NR. 15 IN KINSHASA?
De Amerikaanse president maakt momenteel een officiële rondreis door Afrika. Bill Clinton accentueert de nieuwe belangstelling van Washington voor het zwarte continent. Op politiek vlak, maar ook op economisch – onder impuls van The Corporate Council on Africa, een lobbygroep van VS-investeerders. België daarentegen laat amper iets van zich horen. Minister van Buitenlandse Zaken Erik Derycke (SP) maakt zich bij voorbaat klein, liefst nog onzichtbaar: “We mogen niet de illusie koesteren dat België door de Verenigde Staten en de grote Europese landen als belangrijk wordt gezien als het gaat over onze ex-kolonies Congo (Zaïre), Ruanda en Burundi.”
België heeft inderdaad in de voorbije jaren op het internationale vlak veel van zijn krediet als Afrika-kenner verloren, na de opeenstapeling van blunders in Centraal-Afrika. Maar het huidige mistgordijn leidt nergens toe. Is er nog een bereidheid om de échte Congo-expertise die in ons land (nog) aanwezig is te benutten of niet?
TRENDS. De stille hoop dat de 4000 Belgen in Congo er zo snel mogelijk wegtrekken, lijkt wel de enige echte ambitie te zijn van het Belgische Congo-beleid?
BZ-MINISTER ERIK DERYCKE. Neen. We zijn in stilte actief bezig met Congo, maar Mobutu, Kabila en de Ruanda-commissie hebben in de publieke opinie sporen achtergelaten. Voor mij is Congo geen wegwerpproduct. Je botst echter als BZ-minister op de limieten van het parlement. Congo is bij de politieke partijen geen populair onderwerp. Maar wellicht zouden we meer naar buiten moeten treden met wat we achter de schermen doen. Zo heb ik vorige week in Genève over Oost-Congo gesproken met onder meer de VN-commissaris voor de Vluchtelingen.
Het is een beleidsoptie: ofwel wordt de Belgische ambassadeur in Congo de nummer 15 in de rij – zoals in Mali, Zimbabwe, Maleisië of Peru. Ofwel is hij er de nummer één. De publieke opinie moet dit weten en kiezen.
Ik kan niet openlijk vertellen wat wij allemaal doen om bijvoorbeeld de munthervorming in Congo te doen slagen. De Congolezen willen dat niet en bovendien krijgen wij een rol toebedeeld in een multilateraal kader, we moeten samenwerken met onze partnerlanden. Veel Kabila-ministers zijn ook anti-Belgisch, omwille van de Katangese afscheiding, de liquidatie van Lumumba en onze vroegere steun aan Mobutu. Aanvankelijk was er de euforie dat ze het met de Amerikanen zouden klaren, maar die houden de geldbeugel dicht. Ook hun prille liefde met Zuid-Afrika is over. Stilaan kijken ze weer naar Brussel. Ik heb hier verschillende ministers ontvangen. Wij hebben er, samen met gouverneur Masangu van de nationale bank, voor gezorgd dat de dialoog met het Internationaal Muntfonds ( IMF) wordt hervat. En wij zijn opnieuw de grootste donor.
Wat heeft België al gedaan om ontsporingen van het Kabila-bewind tegen te gaan? Dit regime draait de klok twintig jaar terug en hult zich in de somberste gewaden van het Mobutisme. 80% van de staatsinkomsten vloeien ook nu naar de présidence.
Ik denk dat dit geld naar Kivu gaat om daar de orde te herstellen. Kabila had geen leger en is nu bezig dit op de been te brengen. Als hij geen orde op zaken kan stellen in Oost-Congo, zullen Uganda en Ruanda het in zijn plaats doen. Wat de mensenrechten betreft, staan we machteloos als het regime niet meewil. Er is geen alternatief.
Precies hetzelfde liedje als onder Mobutu. België heeft het dialogeren met de Afrikanen verleerd. Ofwel gaan we plat op onze buik, ofwel slaan we de deur dicht. Druk op Zaïro-Congolezen (voor mensenrechten en democratie) heeft nooit effect gehad. Kabila zal alleen koppiger reageren, zoals Mobutu.
Dit regime wil geen lessen ontvangen. Wij verkiezen de weg van de stille diplomatie om op langere termijn – langzaam en geduldig – vooruitgang te boeken. Ik heb met de Amerikanen besproken dat we zouden komen tot een gemeenschappelijk discussieplatform. Ik wil daar ook de Fransen bij, want anders spelen de Congolezen ons tegen elkaar uit. En een aantal Afrikaanse landen moet er actief bij worden betrokken. We kunnen niet de neokoloniale toer opgaan. Dat nemen ze niet. Réginald Moreels zit met onze Ontwikkelingssamenwerking op het goede spoor: het versterken van de burgermaatschappij. Voor het overige gebruiken we het internationale instrumentarium. België heeft bij de Europese Unie gepleit om de weg Kinshasa-Matadi te herstellen, want die is essentieel voor de economie.
Het klassieke stramien? Zonder bijvoorbeeld te denken aan het wegenonderhoud. Nochtans tonen Belgische bedrijven als Sucraf, Texaf, Forrest met hun terreinkennis hoe de heropbouw best kan. Heeft u Patrick Claes – de topman van Sizarail die vier maanden onterecht in de gevangenis zat – al ontmoet?
Neen, hij heeft er niet om gevraagd.
Dat is iemand die een totaal verkommerde spoorlijn en het goederenvervoer op gang heeft getrokken. Sinds zijn arrestatie is de chaos wel weer compleet, maar zulke mensen weten hoe met Afrikanen om te gaan.
Ik weet het, de klassieke diplomatieke kanalen hebben gefaald. Maar ik stel vast dat Belgische ondernemers niet staan te springen om naar Congo te gaan.
Het Verbond van Belgische Ondernemingen zegt dat Buitenlandse Zaken daar geen oren naar heeft.
Het VBO heeft nooit zo’n vraag tot mij gericht. Misschien bij mijn collega van Buitenlandse Handel? Trouwens, de privé-ondernemingen moeten zelf uitmaken wat ze daar nog willen doen. Onze voornaamste taak bestaat erin de politieke stabiliteit in Congo te verbeteren, te sleutelen aan het macro-economische kader, het monetaire beleid en het justitieel apparaat, waarvan Patrick Claes het slachtoffer is geweest. Maar wat we kennelijk niet willen geweten hebben, is dat als we Congo opnieuw in het rechte spoor willen brengen, België geconfronteerd zal worden met een miljarden-contentieux. Want we zullen de juridische problemen moeten oplossen die geschapen zijn ten gevolge van onder andere de Akkoorden van Rabat aangaande de schuldherschikking van Congo (Zaïre). Ook dat is geld van de belastingbetaler.
ERIK BRUYLAND
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier