De Amerikaanse Brit Oliver Hart en de Fin Bengt Hölmström hebben de Prijs van de Zweedse Rijksbank voor Economie gewonnen, zeg maar de Nobelprijs voor Economie. Ze krijgen de erkenning voor hun bijdrage in de contracttheorie.
Het Nobelcomité maakte de winnaars maandagmiddag bekend. Hölmström en Hart wonnen de prijs voor ‘hun bijdrage aan de contracttheorie’. ‘Ontelbare contracten houden de moderne economieën samen. De nieuwe theoretische tools van Hart en Holmström zijn waardevol om ‘real life’ contracten en instituten alsook potentiële valstrikken bij het opstellen van een contract te begrijpen’, zegt de Koninklijke Zweedse Academie voor Wetenschappen.
Hölmström ontwikkelde in de jaren 70 voorwaarden voor een optimaal contract tussen twee instanties, waarbij de ene het werk van de andere niet kan observeren, maar wel iets ervan verwacht. Dat model helpt bijvoorbeeld aandeelhouders van een bedrijf om in een contract voor een nieuwe CEO risico’s perfect af te wegen tegenover voordelen.
Harts bijdragen situeren zich in het midden van de jaren tachtig. Hij boog zich over het probleem van de onvolledige contracten. Een contract kan namelijk nooit volledig sluitend zijn voor alle mogelijke omstandigheden. In een situatie die niet gedekt wordt door het contract, is het belangrijk welke partij uiteindelijk mag beslissen.
Officieel geldt de bekroning voor Economie niet als een Nobelprijs. De prijs gaat dus niet terug tot het testament van dynamietbedenker Alfred Nobel, maar werd door de Zweedse centrale bank voor het eerst toegekend in 1969. Vandaar de officiële naam: ‘Prijs van de Zweedse Rijksbank voor economische wetenschappen ter nagedachtenis van Alfred Nobel’. Hart en Holmström volgen op de erelijst de Brits-Amerikaanse econoom Angus Deaton op.
Vorige week werden al vier Nobelprijzen uitgereikt. Donderdag maakt het Nobelcomité de zesde en laatste winnaar bekend, die van de Nobelprijs voor Literatuur .
De winnaars van 2016 tot nu toe
- Geneeskunde: Yoshinori Osumi, voor zijn ontdekking van autofagiemechanismen
- Natuurkunde: David Thouless, Duncan Haldane and Michael Kosterlitz, voor theoretische ontdekkingen van topologische fasetransities and topologische fases van materie
- Scheikunde: Jean-Pierre Sauvage, Sir Fraser Stoddart en Bernard Feringa, voor de ontwikkeling van nanomotoren
- Vrede: Juan Manuel Santos, president van Colombia, voor zijn rol in het (verworpen) vredesakkoord in zijn land
- Economie: Oliver Hart en Bengt Hölmström, voor hun bijdragen in contracttheorie
(BELGA/JVL)
