Daan Killemaes
Nota Di Rupo is te veel oplapwerk en te weinig renovatie
De nota van formateur Elio Di Rupo oogt spectaculair op papier, maar ontgoochelt in de realiteit. De tekst is tactisch briljant voor de eigen onderhandelingspositie, maar strategisch ontoereikend voor de toekomst van het land.
Di Rupo wil aan het Belgische huis veel oplappen en schaven. Een lik verf hier, nieuwe ramen daar, en de formateur wil zelfs enkele van zijn heiligdommen afbreken (werkloosheidsuitkeringen afbouwen! Ambtenarenpensioenen aanpakken!), wat het voor de tegenpartijen moeilijk maakt om de nota te torpederen. Maar de sterkte van de nota is ook de grote zwakte. Ons sociaaleconomisch model heeft geen oplapwerk nodig, het heeft een grondige renovatie nodig.
De formateur is bereid om offers te maken, maar met als doel om het bestaande grotendeels te beschermen. Dat staak haaks op de fundamentele eis langs deze kant van de taalgrens. Ook Vlaanderen wil offers brengen, maar dan om het bestaande radicaal om te gooien. De nota van Di Rupo gaat dus niet ver genoeg, vooral in de hoofdstukken begroting, werk en staatshervorming.
Zo heeft een duurzame sanering van de overheidsfinanciën slechts kans op slagen als vooral de uitgaven worden aangepakt. In het geval van België zou dat ook niet meer dan logisch zijn. De voorbije jaren stegen de overheidsuitgaven systematisch sneller dan het bbp. Daar ligt de bron van het structurele tekort, en de crisis heeft die structurele zwakheid van de begroting pijnlijk duidelijk gemaakt. Pakt Di Rupo dit probleem bij de wortel aan? Neen. Op papier vertrekt de formateur van het klassieke drieslagstelsel: een derde besparen, een derde hogere belastingen, en een derde ratjetoe van we-zien-wel-maatregelen (zoals de strijd tegen de fiscale fraude).
Die verdeling is dus al een verkeerd uitgangspunt. Bovendien zijn heel wat maatregelen eigenlijk vermomde belastingverhogingen of worden ze nogal gemakkelijk als besparing gecatalogeerd. Een paar voorbeelden. De vermindering van de groeinorm van 4,5 naar 2 procent in de gezondheidszorg wordt voorgesteld als een besparing. Terwijl een groei van 4,5 procent echt onbetaalbaar was, en terwijl de sector zelf al aangaf dat een volumegroei van 2 procent voldoende kan zijn. Het duurder maken van de dienstencheques wordt ook als besparing gezien, net als het afschaffen van een aantal maatregelen in de fiscale sfeer.
Positief is wel dat de welvaartsvastheid van de uitkeringen wordt afgebouwd, maar toch zit deze strop rond de begroting nog altijd te strak. En de nota wil het evenwicht in de sociale zekerheid waarborgen via dotaties uit de federale kas. Aan de transfers van noord naar zuid, de levensverzekering van de PS waarvoor Vlaanderen de premies stort, wordt dus nauwelijks geraakt.
Positief is dat arbeid ontzien wordt, al beseft zelfs de PS dat arbeidsinkomen echt niet nog meer kan belast worden in dit land.
Toch wordt er ook hier in de marge gerommeld. Dat dikke bedrijfswagens het kind van de rekening zijn, tot daar aan toe, maar ook de fiscaliteit van de tweede pensioenpijler, gefinancierd door afhoudingen op het loon, wordt minder vriendelijk voor de hardwerkende Belg. Het is dus duidelijk dat de totale fiscale druk nog verder zal stijgen, terwijl een daling een must is om de groei te genereren die de formateur bijna even vanzelfsprekend acht als de dagelijkse hemelse dauw.
De formateur spreekt in zijn nota over 250.000 jobs tegen 2015. Dat is een mooie doelstelling, en Di Rupo komt met een aantal mooie voorstellen. Opvallend is het degressief maken van de werkloosheidsuitkering. Beter is echter om die uitkeringen in de tijd te beperken. Het brugpensioen wordt ietsje strenger gemaakt, maar niet meer dan al is afgesproken via het Generatiepact. Het belastingvrije minimum wordt verhoogd om de spanning tussen uitkeringen en laagste nettolonen te verlagen, maar die 250 euro per jaar is een druppel op een hete plaat.
Di Rupo gaat zelfs totaal voorbij aan de kern van het probleem: te hoge loonkosten en een oplopende loonkostenhandicap met de handelspartners. “De regering zal het automatisch indexeringssysteem van de lonen en de uitkeringen bewaren, zowel om de binnenlandse vraag (de consumptie) te ondersteunen als om de koopkracht van de burgers veilig te stellen”, stelt de nota. In die ene zin worden alle inspanningen in deze 105 bladzijden tellende nota om meer werk te scheppen ongedaan gemaakt. Het klinkt paradoxaal, maar de afschaffing van de index biedt een betere bescherming van de koopkracht, in de vorm van meer jobs.
Tot slot de staatshervorming. Een succesvolle sanering van de overheidsfinanciën is alleen mogelijk als alle overheden beter op de centen letten. De overdracht van bevoegdheden en fiscale autonomie naar de regio’s lijkt in dit verband indrukwekkend, maar het gaat vooral om vestzakbroekzakoperaties die weinig verschil zullen maken. Het schoentje wringt vooral bij de dotatiefinanciering van de gemeenschappen en de sociale zekerheid, maar aan die geldstromen wordt niet geraakt. Dat gecamoufleerde conservatisme is symptomatisch voor de hele nota. Nice try, but no cigar, meneer Di Rupo.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier