“NIET RAKEN AAN DE INDEX”
Volgens Michael Dicks, Europees hoofdeconoom van de investeringsbank Lehman Brothers, zou de Belgische overheid de werkloosheidscijfers drastisch kunnen inperken. Op voorwaarde tenminste dat ze daar de nodige politieke moed voor heeft. We trokken met Dicks’ conclusies naar minister van Werkgelegenheid Laurette Onkelinx (PS).
TRENDS. De reële werkloosheid in België trof eind vorig jaar 14,6% van de beroepsbevolking. Het ziet ernaar uit dat dit cijfer nog zal stijgen. Kan de regering dan van een succesvol tewerkstellingsbeleid gewagen?
LAURETTE ONKELINX (MINISTER VAN WERKGELEGENHEID). “Voor de hele legislatuur kunnen we tamelijk positieve resultaten voorleggen. Cijfers van het Nationaal Instituut voor de Statistiek tonen aan dat sinds 1999 zo’n 130.000 nieuwe banen werden gecreëerd. Maar tegelijk nam de actieve beroepsbevolking sterk toe, zodat het effect van de jobcreatie in de werkloosheidsstatistieken minder zichtbaar wordt.”
“Na een eerste periode met een uitzonderlijke economische groei kenden we een groeivertraging. Daarom hebben we nu een hele reeks maatregelen genomen, denk maar aan de versterking van het Activa– en het Voordeelbanenplan. Die maatregelen beginnen stilaan hun vruchten af te werpen.”
De daling van de reële werkloosheid tijdens de hoogconjunctuur (1996-2000) was mooi maar beperkt. Bewijst dat niet dat België dringend behoefte heeft aan structurele ingrepen op de arbeidsmarkt?
ONKELINX. “Onze arbeidsmarkt wordt gekenmerkt door een aantal historische en culturele problemen. Die los je niet zomaar op, ook niet tijdens een economisch gunstige periode. Ik denk aan de ondervertegenwoordiging van vijftigplussers op de arbeidsmarkt. Of aan het probleem dat zoveel vacatures openstaan terwijl er tegelijk heel wat werklozen zijn. De werkgevers verlangen bepaalde vaardigheden die de werklozen vandaag niet kunnen inwilligen. Die mismatch vormt een belangrijk probleem. Er moeten inspanningen worden geleverd op het gebied van opleiding, zowel voor de werkenden als voor de werkzoekenden.”
De belastingdruk is een belangrijke determinant van tewerkstellingscreatie. Heeft de regering geen fundamentele vergissing begaan toen ze besloot om de geplande verlaging van de sociale lasten niet door te voeren?
ONKELINX. “Er zijn al heel wat studies uitgevoerd over het tewerkstellingsbevorderende effect van onze eerste lastenverlaging. De meningen waren verdeeld. Is de toename van het aantal jobs inderdaad het gevolg van de lastenverlaging? Het zou ook kunnen dat het merendeel is opgeslorpt door hogere lonen voor het personeel dat al in dienst was.”
“In het regeerakkoord stonden enkele voorwaarden waaraan moest worden voldaan om een nieuwe verlaging toe te kennen. Het tewerkstellingsbevorderende effect was er één van. Bovendien moesten de werkgevers voldoende inspanningen leveren op het gebied van opleiding en moesten er ook voldoende budgettaire middelen voorhanden zijn. Aan die laatste voorwaarde werd zeker niet voldaan. Een nieuwe verlaging was dus niet mogelijk.
“Een belangrijke administratieve vereenvoudiging zorgt echter ook voor kostenbesparingen. Sinds de jaren tachtig werd een hele reeks maatregelen ontwikkeld die de tewerkstellingspolitiek moest ondersteunen. De opstapeling van al die plannen heeft geleid tot een enorme complexiteit. Vele werkgevers zien door de bomen het bos niet meer. Bovendien blijft van de beschikbare middelen voor lastenverlagingen een deel onbenut. Daarom werken we aan een vereenvoudiging van het systeem.”
België is het enige land met een indexeringsmechanisme. Wordt het geen tijd om het af te schaffen?
ONKELINX. “De automatische indexering is een essentiële factor van de sociale cohesie. Ik ben dan ook tegen de afschaffing ervan.”
Volgens Michael Dicks zou de Belgische overheid de werkloosheidscijfers drastisch kunnen inperken als ze een aantal eenvoudige maatregelen doorvoert die weliswaar moed vergen. Hoe staat u tegenover het verbeteren van het actief arbeidsmarktbeleid?
ONKELINX. “Een actief beleid is inderdaad noodzakelijk. Denk maar aan het activeringsbeleid voor personen die leven van een sociale uitkering. En om werknemers te sensibiliseren voor werk moet de kwaliteit van de arbeid worden verbeterd. Daarom hebben we bijvoorbeeld het tijdskrediet ingevoerd – dat privé- en beroepsleven meer moet verzoenen – en werd de wet ter bestrijding van pesterijen en geweld op het werk goedgekeurd.”
Volgens Dicks zou u er goed aan doen de vakbondsmacht te beperken.
ONKELINX. “Niet akkoord. De vakbonden zijn een belangrijke gesprekspartner. De sociale vrede in België is een belangrijke voorwaarde voor economische expansie.”
Misschien moet u dan wel de loonwig verkleinen.
ONKELINX. “We hebben al een aantal stappen gezet om het verschil tussen bruto- en nettolonen terug te dringen. Ik denk aan de belastinghervorming waarbij ook het netto-inkomen van de lage lonen, dankzij het belastingkrediet, is gestegen.”
Volgens Dicks zou het evenmin kwaad kunnen om de spanning tussen de werkloosheidsvergoedingen en de laagste nettolonen te verminderen.
ONKELINX. “We hebben de laagste lonen al verhoogd om de werkloosheidsval te vermijden. Ik ben echter geen voorstander van het verlagen van de werkloosheidsuitkeringen. Vergeet niet dat het vooral de werklozen zijn die hebben ingeleverd: de werkloosheidsuitkering bedroeg in 1980 gemiddeld 42% van het loon. In 2000 was dit gedaald tot 28% van het gemiddelde loon. Een verdere afzwakking zou maatschappelijk onverantwoord zijn.”
U kunt ook de duurtijd van de werkloosheidsvergoedingen inkrimpen.
ONKELINX. “Ook dat lijkt me geen goede oplossing. Ons systeem, dat aan veel mensen een relatief lage uitkering toekent, zorgt ervoor dat onze armoedegraad lager is dan in landen waar de uitkering in de tijd beperkt is. Dat neemt uiteraard niet weg dat de misbruiken in de werkloosheidssector moeten worden bestraft.”
Waarom, ten slotte, zou u de ontslagvergoedingen niet verminderen?
ONKELINX. “Absoluut niet. Arbeid is geen goed dat je zomaar weggooit wanneer je denkt dat het niet langer voordelig is. Werkgevers hebben een verantwoordelijkheid wanneer zij hun werknemer ontslaan. Om die reden heb ik geijverd voor een systeem van outplacement bij de 45-plussers.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier