Olé Michel

Daan Killemaes
Daan Killemaes Hoofdeconoom Trends

Elio Di Rupo veegt de vloer aan met Bart De Wever. Tot die conclusie zou je kunnen komen op basis van de groeicijfers van de voorbije jaren. Tijdens de regering-Di Rupo groeide de Belgische economie vaak sneller dan het gemiddelde in de eurozone. Sinds de centrumrechtse regering van premier Charles Michel aan de macht is, ligt de groei net iets onder het gemiddelde in Europa. Maar daaruit besluiten dat het groeimodel van Elio Di Rupo superieur is aan de recepten van centrumrechts, dat is te kort, veel te kort door de bocht.

De vorige regering hield de Belgische economie aan de praat met stijgende overheidsuitgaven en stelde moeilijke maatregelen uit. De sanering van de overheidsfinanciën werd tot een minimum beperkt en de schadelijke gevolgen van de uitholling van de concurrentiekracht werden gedegradeerd tot zorgen voor morgen. De regering-Di Rupo leende groei van de toekomst, en de afbetaling valt nu in de bus. De regering-Michel kiest wel voor besparingen, loonmatiging en meer hervormingen in de sociale zekerheid — al is op die drie fronten meer nodig. Dit beleid kost op korte termijn een scheut groei, maar het zal de volgende jaren renderen.

Met een beetje geluk kan de regering zelf oogsten, zoals David Cameron deed in het Verenigd Koninkrijk. Maar electoraal succes is niet gegarandeerd, zeker als de vruchten van het soberheidsbeleid nog onvoldoende rijp zijn. De Spaanse regeringspartij Partido Popular leed dit weekend in de lokale verkiezingen een zware nederlaag tegen links, dat het soberheidsbeleid op de schop wil nemen. De besparingsmoeheid die het extreemlinkse Syriza in Griekenland aan de macht bracht, heeft ook Spanje aangestoken. Voor de Spaanse premier Mariano Rajoy komen de parlementsverkiezingen in het najaar mogelijk nog te vroeg. De regering-Michel heeft nog tijd tot 2019. Doorzetten is dus de boodschap. Olé, Michel!

Spanje toont op dit moment haarfijn aan dat het model-De Wever op termijn de vloer aanveegt met het model-Di Rupo. Spanje bespaarde en hervormde de voorbije jaren als een gek, en het bekocht dat met een zware recessie. Spanje had ook geen andere keuze, na de implosie van de huizenzeepbel en de ontsporing van de concurrentiekracht. Maar intussen geeft Madrid de rest van Europa het nakijken met een economische groei van 2,8 procent. Uiteraard gaat het deels om een inhaalbeweging na de magere jaren, maar in Frankrijk en Italië trappelen ze nog altijd ter plaatse, precies omdat ze minder hebben hervormd.

Neem het Spaanse beleid om de concurrentiekracht te versterken. Sinds 2009 verbeterde de concurrentiepositie van de Spaanse bedrijven met 13 procent ten opzichte van de eurolanden (gemeten met de reële loonkosten per eenheid product). Dat was te danken aan loonmatiging en de stijging van de productiviteit. Dat deed de export stijgen en creëerde nieuwe banen. De extra koopkracht die daar het gevolg van is, is de belangrijkste motor achter de groei, geholpen door de lagere energieprijs. En daardoor trekken de bedrijfsinvesteringen op hun beurt aan. Kortom, Spanje zit in een positieve opwaartse spiraal.

Ook de Spaanse schatkist profiteert van de aantrekkende economie. Aanvankelijk moest zwaar worden bespaard om het begrotingstekort terug te dringen, maar bij ongewijzigd beleid loopt het tekort niet opnieuw op. Dat kan België nog niet zeggen. De Spaanse sanering is duurzaam, omdat ze vooral stoelt op een reductie van de overheidsuitgaven: van 43,3 procent in 2010 naar 40,8 procent dit jaar. In België stegen de uitgaven eerst naar 53,2 procent, om pas dit jaar voorzichtig te dalen. België heeft dringend een Spaanse kuur nodig.

Maar ook Spanje is er nog lang niet. Niet alleen de overheid, ook de private sector kampt met een overmatige schuldenlast. En er worden dan wel opnieuw banen gecreëerd, maar de torenhoge werkloosheid zal nog jarenlang een schandvlek blijven. Om daar wat aan te doen heeft ook Spanje eind vorig jaar de belastingen hervormd, al gaat het veeleer om een heel bescheiden belastingverlaging (minder dan 1 % van het bruto binnenlands product) dan om een taxshift. Om de kloof tussen de loonkosten en het nettoloon te verkleinen — en werken dus aantrekkelijker te maken — koos de Spaanse regering voor een verlaging in de personenbelasting, die vooral is gericht op de laagste lonen. Belangrijk is dat Spanje ook werkt aan de uitgavenkant om de belastingdruk te verminderen.

Voor de Belgische taxshift zou dit de volgorde moeten zijn om lagere lasten op arbeid te financieren: eerst besparen en pas dan hogere belastingen op consumptie, milieu en vermogen. Dan zal De Wever Di Rupo helemaal hebben gevloerd.

DAAN KILLEMAES

Spanje toont haarfijn aan dat het model-De Wever op termijn de vloer aanveegt met het model-Di Rupo.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content