Nieuw schooljaar: ‘Absolute focus’ op Nederlands en wiskunde
Het onderwijsveld buigt zich komend schooljaar over de nieuwe minimumdoelen voor de eerste graad secundair onderwijs en het basisonderwijs. Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) wil “een absolute focus” op het Nederlands en wiskunde. Voor het eerst komen er ook minimumdoelen voor Nederlands voor kinderen in de kleuterklas.
In eerste instantie wordt gestart met de minimumdoelen voor de eerste graad secundair en dan volgen die voor het basisonderwijs. De ontwikkelcommissies starten in september. Het onderwijsveld zal voortwerken op de consensus die is gevonden bij de uitwerking van de minimumdoelen voor de tweede en derde graad secundair onderwijs. Het klinkt unisono dat er een goede manier is gevonden om samen te werken.
Vanaf september 2024 worden de nieuwe minimumdoelen voor de eerste graad secundair uitgerold, vanaf september 2025 de nieuwe minimumdoelen voor het kleuter- en het lager onderwijs. De minister erkent dat het een huzarenstukje wordt. “De huidige eindtermen dateren nog van 1997. De oefening is bijna dertig jaar blijven liggen.”
Essentie
Voor Weyts is het prioritair dat er gefocust wordt op de essentie, namelijk Nederlands en wiskunde. Zo moet de helft van de lestijd naar die basisvakken gaan. De onderwijsverstrekkers wijzen erop dat dat geen probleem zal vormen aangezien dat nu in de praktijk al het geval is.
Nog belooft de minister dat de minimumdoelen “sober, helder en ambitieus” zullen zijn, zodat ze allemaal letterlijk opgenomen kunnen worden in de leerplannen van de onderwijsverstrekkers.
De Onderwijsvereniging van Steden en Gemeenten (OVSG) pleit ervoor om geen drempels in te bouwen in de minimumdoelen en bijvoorbeeld vast te leggen wat leerlingen per leerjaar moeten kennen en kunnen.
Vrijheid van onderwijs
Bij Katholiek Onderwijs Vlaanderen blijft dan weer de nadruk op de grondwettelijke vrijheid van onderwijs liggen. “De maatschappelijke verwachtingen van het minimum mogen heel duidelijk klinken. Tegelijk moet er voldoende ruimte zijn zodat scholen en leraren er vanuit hun eigen professionaliteit hun ding mee kunnen doen en de lat hoger kunnen leggen voor de leerlingen waar dat kan”, zegt directeur-generaal Lieven Boeve. “De minimumdoelen mogen daarom nooit zo omvangrijk zijn dat ze de volledige onderwijstijd innemen en dat betekent ook dat de minimumdoelen pedagogisch en didactisch niet sturend mogen zijn.”
Het gemeenschapsonderwijs GO! verwijst naar de zestien sleutelcompetenties die als basis dienden voor de minimumdoelen in de tweede en derde graad secundair onderwijs.
Ook gedelegeerd bestuurder Koen Pelleriaux wil een duidelijke focus op Nederlands en wiskunde. Daarnaast vindt hij het belangrijk dat de minimumdoelen voor het basisonderwijs aansluiten op het curriculum van de eerste graad van het secundair onderwijs.
Minimumdoelen voor kleuters
De onderwijsverstrekkers zijn wat terughoudender over het idee van minimumdoelen voor kleuters. “De ontwikkelingspsychologie van kinderen van die leeftijd is niet eenvoudig. Ze evolueren niet lineair en het ene kind maakt vroeger een sprong dan het andere kind”, legt Pelleriaux uit. “Als je een harde cesuur legt op het einde van een schooljaar van de derde kleuterklas is dat een probleem want nog niet elk kind zal dezelfde sprong gemaakt hebben. We moeten ermee rekening houden dat de evolutie van kinderen op dat moment nog heel variabel is.”
OVSG vraagt tot slot om de timing van de ontwikkeling van de mimimumdoelen vooruit te schuiven. Het is een krappe timing maar OVSG zou het resultaat nog graag decretaal verankerd zien voor het einde van de legislatuur. (Belga)