notionele interestaftrek wordt investeringsmagneet

Eric Pompen Eric Pompen is redacteur van Moneytalk

Maandag 16 januari 2006 vertrekt premier Guy Verhofstadt naar de VS om de notionele interestaftrek te promoten. Die fiscale gunstmaatregel om bedrijfsfinancieringen met eigen vermogen te stimuleren, moet nieuwe investeringen uit het buitenland aantrekken. Het Nederlandse uitzendconcern Randstad gaat nu al in op die mogelijkheid.

Het bedrijfsleven reageert enthousiast op de notionele interestaftrek, al blijven concrete resultaten voorlopig achterwege. Gelukkig schrapte het parlement vlak vóór de invoering begin 2006 nog een belangrijke beperking van de maatregel: de onaantastbaarheidsvoorwaarde. Voortaan hoeft het bedrag van de aftrek niet gedurende drie jaar in de onderneming te blijven. Die aanpassing moet in combinatie met de roadshow van de premier voor de ommekeer zorgen.

Tot dusver maakte alleen het internationale uitzendconcern Randstad bekend zijn corporate treasury center (lees: de interne bank van de groep) in januari 2006 van Nederland naar België te verplaatsen. “Als gevolg van de notionele interestaftrek zal onze fiscale druk in Nederland dit jaar met 2 % à 3 % dalen tot 15 % à 18 %,” aldus financieel directeur Robert-Jan van de Kraats. “Dat komt neer op een reële belastingbesparing van enkele miljoenen euro.”

Twee topmedewerkers verhuizen van Amsterdam naar Brussel. Ook de CFO zal meer tijd in België doorbrengen. Van de Kraats: “Het is dus geen fictieve constructie om belastingen te ontwijken, de verhuizing beantwoordt volledig aan de economische realiteit. Voortaan loopt de financiering van onze werkmaatschappijen wereldwijd via België. Dat zal het verkeer met de lokale vestigingen van de internationale banken gevoelig verhogen. Door uitzendkrachten ter beschikking te stellen, prefinancieren wij indirect onze klanten, die pas achteraf hun factuur betalen. Er rolt dus veel geld in onze groep ( n.v.d.r. – 583 miljoen euro werkkapitaal in 2004 volgens IFRS). Bovendien plannen we nog acquisities. Om deze overnames te betalen, zullen we een beroep doen op de interne groepsbank.”

Fiscale planning

Met een geconsolideerde omzet van 5764,2 miljoen euro en 12.260 medewerkers (jaarrapport 2004) behoort Randstad tot de Europese top van uitzendbureaus. In België is de groep met 23 % marktleider. Na de recente samenwerking met ASS in Leuven (ex-Voka) en Galilei in Brussel, heeft Randstad zijn positie nog versterkt in sociale diensten en outplacement. Van de Kraats: “Mede dankzij de economische onzekerheid groeien we sterk. In moeilijke tijden zijn bedrijven vlugger geneigd een beroep te doen op uitzendkrachten dan voltijdse medewerkers aan te werven. Zo steeg de totale omzet het derde kwartaal van 2005 met 15 % tot 1787,1 miljoen euro. In dezelfde periode nam de nettowinst zelfs met 48 % toe tot 74,5 miljoen euro. Met een groei van 25 % scoort vooral onze Duitse dochter goed. De liberalisering van deze markt levert ons geen windeieren op.”

Randstad volgt de internationale fiscaliteit op de voet. Telkens een regering een nieuwe maatregel aankondigt, buigen specialisten van de onderneming zich over de mogelijke gevolgen. Bij het Belgische voorstel van de notionele interestaftrek – een belastingvermindering van 3,4 % (of 3,9 % voor kmo’s) op het eigen vermogen – heeft het concern de hulp ingeroepen van zijn plaatselijke adviseur bij Van Geet Derick Accountants- en Belastingconsulenten (VGD) uit Dendermonde. Vennoot Chris Vandermeersche: “De voordelen van de notionele interestaftrek zijn groot. Het betreft een eenvoudige maatregel, die geen ingewikkelde constructies vergt. Bovendien trekken de financiële knowhow van de Belgen en Brussel als Europese hoofdstad de bedrijven over de streep.”

Hoewel Randstad nog een tijdje geniet van de Nederlandse financieringsregel voor holdings, dooft dit gunstregime langzaam uit. Volgens de Europese Commissie discrimineert deze maatregel, net zoals de Belgische coördinatiecentra, bepaalde bedrijven. Dat is ongeoorloofde staatssteun, ontoelaatbaar voor een eengemaakte markt. Als tegenzet laat de Nederlandse regering het tarief van de vennootschapsbelasting zakken naar 29 % en ze wil een gelijkaardig voordeel invoeren. Maar deze tegemoetkomingen lijken niet voldoende om het corporate treasury center van Randstad Holding in eigen land te houden. Van de Kraats: “Diverse landen bieden betere voorwaarden. Uit internationale vergelijking blijkt dat de notionele interestaftrek ons de meeste voordelen oplevert. Daar kan het Nederlandse alternatief van de rentebox, waarbij slechts het saldo van financieringen binnen de groep en opgenomen financiering van buiten de groep vanaf 2007 aan 10 % belast zouden worden, niet tegenop. Bovendien vergt de Belgische maatregel geen enkele herstructurering van onze vennootschapsstructuur.”

Na drie maanden studiewerk keurde de raad van bestuur in oktober 2005 de verhuizing van het corporate treasury center naar België goed. Vreest Randstad nu niet in de toekomst extra door de Nederlandse fiscus in het vizier gehouden te worden? Van de Kraats: “Neen, we hebben met iedereen altijd open kaart gespeeld. Zo polsten we op voorhand bij de diverse belastingdiensten – zowel in België als in Nederland – over de mogelijke gevolgen van een verhuizing.”

Knelpunten

Helaas is België niet bekend omwille van de grote rechtszekerheid op fiscaal vlak. “Klopt, maar het tij lijkt te keren,” meent Van de Kraats. “De paarse regering geeft blijk van ambitie en de gesprekken met de nieuwe rulingcommissie verlopen vlot. De wil in België is aanwezig om buitenlandse investeringen aan te trekken. Je voelt duidelijk dat daar een echt beleid achter zit. Meer en meer blijkt fiscaliteit uit te groeien tot een belangrijk element in de concurrentiestrijd tussen de staten.”

Toch waarschuwt Johan Van Overtveldt, directeur van VKW Metena, in het voorwoord van zijn jongste beleidsnota voor mogelijk misbruik van de notionele interestaftrek door oneigenlijke carrousels op te zetten: “Laten we, nu we echt een positieve maatregel kunnen koesteren, ons niet bezondigen aan een doodknuffeloperatie.”

Ondertussen dreigen de Franstalige socialisten extra verbodsbepalingen aan het fiscale voordeel te koppelen. Commentarieert Van de Kraats: “We hebben nog een stok achter de deur. Mocht de Belgische regering tegen alle beloftes in haar fiscale voordelen intrekken, kunnen we de interne groepsbank onmiddellijk verhuizen. Daarom doen we ook periodiek aan een fiscale vergelijking tussen de landen.”

Ook Chris Vandermeersche (VGD) is er gerust in: “De Belgische fiscus beschikt over genoeg wettelijke middelen – zoals de antirechtsmisbruikmaatregel – om excessen en cirkeltransacties in de kiem te smoren. Bovendien levert de rulingcommissie sinds vorig jaar zeer goed werk. Die moderne ambtenaren denken mee met de belastingplichtigen om samen tot een oplossing te komen.”

De maatregel zal de schatkist geld kosten. Volgens minister van Financiën Didier Reynders (MR) daalt het effectief belastingtarief naar gemiddeld 26 %. Hij schat het prijskaartje van de notionele interestaftrek op 600 miljoen euro. Zijn Nederlandse collega kwam zelfs op een bedrag van 3,3 miljard euro voor eigen land en begroef onmiddellijk het idee.

Er zit nog een adder onder het gras. Diverse Europese lidstaten onderwerpen buitenlandse inkomsten die van een voordelig gunstregime genieten, aan een extra heffing. Die CFC-wetgeving ( controlled foreign corporations) staat evenwel op de helling in de Europese Unie. Vandermeersche: “Volgens het principe van de fiscale soevereiniteit mag je geen dubbele belastingen over de grenzen heen invoeren. Daarom verwacht ik – conform het arrest Marks & Spencer – binnenkort een baanbrekende uitspraak van het Europese Hof van Justitie in deze zaak.”

Eric Pompen

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content