Niet plooien, Michel
De druk van de vakbonden en de oppositie op de regering-Michel is groot, maar de centrumrechtse regering houdt het beste het hoofd koel en het been stijf. Een ruime meerderheid beseft dat het niet anders kan, een kleine minderheid slaat wild om zich heen. De regering maakt daarom een grote fout door terug te komen op maatregelen, zoals de afbouw van het brugpensioen. Neem nu de moeilijke beslissingen, leg tot in den treure uit waarom, houd de deur dicht, zit de storm uit, en oogst over enkele jaren de vruchten van het harde labeur. Tobben, twijfelen en toegeven zet de deur open voor eindeloos gepalaver, getreuzel en gegrom. Stick to the plan, of van de grote ambities blijft straks nog een lege schelp over. Plooi niet, Michel & co, want nog meer van hetzelfde is nodig om het land weer op de rails te krijgen.
Mochten we tijden van hoogconjunctuur beleven, dan had de regering de luxe om de scherpste kantjes van de maatregelen af te vijlen. De realiteit is dat in de bestaande Belgische sociaal-economische architectuur een periode van hoogconjunctuur bijna uitgesloten is. Mocht de staatsschuld rond een comfortabele 60 procent van het bbp schommelen, dan zou de regering de sanering van de overheidsfinanciën nog wat meer in de tijd kunnen spreiden. De realiteit is dat zowel de omvang en de dynamiek van de overheidsschuld alarmerend slecht blijft. Zelfs bij deze kunstmatig lage rentevoeten dreigt het rentesneeuwbaleffect onze schuld vanzelf aan te dikken. Als straks extra bespaard moet worden om de rentefactuur te betalen, zal links wellicht opnieuw van krommenaas gebaren. Mocht de werkgelegenheidsgraad rond een comfortabele 70 procent liggen, dan kon het tijdskrediet onaangeroerd blijven. De realiteit is dat van de bevolking op arbeidsleeftijd, slecht 62 procent aan de slag is. Mochten we bovenaan staan in de lijstjes die de concurrentiekracht meten, dan was een indexsprong niet aan de orde. De realiteit is dat de kosten per eenheid product 15 procent uit de pas lopen met de buurlanden. Mocht de echte pensioenleeftijd op 65 jaar liggen, dan hoefde het mes niet in het brugpensioen, of hoefde de wettelijke pensioenleeftijd niet omhoog. De realiteit is dan de pensioenleeftijd rond de 60 jaar schommelt. Mochten de overheidsinkomsten zo’n 45 procent van het bbp bedragen, dan kon een grotere inspanning aan de belastingbetaler worden gevraagd . De realiteit is dat deze inkomsten met 51,5 procent van het bbp al versmachtend hoog zijn. Mocht de toename van de productiviteit rond 2 procent liggen, dan was ons sociale model nog enigszins betaalbaar. De realiteit is dat we met moeite 1 procent halen, wat van de sociale zekerheid een monument op losse schroeven maakt (lees blz. 14).
En zo kunnen we nog een tijdje doorgaan. Vakbonden en oppositie lijken soms in een parallel universum te leven, waar de tekorten vanzelf verdwijnen, de groei uit de lucht komt vallen, en de sociale zekerheid als bij wonder in evenwicht blijft.
“Het hangt er natuurlijk van af hoe we dat evenwicht definiëren”, zei professor Frank Vandenbroucke onlangs. Vanuit de begroting is bijvoorbeeld een snel stijgende ‘evenwichtsdotatie’ van 5,5 miljard nodig om de sociale zekerheid recht te houden. En dat is niet de enige vorm van alternatieve financiering. In totaal worden voor 30 miljard euro algemene belastingontvangsten overgeheveld naar de sociale zekerheid, die nog slechts voor twee derde steunt op sociale bijdragen. En dan worden de overheidspensioenen, een factuur van 10 miljard euro, ook nog eens buiten het budget gehouden.
De realiteit is dat de sociale zekerheid met een gecamou-fleerd en snel uitdiepend tekort kampt. Tegelijk blijft de armoede relatief groot, hoewel 30 procent van het bbp naar sociaal beleid vloeit. Dat komt doordat de koek onder te veel rechthebbenden verdeeld wordt. België geeft voor 8 procent van het bbp inkomenssteun aan de bevolking op arbeidsleeftijd. Geen enkel westers land geeft meer uit om niet te werken.
De regering-Michel slaagt er niet in die realiteit duidelijk uit te leggen, zeker in Franstalig België. Maar met wat tijd en boterhammen kan ze daarin veel bijleren en goedmaken. Een fundamentelere bedreiging komt van de oppositie, die van binnenuit aan het centrumrechtse project vreet. Grote hervormingen hebben veel meer kans op slagen als de vakbonden of de socialisten mee het project dragen en het verdedigen aan hun achterban. Dat zien we vandaag niet. Het ACV legt niet uit waarom de hervormingen nodig zijn, maar voert via CD&V oppositie binnen de regering. Deze tweespalt, met het ene been in de regering en het andere been tussen het straatprotest, is moeilijk houdbaar voor CD&V. Iemand zal moeten plooien. Laat het niet de regering-Michel zijn.
Hoofdredacteur
DAAN KILLEMAES
Geen enkel westers land geeft meer uit om niet te werken.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier