Onder de motorkap van de index
Na de herziening van de Bel-20 weegt de financiële sector opnieuw bijzonder zwaar in de Belgische sterindex. Beleggers die een index willen volgen, kijken maar beter grondig onder de motorkap.
De Bel-20 zal er maandag flink anders uitzien. ING, Ontex en Galapagos nemen dan de plaats van D’Ieteren, Delta Lloyd en Befimmo in. Met de komst van de Nederlandse grootbank neemt het gewicht van de financiële sector opnieuw toe in de hoofdmacht van de Brusselse beurs. De intrede van de biotechonderneming Galapagos verhoogt het risicoprofiel.
Nationale aandelenindexen zoals de Bel-20 werden ooit opgericht om in één blik de prestaties van de onderliggende beurs te kunnen inschatten, en bij uitbreiding ook de economie van het land te beoordelen. Door de oprukkende globalisering is daar nog maar weinig sprake van. Zwaargewichten als AB InBev, Engie en nu ook ING, die internationaal actief zijn, bepalen de richting van de Bel-20. Dat zegt maar weinig meer over de kleinere Belgische aandelen, laat staan over onze economie.
Toch zijn aandelenindexen belangrijker dan ooit. Dat heeft alles te maken met de opkomst van de zogenoemde trackers of exchange traded funds (ETF’s), beleggingsfondsen die de evolutie van een onderliggende waarde, zoals een aandelenkorf, passief volgen. Volgens cijfers van Deutsche Bank is er wereldwijd omgerekend al zo’n 2500 miljard euro belegd in zulke schaduwfondsen.
Het merendeel van het kapitaal in aandelentrackers schaduwt de prestaties van heel brede indexen, zoals de wereldwijde MSCI World, de pan-Europese Stoxx Europe 600 en de Amerikaanse S&P500. Het idee is dat een korf met meer aandelen de risico’s evenwichtiger spreidt en ook representatiever is voor een economie.
Maar zelfs in de S&P500, waar vijfhonderd aandelen in zitten, weegt een select clubje zwaargewichten zwaar op de prestaties van de index. Zo deed de belangrijkste aandelenkorf van Wall Street vorig jaar pas ter plaatse, terwijl het merendeel van de aandelen wel met 20 procent of meer kelderde. Die uitkomst was uitsluitend te danken aan de sterke stijging van een aantal Silicon Valley-grootheden zoals Facebook, Amazon, Netflix en Google.
Bel-20
De financiële sector maakt nu al bijna een derde van de Bel-20 uit, en dan moet het grote ING nog de plaats innemen van zijn kleine landgenoot Delta Lloyd. Dat overwicht van banken roept nare herinneringen op: door de ondergang van Dexia en Fortis en de nipte redding van KBC tuimelde de Brusselse sterindex in de financiële crisis twee derde lager. “Van de belangrijkste nationale indexen is de Bel-20 de enige waarin de financiële sector zo zwaar weegt”, stelt Victor Zwart, hoofdstrateeg bij Wealtheon, een vermogensbeheerder die frequent trackers gebruikt.
Critici zeggen weleens dat de Bel-20 al lang geen barometer meer is voor de Belgische economie. Met aandelen als KBC, Colruyt en Proximus blijft de index toch nog Belgisch getint, oordeelt Geert Van Herck, hoofdstrateeg bij Keytrade Bank, dat voor zijn onlinevermogensbeheer uitsluitend trackers gebruikt.
CAC40
Met Total en Sanofi bevat het Franse mandje topaandelen maar twee echte zwaargewichten. Bovendien telt de CAC40 veertig leden, wat automatisch een betere spreiding meebrengt dan een kleinere index. Victor Zwart wijst op het overwicht aan aandelen uit de consumentensector, denk aan Peugeot, Renault, Vivendi of Carrefour. “Dat maakt de index vrij cyclisch. De beurs van Parijs zal het dus goed doen als de economie aantrekt.” De Franse beursgraadmeter is daarnaast sterk op de eurozone gericht.
De afgelopen vijf jaar presteerde Parijs minder dan bijvoorbeeld Frankfurt en Amsterdam. Volgens Geert Van Herck het bewijs dat de perceptie een rol speel, zeker bij grote beleggers uit de Verenigde Staten. “Europese aandelen waren een belangrijk beleggingsthema, maar de beleggers verkiezen dan toch de sterke landen boven een economie die zwakker presteert.”
AEX
De AEX is bij uitstek een zeer cyclische index. De consumentensector is er stevig in vertegenwoordigd met grootheden als Unilever, Heineken en Ahold, aangevuld met een uit de kluiten gewassen financiële component, met onder meer ING en zijn voormalige verzekeringsdochter NN, en grote namen uit de olie- en grondstoffensector, zoals Shell en ArcelorMittal. Zij maken de beurs van Amsterdam gevoelig voor de grillen van de economie. Het clubje van 25 Nederlandse steraandelen kleurt zeer internationaal door een aantal groepen die niet verhullen dat ze om fiscale redenen in Nederland noteren. De lokale economie is dus nauwelijks van tel. “Het zijn veelal wereldspelers”, besluit Zwart. “Maar wel vooral gericht op het Westen – Europa en de Verenigde Staten dus.”
DAX
Bayer, BMW, BASF, Deutsche Bank, Volkswagen en SAP: het lijstje Duitse beursgrootheden lijkt schier eindeloos. Wat de DAX-index typeert, is dat die parade van iconen uit het Duitse bedrijfsleven een vrij gelijke gewichtsverdeling oplevert, en dus een relatief mooie diversificatie voor de belegger. De Duitse bedrijven staan ook bekend als exportkampioenen, wat maakt dat ze surfen op de golven van de wereldeconomie. Als Azië of de VS het goed doen, profiteert de DAX. Omgekeerd weegt twijfel over China op de beurs van Frankfurt. Van Herck merkt dat beleggers met een tracker op de DAX twee thema’s bespelen: “De goedkope euro, die de export ondersteunt, en de sterke link met de groeilanden.”
FTSE100
De belangrijkste index van de beurs van Londen telt honderd leden, wat normaal maakt dat de korf minder onder druk staat als een van de aandelen een klap krijgt. Zwart maant aan niet uit het oog te verliezen dat de Footsie een belegging in een vreemde munt inhoudt. “Door de onzekerheid over de toekomst van Groot-Brittannië in de Europese Unie staat het pond onder druk, maar beleggers kunnen zich ook indekken tegen die wisselkoersrisico’s” (zie kader Populaire trackers in België).
Van Herck merkt op dat de FTSE100 een van de goedkoopste indexen is, met dank aan de aandelen uit de grondstoffensector. “Indexen waarin afgestrafte sectoren zwaar wegen, kunnen op iets langere termijn beter scoren. Daarom loont het de moeite uit te zoeken welke de grootste bedrijven in een graadmeter zijn, uit welke sectoren ze komen en of die sector ondergewaardeerd is.”
Eurostoxx50
De Eurostoxx50 is een vaak geciteerde aandelenkorf om de prestaties van de beurzen in de eurozone in één cijfer te vatten. Maar de graadmeter voor de muntunie is niet zonder pijnpunten. Zo is de Eurostoxx een beetje in hetzelfde bedje ziek als de Bel-20, met een overwicht aan aandelen uit de financiële sector. Bovendien komt een aantal banken uit Zuid-Europa, waar de problemen met de slechte kredieten nog niet van de baan zijn. Een nadeel van zo’n kleine index is ook dat bepaalde sectoren, zoals farmabedrijven, een grotere plaats innemen in de korf dan in de economie.
Dow-Jones
Het is belangrijk na te gaan hoe een index is samengesteld. In de Dow-Jones telt bijvoorbeeld niet de totale beurswaarde van een bedrijf, maar wel de prijs van één aandeel. Zo moest Apple twee jaar geleden zijn aandeel in zeven splitsen om kans te maken op een zitje. Een aandeel van toen was bijna 700 dollar waard en zou veel te zwaar wegen in de index. De meest iconische aandelenkorf ter wereld telt nog altijd relatief veel industriële waarden, terwijl de Verenigde Staten al decennia naar een diensteneconomie zijn geëvolueerd. Volgens Victor Zwart verzamelt de Dow wel de grootste bedrijven. “Het zijn stuk voor stuk wereldspelers. Niet alleen de Amerikaanse economie bepaalt de evolutie ervan.”
Nasdaq100
Voor de meeste beleggers staat de Nasdaq gelijk aan technologie. Nochtans vinden steeds meer andere bedrijven hun weg naar de beurs, bijvoorbeeld uit de biotech. Volgens Van Herck zijn de risico’s in de index niet zo gespreid als de honderd in de naam doet vermoeden: “De tien zwaargewichten maken bijna de helft van de index uit.” De strateeg merkt daarom op dat er ook trackers bestaan die wel een gelijk gewicht geven aan elk aandeel. Zwart waarschuwt voor de hoge volatiliteit van de Nasdaq. “De index is zeer gevoelig voor de risicoappetijt van beleggers. Als de beursvooruitzichten dalen, neem dan op tijd uw winst.”
Jasper Vekeman
Zelfs in de S&P500, waar vijfhonderd aandelen in zitten, weegt een select clubje zwaargewichten zwaar op de prestaties van de index.
Als Azië of de Verenigde Staten het goed doen, profiteert de DAX.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier