Nieuwe strijd tussen telecomoperatoren
De keuze van Belgacom voor VDSL zou opnieuw consequenties hebben voor de verhouding met de alternatieve operatoren.
B elgacom wil meer glasvezel in zijn netwerk, om klaar te staan voor nieuwe diensten, die via Very high rate Digital Subscriber Line (VDSL) zouden worden geleverd.
VDSL is het tafeltje-dek-je van de nationale operatoren, omdat het voldoende capaciteit biedt voor interactieve digitale televisie of video op aanvraag, en toch de oude telefoondraden blijft gebruiken, waardoor de investeringen beheersbaar blijven. Tot nog toe genieten vooral Koreanen ervan, maar op 4 juni lanceerde ook de Zweedse nieuwkomer Bostream een 26 megabit-per-seconde VDSL-dienst, voor 43,8 euro per maand. KT Corp, de Koreaanse Belgacom, had eind maart 508.299 VDSL-abonnees (een winst van 28,3 % in één maand tijd), op een totaal van 5,25 miljoen internetgebruikers. Er worden nu al snelheden aangeboden van 50 megabit per seconde richting gebruiker en 10 megabit per seconde in de terugweg. De Koreaanse digitale content-industrie profiteert van de mogelijkheden. Belgacom biedt vandaag typisch 3 megabit per seconde naar de abonnee en 128 of 192 kilobit per seconde in de terugweg.
Zoeken naar standaard
De standaard voor VDSL ligt nog niet echt vast. Vorige week raakte bekend dat IkanosCommunications en STMicroelectronics op de zogenaamde ‘VDSL Olympics’ hun rivalen Infineon en Metalink hebben afgedroogd. De winnaar is een modulatietechniek die ook al voor ADSL wordt gebruikt. De verliezer is de momenteel in Korea gebruikte ‘QAM’-technologie. Er is weinig twijfel dat de standaardisatieorganisaties de resultaten van de ‘Olympics’ zullen volgen. Dat opent de weg voor (nog meer) massaproductie.
Belgacom kan momenteel klanten tot op vijf kilometer of meer aansluiten via ADSL. De hogere snelheden van VDSL kunnen maar relatief korte afstanden overbruggen. Volgens Benelux-commercieel verantwoordelijke MarcOmwal van de vastenetwerkdivisie van Alcatel gaat het om ongeveer anderhalve kilometer tegen 20 megabit per seconde. Om een groot percentage van de Belgen op VDSL-diensten te kunnen aansluiten, zal Belgacom zijn toegangspunten dus dichter bij de gebruiker moeten installeren. Meteen gaat het aantal toegangspunten dus fors hoger.
Belgacom heeft al meer dan een jaar geleden de gevolgen aangekaart bij de toezichthouder, het Belgisch Instituut voor Post en Telecommunicatie (BIPT). Het vooruitschuiven van de toegangspunten naar ‘lokale distributiecentra’ of zelfs naar de kabelverdelers (de kasten in de straat) zou namelijk storingen kunnen veroorzaken als er tegelijk lijnen zouden blijven bestaan – in casu van de alternatieve operatoren – die wél nog rechtstreeks naar de lokale centrales lopen. Belgacom zou dus willen dat de alternatieve operatoren mee vooruitschuiven naar de klant.
Dat zou er echter toe leiden dat de alternatieve operatoren, die ontbundelde lijnen hebben of zich hebben ingesteld op de mogelijkheid om capaciteit op het netwerk van Belgacom af te huren, (een deel van) hun investeringen verloren zien gaan.
Ook de vraag of de VDSL-formules door het toezichthoudende BIPT gereguleerd zullen worden, is nog hangende.
Administrateur-generaal Eric Van Heesvelde schrijft dat het BIPT de vragen bestudeert “in het kader van de offertes die Belgacom aan de markt moet doen, onder toezicht van het BIPT”.
Marc Omwal van Alcatel, dat vorig jaar zijn goeddeels Belgische xDSL-chipontwerpafdeling aan ST Microelectronics verkocht, verwacht dat de fabrikanten van DSL-toegangspunten zullen uitkomen met een ‘multitechnologie’-kaart, die automatisch zowel ADSL, SDSL als VDSL aankan. Verschillende technologieën zouden zo naast elkaar kunnen leven.
Volgens de Financieel-Economische Tijd zou binnen 3,5 jaar 46 % van de Belgische bevolking op VDSL aansluitbaar moeten zijn na een investering van 329 miljoen euro. Belgacom-woordvoerder Piet Van Speybroeck wou die cijfers niet bevestigen. Evenmin wou hij kwijt hoeveel abonnees vandaag binnen anderhalve kilometer afstand van de meer dan 600 lokale toegangspunten van Belgacom liggen en dus theoretisch nu al aansluitbaar zijn.
De Belgacom-groep, Mobile inbegrepen, investeerde vorig jaar 401 miljoen euro (604 miljoen in 2001) in ‘netwerken en installaties’.
Een bijdehandse handelaar in oude metalen heeft bij het nieuws over de investeringen in glasvezel al belangstelling getoond voor de uitgerukte koperdraad. Volgens Piet Van Speybroeck is dat echter even voorbarig als zeggen dat de raad van bestuur definitief voor VDSL heeft gekozen. “ADSL heeft een zeer lange houdbaarheidsdatum,” laat hij weten.
Telenet zette dinsdag op een perstrip, na het in druk gaan, zijn eigen mogelijkheden voor hogere snelheden in de verf.
Bruno Leijnse
Om een groot percentage van de Belgen op VDSL-diensten te kunnen aansluiten, zal Belgacom zijn toegangspunten dichter bij de gebruiker moeten installeren.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier