Nu bijna alles ‘fraude’ is
Wie een lijstje wil maken van de nieuwe fiscale boetes en bestraffingen sinds het aantreden van de regering-Di Rupo, kiest maar het beste een groot blad papier. Een beperkte bloemlezing toont dat aan.
De regering was nog maar net uit de startblokken geschoten, en het begrip ‘fiscale fraude’ werd verruimd. In juli 2012 kwamen er nieuwe boeteschalen in de btw, waarbij sommige boetes eenvoudigweg verdubbelden. Wie dacht het ergste gehad te hebben, sloeg de bal mis. Sinds 1 november 2012 werden de strafrechtelijke sancties op fiscale misdrijven liefst zesmaal hoger. Midden dit jaar werd dan weer een nieuw fiscaal misdrijf ingevoerd: de ernstige fiscale fraude. En eind vorige maand werden nieuwe administratieve boetes ingevoerd voor inbreuken of fouten in de voorheffingen.
Dat de schatkist grote tekorten heeft, is bekend. Minder bekend is dat het al meer dan een decennium een traditie is aan de onderhandelingstafel het laatste gaatje van het begrotingstekort dicht te rijden met de sluitpost ‘fraudebestrijding’. De aandacht voor fraudebestrijding is dus zeker niet nieuw. Hoe dat gebeurt, is wel nieuw. De politici moeten echter beseffen dat fraudebestrijding in de fiscale praktijk als een antibioticum werkt. Bij veelvuldig gebruik verdwijnt het nuttige effect en manifesteren zich bijwerkingen.
Fraudebestrijding dreigt een selffulfilling prophecy te worden. Dat betrapte fraudeurs zwaarder in de portemonnee moeten tasten, is nog aanvaardbaar. Maar dat de drempel van wat als fiscale fraude wordt bestempeld almaar lager wordt, is dat uiteraard niet. Op die manier vervagen ook de grenzen tussen een gewone fiscale overtreding, fiscale fraude en de strafrechtelijke implicaties. En een efficiënte vestiging en inning van de belastingen is precies gebaat bij een duidelijke scheiding. Selffulfilling dus: er wordt niet noodzakelijk meer fraude gevonden, er wordt alleen meer onder de noemer fraude gebracht.
Tekenend voor de tijdsgeest is ook dat de overheid systematisch terugkomt op de essentiële rechtsbescherming onder het Charter van de Belastingplichtige, dat in de jaren tachtig als onontbeerlijk werd beschouwd als bescherming van het principe van de rechtsstaat. Als de basisrechten van de belastingplichtige worden aangetast, zal de rechterlijke macht de fiscale administratie terugfluiten. De wetgever heeft al de grens opgezocht van wat voor de belastingplichtige acceptabel is. Bijkomende maatregelen kunnen bijna niet anders dan die grens overschrijden, en dus niet meer afdwingbaar zijn. Belastingplichtigen zullen procederen en hun rechten met succes afdwingen. U mag er donder op zeggen dat de belastingplichtige zich steeds meer — en terecht — zal beroepen op zijn grondwettelijke rechten en de mensenrechten.
De economische conjunctuur en de financiën van ons staatsbestel maken bijkomende inkomsten uit de fiscaliteit inderdaad noodzakelijk. Maar economisch gezien, kan dat niet door de belastingdruk nominaal te verhogen. En al evenmin door meer boetes en sancties.
Er is wel degelijk een alternatief. De belastingefficiëntie moet worden verhoogd: meer opbrengsten bij gelijke belastingdruk. De oplossing hoeft niet ver gezocht te worden. Sinds jaar en dag wordt gezegd dat ons ingewikkelde belastingsysteem aan een grondige hertekening en vereenvoudiging toe is. Zonder twijfel is dat een zware klus, maar het is de enige echt nuttige en efficiënte maatregel. En de enige die op lange termijn dienstig is voor de volgende generaties.
Daarom een oproep aan onze politici. Maak onze fiscale wetgeving helder, overzichtelijk en sluitend, en doe het nu. Het zal ook de beste fraudebestrijding blijken. Zo blijven we ook ver weg van de verzuring die gepaard gaat met een repressiefiscaliteit, en die een stevige rem zet op de ondernemingszin in ons land.
Jan Tuerlinckx is advocaat van Tuerlinckx Fiscale Advocaten.
JAN TUERLINCKX
Een heldere en sluitende fiscale wetgeving is de beste fraudebestrijding.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier