Nieuw: een Mercedes voor gewone mensen
DaimlerChrysler ontdekte dat Audi en BMW veel populairder op de tweedehandsmarkt zijn dan Mercedes. Zaterdag, 6 juli, opent het Belgische hoofdkwartier van de Nearly New Car Centers zijn deuren.
Er heerst een koortsachtige drukte aan de Groenendaallaan in Antwerpen. Wat nu nog een gigantische bouwwerf lijkt, moet binnen enkele dagen het Belgische hoofdkwartier worden van de Nearly New Car Centers ( NNCC) van de auto-importeur DaimlerChrysler. Het drie verdiepingen tellende gebouw – 5000 vierkante meter per etage – zal plaats bieden aan zo’n 200 tweedehandse wagens uit de fusiegroep.
De NNCC’s verkopen auto’s die terugkeren van verhuurders, dienstwagens van DaimlerChrysler-personeel en geleasde auto’s. Negen op tien voertuigen zijn van het merk Mercedes, maar ook Chrysler, Jeep en Smart gaan hier van de hand. Het hoofdkwartier gaat commercieel van start op 6 juli. Wanneer de technische staf begin 2003 erbij komt, zal de vestiging een veertigtal mensen tellen.
Overwicht van Audi en BMW
“We willen greep krijgen op de tweedehandsmarkt,” zegt Pierre Belpaire. Hij is directeur fleet, corporate sales en NNCC bij DaimlerChrysler. “In 1997 stelden we vast dat het aandeel van onze belangrijkste concurrenten, Audi en BMW, in de fleetmarkt respectievelijk driemaal en tweemaal zo groot lag als van Mercedes-Benz. Ondanks ons marktleiderschap in absolute verkoopcijfers. Er was dus een enorm groeipotentieel voor Mercedes in die business. Maar vooral onze prijszetting was voor verbetering vatbaar,” meent Belpaire.
Dus werd voor België en Luxemburg het 2×2 Concept uitgedokterd: bij een regulier leasecontract voor vier jaar het voertuig na twee jaar vervangen. “Op die manier creëer je jonge tweedehandse wagens, waarvan de restwaarde aanmerkelijk hoger ligt. En de klant rijdt zo steeds met nieuwe modellen. Ook de levensloop van de wagen kan je perfect opvolgen. Niet onbelangrijk voor een markt die bekend staat om zijn gesjoemel. Hier koop je tweedehands mét het kwaliteitslabel van de constructeur.”
Dat die aanpak zijn vruchten afwerpt, blijkt uit de cijfers. Het aantal verkochte wagens bedroeg in 1999 nog een goede 1000, en was tegen 2001 gestegen tot 3293 stuks. “Dit jaar moeten we de kaap van de 4000 ronden,” meent Laurent Dendal, die de Antwerpse vestiging straks gaat leiden. Na Woluwe en Antwerpen moet er begin volgend jaar nog een NNCC openen in Gent. “Als ook dat operationeel is, moeten we 5000 wagens per jaar halen,” denkt Belpaire. “Dat cijfer ligt hoger dan wat sommige constructeurs nu aan nieuwe wagens verkopen.”
De tweedehandsmarkt is in ons land goed voor jaarlijks zo’n 650.000 voertuigen, gokt Dendal. “Ongeveer 35.000 daarvan zijn Mercedessen, terwijl we jaarlijks zowat 22.000 nieuwe voertuigen verkopen.”
“We gaan niet braderen”
Het woord is gevallen: nieuwe wagens. Knabbelt de ene markt niet aan de andere? “Neen,” meent Pierre Belpaire. “Een NNCC is de poort naar een nieuw publiek. We willen de drempel verlagen om mensen binnen te halen, maar we gaan niet braderen. We willen de potentiële klant overtuigen dat een kwaliteitswagen als Mercedes ook binnen zijn budget ligt.” Volgens Claude Willaert, die NNCC-Woluwe onder zijn hoede heeft, zijn de NNCC’s een ondersteuning voor de officiële dealers. “We merken dat mensen een dealer in de regio willen, daarom is de geografische spreiding van onze centers belangrijk. Maar omdat een reguliere dealer tweedehandse wagens niet als een kernactiviteit beschouwt, is de drempel voor sommigen iets te hoog.” Met een bar en een speelhoek voor de kinderen in het NNCC komt dat met die drempel wel goed.
Lieven Desmet [{ssquf}]
“We willen de drempel verlagen om mensen binnen te halen, maar we gaan niet braderen.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier