OdeGand trapt het cultuurseizoen op gang

© REP
Frederic Eelbode medewerker Trends

Zoals elk jaar stevent OdeGand af op een uitverkocht festival. De happening brengt klassieke en wereldmuziek tot in alle uithoeken van de stad Gent. “Onze grote uitdaging is te verbreden en te verbinden”, zegt algemeen directeur Veerle Simoens. “Dat is een van de opdrachten van kunst: tonen hoe begrijpbaar alles kan zijn.”

Met OdeGand trekt Gent Festival van Vlaanderen het cultuurseizoen weer op gang. Langs de oevers van de Leie en de Schelde, over de pleinen en in verborgen hoekjes van de Arteveldstad klinken vertrouwde en verrassende ritmes. Artiesten uit binnen- en buitenland bezetten de podia in openlucht, in concertzalen en op onbekende plekken.

OdeGand is een beetje de Gentse Feesten van de klassieke muziek. “Maar dan wel klassieke muziek in de heel brede zin van het woord”, zegt Veerle Simoens, de algemeen directeur van Gent Festival van Vlaanderen. “We vertrekken vanuit de klassieke muziek en we willen die tot bij de mensen brengen. Dat is hard nodig. De commerciële muziek maakt opgang en we zijn met zn allen almaar minder geëduceerd. Vandaar dat we de kat bij de melk zetten. Ook klassieke muziek kan best spannend zijn.”

Zaterdag zullen alweer 10.000 bezoekers de Gentse binnenstad verkennen en er concerten meepikken. “Voor het eerst werken we met gereserveerde plaatsen”, vertelt Simoens. “Er zijn elf routes waaruit je op voorhand eentje kiest. Dat betekent een hele ommezwaai. Vroeger kocht je een ticket, stippelde je een parcours uit en moest je vaak lang aanschuiven. Vijftien jaar geleden vonden de bezoekers het niet erg twintig minuten te wachten, nu is dat een reden om af te haken, zeker de gezinnen met kinderen.”

“Het avontuurlijke blijft evenwel behouden, aangezien we de buitenprogrammering versterken. Je kunt nog van alles ontdekken, maar je hoeft niet meer te hollen van het ene concert naar het andere. Er is meer ruimte om te genieten. En je hebt meer zekerheid dat je met een bootje kunt varen – voor velen blijft dat een belangrijke reden om naar OdeGand af te zakken. Een nieuw openluchtpodium komt aan de Reep, waar de Nederschelde weer open is.”

Expo 58

“Onbekend is vaak onbemind. Klassieke muziek vraagt soms wat inspanning. Vandaar dat we op OdeGand hard de kaart trekken van de wereldmuziek, waarin ook veel klassieke muziek zit, maar ze is vaak beter behapbaar”, gaat Simoens voort. “We zien dat de kennismaking op OdeGand vaak naar meer leidt. Uit een publieksbevraging blijkt dat 40 procent van de bezoekers van de klassieke concerten van Gent Festival van Vlaanderen doorstroomde dankzij OdeGand.”

Het Festival van Vlaanderen is een uitloper van Expo 58. “Er was geld over. Initiatiefnemer Jan Briers senior vond dat we daarmee cultuur tot bij de mensen moesten brengen. Het was toen triest gesteld met het muziekaanbod in Gent, behalve de opera en de concerts d’hiver was er niet veel. De daaropvolgende tien jaar organiseerde hij acht festivals voor klassieke muziek. Gent stuurde aan, maar ook de andere Vlaamse steden kregen een deel van het budget. Lange tijd werkten ze samen onder de koepel Festival van Vlaanderen. Door de jaren voer elk festival steeds meer zijn eigen koers en zocht zijn identiteit, afhankelijk van de behoeften en wensen in zijn stad, met elk een artistieke en zakelijke directie, gestuurd door aparte vzw’s.”

“Enkele keren per jaar steken we de koppen nog eens bij elkaar en luisteren naar elkaars plannen. Voor het overige bestaat er geen band meer tussen ons. Aangezien we in verschillende periodes door het jaar actief zijn, zijn we amper concurrentie voor elkaar. Wij starten altijd in september, daarna volgen Leuven en Brussel. Elk heeft zijn periode en zijn zwaartepunt in het repertoire.”

“Gent gaat het breedst in zijn programmering, al verliezen we de melomaan niet uit het oog. Er zijn nog altijd bezoekers die naar onze klassieke concerten komen met de partituur onder de arm. Daags na OdeGand kun je dertig Oost-Vlaamse koren tegelijk aan het werk horen terwijl ze een unieke creatie ten gehore brengen in de binnenstad. Tijdens City of Ear neemt de menselijke stem de stad over. We zijn altijd bezig met het uitzicht van de stad, maar zelden met geluid. In oktober organiseren we in en rond het Citadelpark een eerste Nacht van de Verbeelding, waarin we expliciet de confrontatie met alle kunstvormen aangaan. En tot slot zijn er klassieke concerten in 24 Oost-Vlaamse gemeenten.”

Hartverwarmend

Van de 160 concerten die het Gent Festival van Vlaanderen in drie weken organiseert, vinden er 60 plaats tijdens OdeGand. Volgens Simoens is de programmering een van de mooiste aspecten van haar baan, maar het is ook een uitdaging. “Het publiek gaat van ontdekkers tot liefhebbers over genodigden en gezinnen. Klassieke muziek is de kern, maar hoe leg je de link met wereldmuziek, terwijl je het commerciële circuit links wilt laten liggen?”

“We brengen de wereld naar Gent en we verbinden mensen uit al die landen met elkaar. Dat klinkt misschien als een utopie, maar je leert elkaar kennen door de muziek. Muziek is een taal die geen woordenschat behoeft. We zoeken letterlijk verbinding tussen klassieke en wereldmuziek, bijvoorbeeld een luitspeler die samenspeelt met een oedspeler. Dat is in feite hetzelfde instrument, maar de klank is heel verschillend in het Westen en het Oosten.”

Of die muziek ook echt verbinding teweegbrengt? “Dat is de bedoeling. In ieder geval is het hartverwarmend. Het klinkt naïef in vergelijking met de grote wereldproblemen, maar toch zak je even weg in wat zou kunnen of moeten zijn. Dat is een van de opdrachten van kunst. Tonen hoe close alles bij elkaar ligt. Hoe begrijpbaar alles kan zijn, dankzij de muziek.”

Zestig jaar geschiedenis

OdeGand brengt de wereld naar Gent. Tegelijk is Gent ook de wereld. “De demografie is een uitdaging. Een op de twee kinderen in de lagere school heeft hier een migratieachtergrond. Als zij over twintig, dertig jaar volwassen zijn, ziet ons publiek er helemaal anders uit. Wat is daarop ons antwoord?”

“We dragen een rugzak mee met zestig jaar geschiedenis. Gerard Mortier en later Serge Platel zetten al fel in op verbreding. De samenleving verandert met een grote vaart. Maar het is niet omdat je een Irakees op je podium zet, dat er ook een in je publiek zit. We blijven een erg wit festival. Hoe gaan we daarmee om? Hoe kunnen we personen met een migratieachtergrond triggeren? De uitdaging is tot bij die mensen te raken. Het is een divers publiek – dé allochtoon bestaat niet – dat vaak in informele netwerken circuleert. We zoeken samenwerking met organisaties die sterk verankerd zijn in die netwerken, bijvoorbeeld het intercultureel muziekcentrum De Centrale. En we zetten zelf netwerken op. Dat is een werk van vele jaren.”

“Ook kinderen met een Vlaamse achtergrond worden platgeslagen met commerciële muziek, terwijl ze erg open staan, ook voor hedendaagse klassieke muziek. Jammer genoeg worden onze oren teruggeplooid op standaardakkoordjes. We willen met z’n allen de wereld ontdekken, maar muzikaal vinden we eenvoudige popmelodietjes voldoende. Klassieke muziek vergt inspanning, net zoals literatuur. Je moet je oren leren openzetten.”

Groeipotentieel

Veerle Simoens is een gediplomeerd cellist. Met haar zussen vormde ze vijftien jaar het Simoens Trio, waarmee ze de wereld rondtrok. “Tegelijk vond ik het zakelijke aspect altijd interessant. Toen ik de vraag kreeg het kamerorkest Casco Phil te leiden, heb ik meteen ja gezegd. En daarna kreeg ik een telefoontje van Gent Festival van Vlaanderen dat ze een artistiek programmator zochten. Na het vertrek van Serge Platel werd ik artistiek directeur. Sinds vorig jaar ben ik algemeen directeur en combineer ik het artistieke met het zakelijke.”

Simoens leidt een team met negen voltijdse medewerkers. “Vanaf april krijgen we ondersteuning van twintig extra krachten en tijdens de evenementen komen er nog een 100 tot 120 medewerkers bij. Een van mijn belangrijkste opdrachten is te prospecteren. Dat doe ik graag. Muziek is mijn leven en veel meer dan een baan, ik ben er op elk moment mee bezig, ook als ik privé naar muziek luister.”

“In het verleden maakten we van Gent Festival van Vlaanderen een uitgebalanceerde organisatie. Een derde van onze inkomsten bestaat uit Vlaamse en stedelijke subsidies, een derde komt van de ticketverkoop en ruim een derde komt van business-to-business, bedrijven die sponsoren of businessseats kopen. Dat is een gezonde structuur, waardoor een van de pijlers de druk kan opvangen als er iets gebeurt met een andere pijler. En uiteraard willen we groeien.”

“We werken nu ook samen met bijvoorbeeld Toerisme Vlaanderen, waardoor het aantal buitenlandse bezoekers stijgt, vooral uit Nederland. En we onderhouden nauwe banden met de stad Gent. De dag dat OdeGand plaatsvindt, wordt er meer geconsumeerd dan op een dag van de Gentse Feesten. We hechten veel belang aan een goede verstandhouding met de horeca. Het is niet voor niks dat we pauzeren tussen 18 en 20 uur. Hoe dan ook kan OdeGand alleen tot stand komen dankzij een fijne samenwerking en wisselwerking met alle stadsdiensten.”

Culturele hoofdstad

“Jammer genoeg beschikt Gent niet over een grote concertzaal, waardoor we maximaal 10.000 deelnemers kunnen toelaten. Er zijn plannen om in 2030 culturele hoofdstad te worden, dan is het nu het moment om een nieuwe concertzaal te bouwen. Noodgedwongen zit onze groeimarge vooral outdoor, maar dat gaf ons altijd een stimulans om verder te kijken, om de hele stad te ontdekken. We zijn een nomade die overal kan neerstrijken.”

Simoens krijgt geregeld de vraag of ze OdeGand niet kan organiseren in andere steden in binnen- en buitenland. “We bekijken de mogelijkheden, al blijven de Gentse wateren uniek. Veel speelt zich af op en rondom het water, zeker het slotconcert. Als je dat op een stenen plein organiseert, heeft het nooit dezelfde charme. Het varen met een bootje blijft speciaal. Ook andere steden waarderen hun wateren op. Dus waarom niet?”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content