Olivier Lempereur: “We worden niet meer voor lolbroeken versleten”
Twee jaar geleden ontwierp hij nog de prestigieuze boetiek van chocolademaker Pierre Marcolini op de Zavel, maar het is in Parijs dat de Belgische decorateur Olivier Lempereur het overgrote deel van zijn klantenkring heeft opgebouwd. Voor Cartier, styliste Celestina Agostino, parfumeur Frédéric Malle en een hele reeks andere bemiddelde klanten geldt hij als een van de meest talentrijke binnenhuisarchitecten.
Op een zonnige namiddag ontvangt de Belgische decorateur Olivier Lempereur ons in Saint-Germain-des-Prés, in een onverwachte omgeving te midden van de zakken cement en de stellingen.
TRENDS. Waar zijn we nu precies?
OLIVIER LEMPEREUR. “We bevinden ons op de bovenste verdieping van een triplex van 500 vierkante meter die tegen het eerste semester van 2008 moet zijn afgewerkt. Het is een project voor een Parijse familie, dat wel heel speciaal is omdat de bouwvergunningen in wijken als deze erg moeilijk te verkrijgen zijn. Het gaat om de historische zone tussen de Place de l’Odéon en de Boulevard Saint-Germain, waar de recente gebouwen op de vingers van een hand te tellen zijn.”
Hoe ziet een typische werkweek er voor u uit?
LEMPEREUR. “Als ik in Parijs ben, rijg ik acht tot tien afspraken per dag aan elkaar. Ik heb op dit ogenblik tien inrichtingsprojecten lopen in Parijs, waarvan vijf in de uitvoeringsfase verkeren. In Brussel, waar ik de helft van mijn tijd doorbreng en waar ook mijn vrouw en mijn twee kinderen nog steeds wonen, werk ik samen met mijn vier medewerkers de voorontwerpen uit, maar 90 % van onze projecten bevindt zich in Parijs, wat me misschien er ooit toe zal bewegen om er mij de hele week te vestigen.”
U hebt twee bedrijven, het ene naar Belgisch, het andere naar Frans recht.
LEMPEREUR. “Air Libre heb ik samen met mijn levensgezellin opgericht in 1996 in Parijs, het andere, Léolou, is gevestigd in Brussel. Ik moet trouwens bekennen dat zo’n dubbele structuur erg hinderlijk is voor een klein team als het onze. De administratieve last weeg zwaar door.”
U hebt zich in Parijs geïnstalleerd toen u 22 was, net na uw studies binnenhuisarchitectuur. Dat was op uitnodiging van Andrée Putman, de befaamde Parijse decoratrice. Welke herinnering hebt u aan die periode?
LEMPEREUR. “Ik kende toen zo goed als niets van die stad. Toen ik voor het eerst in Parijs arriveerde, het was een zondagmorgen, was ik nog zo naïef om te denken dat ik diezelfde dag nog een vrij appartement zou vinden, zoals in Brussel. Dat draaide uiteraard op niets uit. Het team van Andrée Putman heeft me spontaan onder zijn vleugels genomen. Mensen als Laurent Buttazzoni – een specialist in het ontwerpen van luxeboetieks – hebben me de trendy bars en etablissementen van de stad leren kennen. Ik herinner me nog memorabele avonden in zijn atelier in de buurt van Montreuil, waar je beroemdheden als Kate Moss en John Galliano kon tegenkomen.”
Heeft het een invloed gehad dat u Belg bent?
LEMPEREUR. “Al was ik uit het diepste van Bretagne gekomen, het had geen verschil gemaakt. Trouwens, op vijftien jaar tijd is de manier waarop de Fransen tegen de Belgen aankijken, flink veranderd. Onze artiesten, onze stylisten hebben ons imago danig opgekrikt. We worden niet meer voor lolbroeken versleten. En omdat wij geen solidariteitsheffing op het vermogen kennen, zoals in Frankrijk, zijn we daar meer dan ooit trendy ( lacht). Ik heb de indruk dat, in mijn milieu, onze gezelligheid en enthousiasme echt wel geapprecieerd worden.”
Wie zijn uw klanten?
LEMPEREUR. “Zakenlieden, mensen uit de modewereld, zangers, allemaal tussen 35 en 50 jaar. De meesten onder hen wonen in voorname herenhuizen in het 6de, 7de of 16de arrondissement, anderen werken in de zogenaamde gouden driehoek of in Neuilly.”
De rijke wijken in het oosten van Parijs …
LEMPEREUR. “Het heeft ongetwijfeld te maken met mijn voorkeur voor een zekere inrichtingstraditie, die van de grote ensembliers van de jaren 1925-30 die onder de invloed stonden van de art deco. Die voorkeur voor edele materialen heb ik overgehouden van mijn leerjaren bij Andrée Putman. Het eerste project waarmee ik bij haar belast werd, was een luxeboetiek in het 8ste arrondissement. En de ene ontmoeting volgt dan op de andere, het ene project leidt tot een ander. Het is duidelijk dat iemand die de trends volgt en zijn loft in het 11de arrondissement wil inrichten, op mij geen beroep zal doen.”
Bestaat er zoiets als een specifiek Parijs cliënteel?
LEMPEREUR. “De ruimten die ik inricht, bevinden zich in wijken waar de prijzen oplopen tot 10.000 euro per vierkante meter en meer. Ik heb de neiging om te zeggen dat de koopkracht van mijn Parijse klanten duidelijk hoger ligt dan die van de Brusselaars. Maar dat is steeds minder waar. De komst van de Fransen, de Engelsen en de Europeanen heeft in Brussel een nieuwe situatie geschapen. Er heeft een internationalisering plaatsgevonden die ik heilzaam vind en die alles naar boven trekt. Men speelt minder op zijn eigen ‘kleine’ netwerkje.”
Wat zijn uw lievelingsplekjes in Parijs?
LEMPEREUR. “Ik houd van de bar van hotel Plaza Athénée op de Avenue Montaigne, of die van de George V. Ik ben gek van hotellobby’s omdat je daar de indruk krijgt dat je tegelijk overal en nergens bent. Deze stad is een bron van voortdurende verrukking. Onlangs nog bezocht ik een appartement in de buurt van het Trocadéro op een zesde verdieping met een uniek uitzicht op de Eiffeltoren. Aan de achterkant zagen de vensters uit over het Musée des Arts Premiers en de zijarm van de Seine. Dat is magisch. Ik kan oneindig genoegen beleven aan een wandeling langs de kaaien, of langs de Pont des Arts of de Rue des Saint Pères naar Saint-Germain komen.”
Antoine Moreno
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier