. Laat zoals daar de Antwerpse havenindustrie Doel sponsoren. Maar neen, Mieke Vogels (Agalev) kwam enthousiast terug na een bezoek aan Pernis. En verder niets. Oh ja, er is weer een studie besteld.
ERIK BRUYLAND
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier