Nog een jaar flipperkasten
Naar jaarlijkse traditie wikt en weegt een 70-tal redacteuren, columnisten en tekenaars van The Economist en van Trends wat u volgend jaar van deze complexe wereld mag verwachten. Het levert een puzzel van ongeveer evenveel stukken op die, toegegeven, niet altijd even gemakkelijk in elkaar te passen valt. Maar “ik weet dat ik niets weet”, wist de wijze Socrates al, en de extra les in nederigheid van de Grote Crisis heeft de wereld weer geleerd om te redeneren in scenario’s, in plaats van te goochelen met valse zekerheden. Volatiliteit blijft troef. Ook 2010 wordt een economische flipperkast.
Dat betekent natuurlijk niet dat we u de contouren van het spel niet kunnen schetsen, met richtingwijzers voor de valkuilen en de opportuniteiten, en met plausibele voorspellingen. Maar hoe het balletje uiteindelijk hotst en botst? De leeglopende kredietzeepbel baart nog (nare) verrassingen, terwijl de dynamiek in de groeilanden en de veerkracht van het Westen – ja, die is er nog – tegengas geven. De wereld kan daarbij alleen maar hopen dat de beleidsmakers de bal in het spel kunnen houden, want ze spelen met hun derde en laatste bal. De reddingsmiddelen raken uitgeput. Maken ze een grote fout, of springt de bal toch langs die frustrerende zijgangen uit het spel, dan is het game over. Alleen een diepe recessie kan dan de basis leggen voor een schone lei en een duurzaam herstel.
Er zijn de bekende onbekenden en de onbekende onbekenden, zou de Amerikaanse econoom Frank Knight zeggen. De eerste categorie onbekenden kunnen we meten, noemen we risico’s en kunnen we beheren. De tweede categorie kunnen we niet meten, noemen we onzekerheden en zijn heel moeilijk in goede banen te leiden. De onbekende onbekenden liggen ook in 2010 nog op de loer. Wat gebeurt er als de centrale banken hun bijzonder expansieve beleid terugdringen? Dit beleid was een experiment, het afbouwen van dat beleid is ook een experiment. Ook de schuldenlast die de rijke industrielanden zich collectief op de hals halen, is onbekend en het is vooral bang afwachten hoe lang de financiële markten het relancebeleid vlot willen financieren. Als de Griekse tragedie ‘De overheid gaat failliet’ ook bij de grotere westerse theaters op het programma komt, laat een stijgende langetermijnrente geen steen van het herstel staan.
We leven in een wereld die kampt met vette staarten, zo klinkt de stelling van Nassim Taleb, wereldberoemd geworden met zijn concept van zwarte zwanen (het is niet omdat we alleen witte zwanen zien, dat er geen zwarte bestaan). De kansverdeling zit niet minder dik rond het normale en de staartverdeling rond de extremen is vetter dan we denken. Let op, het hoeft niet altijd slecht af te lopen. Verrassingen zijn ook in positieve zin mogelijk en een verrassend krachtig herstel mag niet op voorhand uitgesloten worden. Weinig of geen verrassingen, dat zou de verrassing van 2010 zijn. Toch was en is het businessmodel van banken en van bedrijven, en zelfs van de overheden, nog altijd gebouwd op de veronderstelling dat de wereld vergaat van saaiheid. En dus zijn er veel te weinig buffers ingebouwd, waardoor het systeem onvoldoende schokbestendig is. Heel 2010 moet er nog werk gemaakt worden van het ophogen van de dijken, vooral in de banksector en de overheidsfinanciën. De kreukzone moet beter worden, maar in 2010 kwijnt dat besef weg tot we weer met onze neus op de feiten gedrukt worden.
De wereldeconomie bevindt zich een kritische staat, die op elk moment in elkaar kan storten, is de visie van de wetenschapper Mark Buchanan. Recessies en beurscrashes gedragen zich volgens dezelfde wetmatigheden als oorlogen, aardbevingen, stervende ecosystemen of bosbranden. Het gaat telkens om systemen in een kritische staat, waarbij interne spanningen en onevenwichten zich opstapelen tot ze een ontlading vinden en gecorrigeerd worden. Het is op voorhand niet te vertellen hoe hevig de uitbraak zal zijn, maar voor al deze systemen geldt: hoe intenser de crisis, hoe minder frequent ze voorkomt.
Hebben we in de wereldeconomie de grote klap gehad en zijn we veilig voor een tijd? Dat valt te betwijfelen, want er zit nog veel spanning in het systeem. De privateschuldenzeepbel bijvoorbeeld wordt ingeruild voor een publiekeschuldenzeepbel. De voorbije decennia hebben de beleidsmakers recessies ook veel te snel in de kiem gesmoord, zodat de spanningen zich nooit helemaal konden ontladen. Die openstaande factuur is in 2009 nog niet helemaal afgelost.
De grote akelige onbekende onbekende van 2010 is dus of de grote correctie er toch nog komt of dat de wereld de spanningen gespreid en op een gecontroleerde manier weet te draineren. Wees voorbereid. Dan hoeft u niet tilt te slaan als het zover is.
DE AUTEUR IS CHIEF ECONOMIST VAN TRENDS.
Daan Killemaes
De wereld kan alleen maar hopen dat de beleidsmakers de bal in het spel kunnen houden, want ze spelen met hun derde en laatste bal.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier