Omgaan met premenstruele spanningen
Vraag vooral niet: “Heb je weer last van je hormonen?”
Het premenstrueel spanningssyndroom, kortweg PMS, is een vaag geheel van klachten waarmee veel vrouwen worstelen kort voor de menstruatie. Bij een grote groep blijven de klachten beperkt tot ‘zich anders voelen’, zonder daar echt hinder van te ondervinden. Naar schatting 20 procent heeft het echt moeilijk en 5 procent is zodanig van de kaart dat normaal functioneren amper lukt. Een kleine minderheid is maandelijks een paar dagen werkonbekwaam.
Drie soorten klachten
De rij van symptomen die in allerhande onderlinge combinaties kunnen voorkomen, is lang. De belangrijkste kan men onderverdelen in drie groepen: lichamelijke, emotionele en gedragsgebonden klachten.
Lichamelijke klachten: hoofdpijn, gespannen en pijnlijke borsten, gewichtstoename, de neiging om vocht vast te houden waardoor men een opgeblazen gevoel krijgt, vermoeidheid, opstoten van acne, obstipatie.
Emotionele klachten: sombere tot depressieve stemming, prikkelbaarheid, abrupte stemmingswisselingen, angst, een verminderde zelfcontrole, onzekerheid, een wankel zelfbeeld.
Gedragsgebonden klachten: aanvallen van eetzucht (vooral toegenomen trek in zoetigheden), concentratiestoornissen, agressieve uitvallen, minder zin in vrijen, huilbuien, slaapstoornissen.
Om te vermijden dat iedere klacht die kort voor de menstruatie opduikt tot premenstrueel syndroom wordt gebombardeerd, hebben artsen een aantal minimumkenmerken vooropgesteld. Daardoor kan men pas spreken van PMS als de klachten alleen voorkomen in de periode voor de menstruatie, meteen daarna gedurende ten minste zeven dagen verdwijnen en tijdens iedere menstruele cyclus in min of meerdere mate opnieuw opduiken.
De precieze oorzaak van PMS is nog steeds onbekend, maar wetenschappers hebben stilaan toch zicht gekregen op enkele essentiële factoren. PMS wordt uitgelokt door de cyclische veranderingen in de vrouwelijke hormoonhuishouding. Een relatief lage progesteronspiegel en een relatief hoge oestrogeenspiegel in de dagen voor de maandstonden trekken de klachtentrein op gang. Een tweede belangrijke factor is de aanwezigheid van stress, relatieproblemen of emotionele problemen. In die omstandigheden is de kans op premenstruele spanningen groter.
Het premenstrueel effect is overigens ook waar te nemen in het stijgend aantal opnames in de psychiatrische instellingen voor vrouwen, in toegenomen gewelddadigheid, een verhoogd aantal verkeersongevallen en minder goede prestaties op examens.
Antidepressivum en pil kunnen helpen
Een duidelijke behandeling is niet voorhanden. Afzonderlijke klachten, zoals hoofdpijn, kunnen afzonderlijk behandeld worden. In ernstige gevallen schrijft de arts soms een antidepressivum voor, veelal met succes. De anticonceptiepil heeft een milderend effect: pilgebruiksters uiten tot 30 procent minder PMS-klachten.
Wat absoluut niet helpt, is een omgeving die smalend doet of opmerkingen maakt over de hormonale cyclus. Integendeel, opmerkingen in die zin betekenen alleen maar olie op het vuur. Begrip opbrengen en vooral de nodige tolerantie aan de dag leggen, is het beste advies om met premenstruele spanningen om te gaan. In de mate van het mogelijke moeilijke gesprekken uitstellen tot een latere datum, is eveneens zinvol. De wetenschap dat de baaldagen vanzelf verdwijnen, helpt degenen die in die dagen als pispaal moeten fungeren. Meestal is dat de partner.
Marleen Finoulst
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier