Nog maar eens een renteverlaging
De jongste inflatiecijfers voor de eurozone brengen het spookbeeld van een Japans deflatiescenario dichterbij. Het is dus tijd voor beleggers om hogere rendementen op te zoeken.
Het was even schrikken toen Eurostat de jongste inflatiecijfers voor de eurozone bekendmaakte. In oktober is de inflatie teruggevallen tot 0,7 procent, tegenover nog 1,1 procent in september. De lagere energieprijzen spelen daarin een rol, maar ook de kerninflatie — die geen rekening houdt met energie, voeding, tabak en alcohol — is eveneens gezakt naar het erg lage peil van 0,8 procent. Daarmee gaat Europa met rasse schreden in de richting van een Japans deflatiescenario van dalende prijzen.
Zo’n scenario is dodelijk voor de economie: als de consumenten verwachten dat de prijzen blijven dalen, stellen ze belangrijke aankopen uit. Dat betekent minder omzet voor de bedrijven, en dus minder winst en economische groei. Japan zit al twintig jaar in het sukkelstraatje van een lage groei en deflatie. Zolang het land niet bereid is structureel te hervormen, zal dat niet veranderen. Zo is de Japanse arbeidsmarkt nog altijd zeer rigide. Veel sectoren zijn beschermd tegen de buitenlandse concurrentie, andere kampen met overcapaciteit. Ook Europa vertoont veel van die mankementen.
Lage rente
Hoewel deflatie ervoor zorgt dat de koopkracht op kapitaal behouden blijft — en de koopkracht zelfs toeneemt — betekent het ook dat het rendement ervan vrijwel nul procent bedraagt. Voor jonge beleggers betekent deflatie dat het moeilijker wordt een vermogen op te bouwen. Dat komt niet alleen door de nulrente, maar ook doordat deflatie leidt tot negatieve indexaanpassingen en dus de lonen aantast. Daarbovenop komt nog dat schulden zwaarder gaan wegen. De lonen zakken, maar de renteaflossingen op schulden blijven onveranderd.
Het vooruitzicht van een Japans doemscenario maakt dat de Europese Centrale Bank (ECB) er alles aan zal doen om deflatie te vermijden. De renteverlaging van 0,5 naar amper 0,25 procent is daarbij een eerste stap. Wellicht zal de ECB nog andere maatregelen nemen om liquiditeiten aan de banken te verschaffen. Anders dan de Verenigde Staten is Europa nog lang niet klaar voor een stijgende rente.
Historisch dieptepunt
De lage rente betekent dat obligaties met de beste kredietwaardigheid — overheidsobligaties en bedrijfsobligaties met een S& P-kredietrating van minstens BBB — geen voldoende rendement bieden voor hun risico. Highyieldobligaties — rating van BB+ of lager — blijven interessante alternatieven. Heel wat van die bedrijven hebben zich de voorbije jaren goedkoop geherfinancierd, en het faillissementspercentage zit op een dieptepunt. Bij highyieldobligaties is het belangrijk na te gaan waar de uitgevers hun cash verdienen. De bedrijven waarvan de afzetmarkten slecht presteren, zijn het kwetsbaarst voor een faillissement.
Dividenden
Naast highyieldobligaties zijn ook dividendaandelen interessant, maar daarvoor moeten de beleggers extra huiswerk doen. Ze mogen zich niet blindstaren op het dividendrendement. Veel belangrijker is de houdbaarheid van het dividend: kan de onderneming het dividend blijven betalen, of nog beter: kan ze het nog verhogen? Een ander aandachtpunt is de pay-outratio: hoe groter het deel van de nettowinst dat wordt uitgekeerd, hoe moeilijker het wordt dat vol te houden als de economische situatie verslechtert.
De pay-outratio is niet alleenzaligmakend, want ze is gebaseerd op manipuleerbare boekhoudkundige gegevens. De beste indicator zijn de kasstromen, die weergeven waar de cash vandaan komt en waaraan ze wordt gespendeerd. De operationele kasstroom, die wordt gegenereerd door de dagelijkse activiteiten, moet minstens de vervangingsinvesteringen, de schuldaflossingen, het dividend en idealiter ook de uitbreidingsinvesteringen dekken. Moet de onderneming lenen om het dividend te betalen, dan is het op lange termijn onhoudbaar.
MATHIAS NUTTIN
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier