Ode aan de redelijke mens

Marc Buelens
Marc Buelens Professor-emeritus aan de Vlerick Business School.

Sommige citaten beginnen mij op de zenuwen te werken. Je kunt geen lezing over ondernemerschap, écht leiderschap of innovatie bijwonen of je vindt de volgende wijsheid van George Bernard Shaw. “De redelijke mens past zich aan de wereld aan; de onredelijke tracht hardnekkig de wereld aan te passen aan hem. Daarom hangt alle vooruitgang af van de onredelijke mens.” Dat klinkt natuurlijk prachtig. Shaw was een literair genie, maar laten we even een citaat van Marc Buelens in elkaar knutselen. “De redelijke mens past zich aan de wereld aan; de onredelijke tracht hardnekkig de wereld aan te passen aan zijn zieke passies. Daarom hangt alle rampspoed af van de onredelijke mens.”

Ik besef het wel, mijn citaat zal niet snel in de citatenboeken komen, vooral omdat het wel een zweem van plagiaat in zich draagt. Denk echter even aan godsdienstoorlogen, martelingen, genocides. Zoek er maar een unreasonable man achter die denkt dat in naam van de democratie, de islam, het ware katholieke geloof, het Duitse Rijk of de glorie van de keizer zowat alle onredelijke dingen kunnen.

De redelijke mens past zich aan de wereld aan. Wie zegt dat? De redelijke mens heeft kou en zoekt een manier om zich te verwarmen. Erg redelijk zou ik denken. Hij heeft warm en zoekt afkoeling. Toch ook redelijk. De redelijke mens zoekt dus kachels, centrale verwarming of koelsystemen. Hij verandert de wereld. Duidelijk vooruitgang. En die hangt af van de redelijke mens. De redelijke mens ziet zijn kinderen sterven aan vreselijke ziektes. De onredelijke mens begint allerlei vreemde bezweringsformules uit te spreken, de goden te aanroepen of een vijand te vermoorden omdat hij een toverformule over zijn kind heeft uitgesproken. De redelijke mens zoekt naar de oorzaak van de ziekte, zoekt medicatie en de zeer redelijke mens onderzoekt zelfs of er geen vaccin kan worden ontwikkeld. Allemaal zeer redelijk en duidelijk gericht op vooruitgang.

En de onredelijke mens past de wereld aan? Vreemd. De meest onredelijke mensen die ik ken, lijken vaak te berusten in bijgeloof, achterhaalde passies, ze kunnen het verleden niet laten rusten, kortom ze passen juist niets aan, noch aan zichzelf noch aan de wereld.

Laten we die briljant geformuleerde quote van Bernard Shaw nog eens op een andere manier bekijken. Shaw veralgemeent nogal sterk. Shaw was een literair genie, geen wiskundige. We gaan hem dus even helpen en eens zeer redelijk kijken naar zijn uitspraak. Veronderstel dat hij grotendeels gelijk heeft. En we stellen dus dat 95 % van de redelijke mensen zich aanpast. En laten we dat nu even lezen als 95 % van de redelijke mensen ondergaan op de meest passieve wijze de wereld. Van die 95 % moeten we niet veel verwachten. Blijven er nog 5 % redelijke mensen over waarvan we wel iets mogen verwachten. En laten we even veronderstellen dat de onredelijke mens wel degelijk de wereld aanpast, laten we zeggen ‘beter’ maakt. Laten we even (wat zeer onwaarschijnlijk is) stellen dat dus 80 % van de onredelijke mensen voor vooruitgang zorgt. Omdat het onredelijke mensen zijn, zal de minderheid (20 %) zoals hoger gesuggereerd voor catastrofes zorgen. Maar ook dat laten we buiten beschouwing en we stellen dus vast dat 80 % van de onredelijke mensen buitengewoon zijn en slechts 5 % van de redelijke.

Hoever brengt ons dat? Nergens. We moeten nog weten wat het aandeel van de onredelijke mensen is in het totale aantal mensen. Zij zullen wel uitzonderlijk zijn. Anders zouden Shaw en al die sprekers over entrepreneurship niet met zoveel gretigheid naar dat citaat verwijzen. Laten we even stellen dat slechts 1 % van de bevolking het predicaat onredelijk verdient. Dat geeft ons 99 % meelopers en dat is natuurlijk wat al die sprekers bedoelen. Zij zijn uiteraard geen meelopers als ze voor de vijfhonderdste keer dat citaat van Shaw van het internet plukken. Zij zijn die onredelijke, inspirerende charismatische koppigaards en van hen mogen we het heil verwachten. Goed geprobeerd, zou ik zeggen, maar niet bij de redelijke mens, want die kan tellen.

We moeten namelijk weten aan wie de mensheid al die vooruitgang te danken heeft. Volgens Shaw -met wat overdrijving, nemen we aan – uitsluitend aan de onredelijke mens. Maar dat klopt niet. Als er duizend mensen rondlopen, zijn er 990 redelijk, waarvan er dus slechts 5 % iets oplevert. Dat levert, dank zij de redelijke mens, 49,5 voor-uitgangseenheden op. Er zijn slechts tien onredelijke mensen bij en daarvan zorgen 80 %, of acht, voor vooruitgang. Op 1000 mensen mogen we dus 57,5 doorbraakideeën, groot of klein, verwachten. Niet slecht, zo gaat de mensheid vooruit. En wie zorgt voor het leeuwendeel van die 57,5 ideeën? Juist 49,5 komen van de redelijke mens die in ons cijfervoorbeeld dus voor niet minder dan 86 % van de vooruitgang tekent!

En wat zou Bernard Shaw van deze complexe redenering vinden? Is zijn eenvoudige principe niet te verkiezen boven onze complexe analyse? Hij zou deze column eens lezen, eens diep zuchten en dan een ander van zijn beroemde citaten uiten. Voor elk complex probleem bestaat een simpele oplossing, welke verkeerd is. Inclusief dus de zijne. (T)

DE AUTEUR IS HOOFDDOCENT AAN DE UNIVERSITEIT GENT EN PARTNER VAN DE VLERICK LEUVEN GENT MANAGEMENT SCHOOL.

Marc Buelens

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content