Notionele-intrestaftrek brengt geld op
De topfiscalisten in dit land zijn unisono. In tegenstelling tot wat sp.a-fractieleider Dirk Van der Maelen beweert, kost de notionele-intrestaftrek geen 5,8 miljard euro, maar levert de maatregel de schatkist geld op.
Via de notionele-intrestaftrek kunnen de ondernemingen een fictieve rente aftrekken van hun winst. De maatregel ligt al jaren onder vuur, met als hoogtepunt de uitlatingen van Dirk Van der Maelen. De schatkist zou door het stelsel jaarlijks bruto 5,8 miljard euro mislopen zonder dat daar een substantiële opbrengst tegenover staat.
Klopt niet, leert een rondgang bij de topfiscalisten. Het cijfer van 5,8 miljard euro minderinkomsten in 2009 slaat nergens op. Het zou betekenen dat de inkomsten uit de vennootschapsbelasting zonder de maatregel 60 procent hoger zouden liggen.
In werkelijkheid namen die opbrengsten na de invoering van de notionele-intrestafrek geleidelijk aan toe van 10,4 miljard euro (2005) tot 12,2 miljard euro (2008). In 2009 zakte dat cijfer spectaculair tot 9,1 miljard euro, maar dat was een gevolg van de recessie. Volgens schattingen van de Europese Commissie zitten de ontvangsten uit de Belgische vennootschapsbelasting alweer in de lift: 10,3 miljard euro in 2010 en 11,1 miljard euro in 2011. De vennootschapsbelasting schommelt daarmee al jaren tussen 3 en 3,5 procent van het bbp, een stuk boven het Europese gewogen gemiddelde van 2,7 procent. Een fiscaal paradijs voor vennootschappen is België dus niet.
Bovendien zet de notionele-intrestaftrek België fiscaal opnieuw op de kaart. Met een nominaal tarief van 33,99 procent – hiermee staan we op de derde plaats in Europa na Malta (35 %) en Frankrijk (34,43 %) – kun je ons concurrentievermogen niet op peil houden. Het enige alternatief voor de notionele-intrestaftrek is een drastische verlaging van de aanslagvoet tot onder het Europese gemiddelde van 25 procent. Volgens het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO) kost deze operatie 2,7 miljard euro.
De notionele-intrestaftrek trekt ook internationale investeringen aan. Volgens recente cijfers van de handels- en ontwikkelingspoot van de Verenigde Naties (Unctad) heeft België vorig jaar 50,5 miljard dollar aan buitenlandse investeringen aangetrokken. Slechts vier landen in de wereld deden beter. “Mijn buitenlandse klanten alleen al hebben sinds de invoering van de maatregel meer dan 20 miljard euro in hun Belgische financieringvennootschappen gepompt”, zegt Eric Warson, internationaal belastingspecialist bij KPMG. “Laten we eens berekenen wat dat de Belgische schatkist respectievelijk kost en opbrengt. Van die 20 miljard mochten ze vorig jaar 3,8 procent aftrekken van hun belastbare basis, 760 miljoen euro dus. Stel dat je daar een vennootschapsbelasting van 33,99 procent had op kunnen heffen, dan kom je aan een brutoverlies van 258,32 miljoen euro. Maar die 20 miljard levert de schatkist ook geld op. Met een gemiddeld rendement van 5 procent levert een investering van 20 miljard euro de bedrijven 1 miljard euro op, die bij hun belastbare basis komt. Tegen eenzelfde aanslagvoet van 33,99 procent komt zo 339,9 miljoen euro in het laatje. Netto houdt de schatkist dus 339,90 – 258,32 = 81,58 miljoen euro per jaar over.” Als we dat cijfer ruwweg extrapoleren naar de 50 miljard dollar buitenlandse investeringen volgens de Unctad, komen we aan een jaarlijkse nettowinst van ongeveer 150 miljoen euro. De coördinatiecentra, de voorlopers van de notionele-intrestaftrek, kostten de staat in 2006 ook 442 miljoen euro, aldus een studie van de Nationale Bank.
Ten slotte versterkt de maatregel ook de solvabiliteit van de ondernemingen, waardoor ze beter het hoofd hebben kunnen bieden tegen de crisis. Dankzij de notionele-intrestaftrek steeg de financiële onafhankelijkheidsgraad het afgelopen decennium naar respectievelijk 50,7 procent (grote bedrijven, een stijging van 10,1 procent) en 37,1 procent (kmo’s, een stijging van 5,3 procent), zo leert een studie van de Nationale Bank.
Fiscale zelfmoord
De kritiek van Van der Maelen kan ook op weinig begrip rekenen bij de fiscalisten. “Dit lijkt op een heksenjacht”, zegt André Claes, partner van Deloitte. “Bedrijven maken gebruik van deze wettelijke mogelijkheid, maar worden achteraf zonder onderscheid met de vinger gewezen. Dat kan toch niet. De fiscus moet alleen misbruik aanpakken. En dat gebeurt ook.”
“De maatregel verlaagt het nominaal tarief van onze vennootschapsbelasting (tot gemiddeld 25 procent, aldus aftredend minister van Financiën Didier Reynders, nvdr). Bovendien geeft het gunstregime bedrijven de noodzakelijke zuurstof om hun eigen vermogen op te krikken. Voorts verhoogt de no-tionele-intrestaftrek de transparantie. Internationale ondernemingen kunnen een buitenlands alternatief opzetten – wat volkomen legaal is – om hun activiteiten in België te financieren. Het is een flexibel en doeltreffend instrument voor een onderneming om mobiele inkomsten te genereren.”
“Dankzij deze maatregel zullen buitenlandse groepen hun Belgische dochtermaatschappijen gemakkelijker kapitaliseren”, vervolgt Claes. “Als de regering deze maatregel afschaft, zullen de dochters opnieuw geld lenen tegen een commerciële rentevoet. Die ligt hoger dan de notionele intrest, die gebaseerd is op overheidsobligaties op tien jaar. Zo erodeert de belastbare basis nog meer, waardoor de staat inkomsten verliest.”
Eric Watson van KPMG vindt de no-tionele-intrestaftrek zelfs een beter instrument om de economie te stimuleren dan een algemene verlaging van de vennootschapsbelasting naar 25 procent. “Met zo’n tarief zit je in het anonieme peloton. De enige manier om eruit te springen, is een drastische verlaging tot 10 of 15 procent, zoals Ierland doet. Ofwel zetten we onze nichepolitiek voort ter ondersteuning van de sectoren waarin we sterk staan, zoals logistiek, chemie en farmacie.”
“Een algemene tariefverlaging als vervanging van de notionele-intrestaftrek kan niet meer”, bevestigt Axel Haelterman (Freshfields), professor fiscaal recht aan de KU Leuven. “Dan gooien we de internationale positie overboord die we sinds jaren negentig hebben opgebouwd. Bovendien heeft de fiscus voldoende munitie om onregelmatigheden aan te pakken. Dat er betwistingen zijn, is geen reden om het kind met het badwater weg te gooien.”
“De afschaffing van de notionele-intrestaftrek is uitgesloten”, beaamt Michel Maus (Everest en docent fiscaal recht aan de VUB). “Zo niet pleegt België fiscale zelfmoord. Bijsturingen om de negatieve aspecten op te vangen, lijken mij wel aangewezen.”
ERIC POMPEN
Een berekening leert dat de staat ieder jaar ongeveer 150 miljoen euro verdient aan het systeem.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier