Nieuwe postwet oogst kritiek
In het parlement ligt een wetsontwerp op tafel voor de versoepeling van de postwet. Zoals het er nu naar uitziet, dreigt de komende jaren weinig te veranderen.
Nadat Europa in april ons land voor de tweede keer op de vingers had getikt over de postwet, keurde de ministerraad deze zomer een hervorming goed. Het wetsontwerp is sinds 24 oktober in behandeling in het parlement. Deze week staat de bespreking per artikel op de agenda, al lijkt er weinig animo om met amendementen nog accenten te verleggen.
Nochtans is niet iedereen blij met de nieuwe postwet. Zo zou de brievenbus het monopolie van bpost blijven. Dat is een barrière voor het aanbieden van publicitaire campagnes via diverse kanalen, vindt Geert Schoenmakers, de CEO van BD myShopi. “Het is opvallend dat een centrumrechtse regering kiest voor een protectionistische koers”, oordeelt hij.
In theorie is de postmarkt al sinds 2011 geliberaliseerd. In de praktijk is daarvan weinig in huis gekomen. Enkel TBC Post heeft zich op de markt gewaagd, maar het kon enkel in de zakelijke markt een bescheiden marktaandeel opbouwen.
De oorzaak is de restrictieve postwet die geldt sinds 2010 en die de voorwaarden bepaalt waaraan een bedrijf moet voldoen om een postlicentie te krijgen. Zo moet het minstens twee dagen per week op het hele grondgebied post bedelen tegen hetzelfde tarief als bpost en mag het niet met zelfstandige postbodes werken. Bovendien is bpost tot eind 2018 bij wet aangewezen om de ‘universele dienstverlening’ te verzorgen. Wat onder die noemer valt, is ruim gedefinieerd, vinden de critici.
Gedeeltelijke versoepeling
De herziene postwet versoepelt de frequentieverplichting en de vereiste geografische dekking, maar het verbod op zelfstandige postbodes blijft, net als de ruime definitie van de universele dienstverlening. Bpost wordt bovendien voor de komende vijf jaar opnieuw zonder openbare aanbesteding aangewezen als leverancier van die universele diensten.
“Bpost krijgt daar nu geen aparte vergoeding voor”, zegt Peter Dedecker (N-VA), lid van de parlementscommissie. “Met de huidige tarieven en volumes lukt dat. De vraag is wat er moet gebeuren wanneer die volumes verder dalen. De vaste kosten blijven gelijk. Een openbare aanbesteding zou een optie zijn. We kiezen voor een ander denkspoor: als de vraag dermate klein wordt, kun je ook de frequentie van de universele dienst verlagen van vijf naar bijvoorbeeld vier dagen per week. Zo wordt de belastingbetaler beschermd.”
Bpost is in elk geval tevreden. “De nieuwe regelgeving behoudt eerlijke sociale voorwaarden in een concurrentiële sector”, zegt woordvoerster Barbara Van Speybroeck. “Bovendien blijft een kwaliteitsvolle universele dienstverlening gegarandeerd zonder tussenkomst van de belastingbetaler.”
Roeland Byl
“De nieuwe regelgeving behoudt eerlijke sociale voorwaarden in een concurrentiële sector” – BARBARA VAN SPEYBROECK, BPOST
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier