Ondernemer in muziek
Iedereen kent Adolphe Sax als de uitvinder van de saxofoon. In zijn tijd verwierf hij vooral grote faam als een industriële instrumentenbouwer. Een doorzetter ook, want ondanks drie faillissementen bleef hij produceren. En niet alleen saxofoons.
Herinnert u zich nog het laatste briefje van 200 frank, dat gele? Daarop stond Adolphe Sax. De muziekinstrumentenbouwer stond daarmee in hetzelfde prestigieuze rijtje als de kunstenaars James Ensor, René Magritte, Constant Permeke, Victor Horta en het koningspaar. Een grote meneer dus. Hij werd 200 jaar geleden geboren.
“Toch bleef Adolphe Sax altijd un petit belge“, zegt Jo Santy van het Muziekinstrumentenmuseum (mim). “De stad Dinant claimt hem wel, maar hij verhuisde als baby van zes maanden naar Brussel, omdat zijn vader daar een muziekinstrumentenfabriek dreef. Op zijn achttiende hield Sax het voor bekeken in België en verkaste hij naar Parijs. De geniale instrumentenbouwer maakte meteen furore en werd zowel bewonderd als gehaat. Na een bewogen leven stierf hij berooid in 1894.”
“Ondanks zijn carrière in Frankrijk heeft Sax altijd de Belgische nationaliteit behouden”, verzekert Ronald Pirlot van de Association Internationale Adolphe Sax in Dinant. “En de band met zijn geboortestad heeft hij gedurende zijn hele leven onderhouden. Toen Frankrijk in 1870 in een oorlog met Duitsland verzeilde, bracht hij zijn kinderen bijvoorbeeld bij familie in Dinant in veiligheid. Toch durven heel wat Fransen weleens te vergeten dat Sax een Belg was, net zoals ze dat doen met Jacques Brel en binnenkort wellicht met Stromae”, knipoogt Pirlot.
Industrieel productieproces
Dat Adolphe Sax het toonbeeld van een romantische held zou worden, was al in zijn kindertijd duidelijk. Hij kon amper lopen, toen hij van drie hoog naar beneden viel. Wat later dronk hij van een glas zwavelzuurwater en slikte een naald in. Hij viel ook op een gloeiende gietijzeren kachel, kreeg een steen op zijn hoofd en verdronk net niet in een rivier.
Ondanks alle jeugdige rampspoed leerde Sax notenleer, fluit en klarinet. Hij hielp al snel mee in het blaasinstrumentenatelier van zijn vader en werkte verbeteringen aan de instrumenten uit. “In 1839 vertrok hij naar Parijs. Daar leerde hij onder meer de componist Hector Berlioz kennen, die een van zijn grootste bewonderaars zou blijven”, vertelt Santy.
“Nog belangrijker is zijn ontmoeting met generaal de Rumigny. Het Franse leger wilde zijn muziekkapellen hervormen, en dat kwam de gewiekste zakenman goed uit. Hij vestigde zich in 1842 definitief in de Franse hoofdstad en na een kapitaalinbreng van enkele vrienden-investeerders ontstond de firma Adolphe Sax et compagnie. Er werkten zo’n 200 arbeiders, veel meer dan bij zijn concurrenten. Kenmerkend was zijn industriële productieproces, met een hiërarchisch georganiseerde taakverdeling, te vergelijken met de productie van de Ford-auto’s.”
“De meeste instrumenten uit de Sax-fabriek dragen een monogram en serienummer. In totaal moet hij zo’n 45.000 instrumenten hebben gebouwd — saxofoons, uiteraard, maar vooral bestaande instrumenten.” Toen zijn bedrijf in 1852 voor het eerst failliet ging, werd een nauwkeurige inventaris gemaakt. Saxhoorns- en tromba’s waren goed voor een derde van de productie, saxofoons voor een vijfde, er waren 15 procent trompetten en evenveel kornetten, 6 procent klaroenen, 5 procent hoorns, 3 procent klarinetten, 3 procent trombones en nog andere instrumenten.
Achter gordijntjes
“De industriële omwenteling was ook het begin van de octrooien. Sax was een ware vernieuwer en gedurende zijn carrière deponeerde hij 47 octrooien en aanvullende beschermingscertificaten, zowel voor zijn uitvindingen als voor verbeteringen — een indrukwekkend aantal. Met de saxofoon ontwierp hij een blaasinstrument dat de klank van snaarinstrumenten zo dicht mogelijk benaderde, maar met een sterkere sonoriteit, zodat het ook in de openlucht kon worden bespeeld. Hij liet het instrument in 1841 voor het eerst horen op de Exposition Industrielle van Brussel, maar achter een gordijn, omdat het instrument nog niet helemaal klaar was. Hij bracht nog vijf jaar verbeteringen aan en diende dan een octrooi in.”
“Ondertussen won de saxofoon aan bekendheid en Sax’ concurrenten betwistten dat het om een nieuwigheid ging. In 1845 daagde hij hen uit in de loop van het jaar er zelf een te maken, maar dat lukte niemand. Meer dan twintig jaar was Sax verwikkeld in rechtszaken. Dat gebeurde in twee fasen. Tussen 1846 en 1854 procedeerden zijn tegenstanders tegen hem en zijn octrooien, van 1855 tot 1867 ging hij in de tegenaanval. Ondertussen bouwden ze zijn instrumenten zonder scrupules na, ze kochten ook zijn werklui bij hem weg. Samen met een wisselende economische conjunctuur resulteerde dat in drie faillissementen in 1852, 1872 en in 1877. Toch bleef hij instrumenten produceren tot zijn dood in 1894.”
Sax trouwde nooit, maar hij erkende wel de kinderen die hij met zijn bijslaap had. Privé kende hij niet veel geluk, want acht broers en zussen stierven jong, net als twee van zijn vijf kinderen. De familie werd geplaagd door longziekten. Daarom ontwierp hij de goudronnière, een medisch toestel dat bestaat uit een verstuiver om lokalen te ontsmetten of longziekten te behandelen.
“Zijn neef Adolphe-Edouard volgde hem op als instrumentenbouwer en leider van de fanfare van de Parijse opera. In 1928 werd zijn bedrijf overgenomen door de firma Selmer, die nog altijd saxofoons maakt. En voor de petite histoire, de Bruggeling Karel Goetghebeur verwierf de naam Adolphe Sax & Cie enkele jaren geleden. Hij pretendeert de saxofoon terug naar België te brengen, al heeft Sax nooit in ons land saxofoons geproduceerd”, lacht Santy.
FREDERIC EELBODE
“Sax was een ware vernieuwer. Gedurende zijn carrière deponeerde hij 47 octrooien en aanvullende beschermingscertificaten”
“De productie van muziekinstrumenten gebeurde industrieel, net als de productie van Ford-auto’s”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier