Nieuwe media bedreigen tv-zenders

Sjoukje Smedts  medewerker van Trends

De strijd om VT4 en VIJFtv is losgebarsten. Maar bieden televisiezenders nog wel voldoende toekomstperspectief voor geïnteresseerde partijen? De nieuwe media maken dat producenten de nieuwe concurrenten van de televisiezenders zijn.

Woestijnvis, RTL Group, Sanoma, Concentra en de Amerikaanse durfkapitalist Hellman & Friedman. Allen zouden ze hun liefdesbrieven hebben gericht aan ProSiebenSat.1 om een deel van de mediagroep SBS in handen te krijgen. Alleen al voor het Vlaamse VT4 en VIJFtv hoopt de Duitse groep 100 tot 150 miljoen euro te krijgen.

De aandeelhouders van ProSiebenSat.1 zullen het niet graag horen, maar volgens de nieuwemediaspecialist Jo Caudron zouden de SBS-zenders, zoals VT4 en VIJFtv in Vlaanderen, beter gewoon uit de markt verdwijnen. “Dan kunnen de overblijvende spelers zich volledig concentreren op hun strategie om de marktverschuivingen de baas te kunnen”, argumenteert hij. Zijn uitdoofscenario voor de SBS-zenders lijkt weinig waarschijnlijk, maar dat televisiezenders zich vragen moeten stellen over hun machtspositie, is duidelijk.

Consumenten worden steeds ongeduldiger en daar kunnen internationale tv-producenten mooi van profiteren. Door de snel innoverende nieuwe media wordt het voor hen steeds gemakkelijker en aanlokkelijker om consumenten rechtstreeks hun favoriete reeks tegen betaling aan te bieden, nog voor televisiezenders ze kunnen uitzenden. Als ze er überhaupt nog baat in zien om te televisiezenders als doorgeefluik te gebruiken natuurlijk. “Omdat het nu nog illegaal is, zoekt slechts een marginaal aantal kijkers hun reeks op het internet. Zodra Apple of een ander bedrijf er een legale toepassing voor op de markt brengt, verandert dat”, voorspelt Caudron. “Televisiezenders kunnen dan nog wel blijven bestaan, maar ze zullen niet meer gemakkelijk van topreeksen kunnen leven. Misschien staan de SBS-zenders wel om die reden in de etalage. ProSiebenSat.1 ziet de erosie op het model en beseft waarschijnlijk dat de zenders binnen vijf jaar veel minder waard zijn.”

Sociaal dier

De Vlaming is, gelukkig voor de televisiezenders, een honkvast dier. Programma’s van eigen bodem worden altijd erg gesmaakt. Toch zou het lanceren van lokale producties het verlies van de internationale reeksen niet kunnen opvangen. Een eigen productie op poten zetten, is namelijk veel duurder. “2BE uitsluitend vullen met lokale inhoud is onmogelijk”, bevestigt Peter Quaghebeur, directeur-generaal van VMMa. “Op lange termijn loopt 2BE dus een mogelijk risico. Op korte termijn blijven televisiezenders erg belangrijk , zeker nu er dankzij de mogelijkheid om uitgesteld te kijken steeds meer televisiekijkers zijn. Ook voor de internationale producenten blijven we een belangrijke partner. De dvd-verkoop van de tv-reeks House was in ons land bijvoorbeeld nooit een succes geworden als de serie niet op 2BE was vertoond. Kijk naar Mad Men. Die serie loopt op het digitale kanaal Acht en spreekt daardoor meer een nichepubliek aan.”

Quaghebeur vindt een medestander in Patrick Tillieux. De voormalige operationeel directeur van ProSiebenSat.1 acht televisie nog steeds als het enige medium dat tegelijkertijd gemakkelijk een enorme massa kan bereiken. Vooral het woord ‘tegelijkertijd’ is volgens Steven Van Belleghem van InSites consulting belangrijk in de definitie van een televisiezender. “Nieuws zullen mensen inderdaad steeds vaker item per item bekijken. Over entertainment willen kijkers de volgende dag op kantoor kunnen praten. Daarvoor moeten ze wel op hetzelfde moment naar hetzelfde programma kunnen kijken. Ook actualiteit zal mensen naar de televisie blijven lokken. Neem het voorbeeld van het VRT-programma Basta. Dat zou nooit zo’n impact hebben als het alleen via internet te koop was. Vlaanderen is bovendien geen grote markt. Dan is het logisch dat lokale producenten en televisiezenders wachten tot er voldoende kritische massa is om nieuwe kanalen te gebruiken voor de verdeling van hun programma’s.”

Scharnierjaar

Er zijn dus nog redenen te vinden om de aankoop van een televisiezender te verantwoorden. “De eigenaars van de kanalen moeten nu wel het heft in handen nemen, want 2011 wordt een scharnierjaar”, reageert Bart Becks, die onder andere senior vice-president new media van SBS was en sinds begin deze week voorzitter is van het IBBT. “De zenders hebben nu de middelen om de producenten duidelijk te maken dat zij nodig blijven om series te promoten.” Becks ziet net als Caudron daarom heil in een nauwere samenwerking tussen de lokale televisiekanalen en de lokale distributeurs als Telenet en Belgacom. Ook Tillieux is daar een groot voorstander van. “Met zo’n groter platform kunnen de omroepen zich concentreren op het verbeteren van hun zijproducten, zoals interactiviteit”, aldus Tillieux.

“Er moet inderdaad een groot blok komen van zenders en distributeurs om zelf applicaties te kunnen aanbieden en zo Apple en andere het hoofd te bieden”, vult Caudron aan. “Of het nu op Europees, Belgisch of desnoods Vlaams niveau is. Binnen dat platform moet de concurrentie blijven bestaan, maar er kunnen dan wel gezamenlijk rechten worden aangekocht.” Dat laatste is voor Quaghebeur toch een stap te ver. “Om een aankooporganisatie op te richten, zijn de belangen van de omroepen toch te verschillend. Het zou bovendien in strijd zijn met de mededingingsregels”, merkt hij op. Samen met andere zenders de belangen verdedigen en zoeken naar innovaties, ziet hij wel zitten. “En dan liefst met de distributeurs.” Nochtans zijn de relaties tussen de distributeurs en de televisiezenders niet altijd even vriendschappelijk. Vorig jaar nog zonden de zenders de distributeurs een brief waarin ze hun ongenoegen uitten over de manier waarop het uitgesteld kijken wordt aangeboden.

“In een partnerschap zijn er altijd goede en slechte tijden”, relativeert Herbert Vanhove, senior vice-president product manager van Telenet. “Wij bekijken nu net als de zenders hoe de omzetstroom zal evolueren. Wij bieden consumenten bijvoorbeeld een meerwaarde door hen de kans te geven niet alleen thuis, maar ook op hun iPad of iPhone televisie te kijken. In de toekomst bieden we dat mogelijk ook nog aan op andere platformen. Zo kunnen de zenders een groter publiek bereiken. De producenten krijgen dus nog altijd een meerwaarde als ze met ons samenwerken.”

SJOUKJE SMEDTS

” Er moet een groot blok komen van zenders en distributeurs om zelf applicaties te kunnen aanbieden en zo Apple en andere het hoofd te bieden” Jo Caudron

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content