Niet mals, die Romeinen
” Ik heb een grote fout gemaakt”, bekende Uli Hoeness, de voorzitter van voetbalclub Bayern München, toen hij zich voor de rechtbank moest verantwoorden voor belastingfraude. Toch kreeg hij drie jaar en zes maanden voor zijn fiscale fout. Voor zo’n overtreding zit hier niemand in de gevangenis. Er wordt veel gepraat over schikkingen met de procureur, maar ook dat zijn er maar een handvol. Meer dan 99 procent van de bekeuringen — fiscaal-administratieve sancties (FAS-boetes) — komt van fiscale controleurs en ontvangers. Tienduizenden Belgen die een aangifte vergeten in te vullen, krijgen een aanslagbiljet van 50 tot 1250 euro. Serieuze boetes leiden tot een verhoging van de ontdoken belasting met 10 tot 200 procent.
Die boete van 200 procent is niet nieuw. In het oude Rome moest de dief het gestolen goed teruggeven (reivindicatio) en daarbovenop nog eens het dubbele van de waarde (actio furti). Zewaren niet mals, die Romeinen. Een dief die op heterdaad werd betrapt, mocht worden doodgeslagen, een gewone bedrieger werd voor de praetor gebracht. Die kon beslissen dat wie een paard had gestolen, er drie moest teruggeven.
De Belgische fiscus redeneert niet anders. Wie duizend euro probeerde achter te houden, wordt verzocht er drieduizend terug te geven. Bij ontduiking van enige omvang kan dat een erg pijnlijke afrekening worden. Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens oordeelt dat die straf eerlijk en proportioneel moet zijn. Wij hakken geen handen af, en bedriegers worden niet meer van de rotsen gegooid, maar een fiscaal-administratieve sanctie mag wel nog pijn doen.
Van Brugge tot Luik is er veel onbegrip en onvrede over een ongelijke behandeling van belastingzondaars. De koninklijke besluiten geven onvoldoende nuance. Aan de hand van de dagelijkse praktijk en rechterlijke uitspraken hebben we geprobeerd de volgende proportionele schaal op te stellen.
De boete bedraagt 200 procent als er verzwarende omstandigheden zijn, voor gevallen van agressieve fiscale oplichting, wijdverbreide fraude, bedrieglijke organisatie en recidive. Denk aan groothandel zonder factuur, met zwarte kleinhandel tot gevolg, of aan concurrentievervalsing. Sommige rechters zien ‘moordende concurrentie’ als een verzachtende omstandigheid, maar mij lijkt dat veeleer een excuus dan een verschoning.
De boete bedraagt 100 procent voor dezelfde feiten, maar dan als gunst. Omwille van de redelijkheid en de proportionaliteit geldt dat mildere tarief voor eenmalige of beperkte valsheid of voor overtreders die een ondergeschikte rol speelden in een bedrieglijke organisatie.
50 procent is de boete als er verzachtende omstandigheden zijn. Er is dan bijvoorbeeld geen sprake van valsheid, maar van een eenmalige misstap. Of de fraude is beperkt in verhouding tot de totale belasting, bijvoorbeeld voor zwarte overuren. Er is een minnelijke en onmiddellijke betaling. Of er is sprake van voorwaardelijk of speculatief opzet bij misbruik of ontwijking; of van dwaling, terwijl de overtreder beter had kunnen weten.
Een boete van 30 procent geldt voor dezelfde omstandigheden, maar dan mildering of gunst, bijvoorbeeld voor de hoogste belastingvoeten, zoals de personenbelasting of de bedrijfsvoorheffing van 50 à 55 procent of successierechten van 45 à 65 procent. Deze toegeving kan ook worden gedaan bij betalingsmoeilijkheden; om een faillissement te vermijden; na een spontane rechtzetting; na een volledige rechtzetting, als de bewijzen onvolledig zijn; als tijdelijk en collectief voorstel aan een sector of een groep ondernemers of beleggers, als de redelijke termijn is verstreken; of als intrest op een restitutie (bijvoorbeeld van verjaarde belastingen).
20 procent boete wordt geheven bij een loutere vergissing, als de belastingplichtige die fout al een tweede keer heeft gemaakt. De sanctie bedraagt 10 procent bij een loutere vergissing, bij goede trouw, afwezigheid van opzet, overmacht of onoverwinnelijke dwaling (de eerste keer).
Eventueel wordt geen boete meer opgelegd bij een faillissement of een gerechtelijk akkoord; bij aansprakelijkheid voor de belasting van anderen, als de belastingplichtige op het moment van de niet-aangifte overleden is; of bij een rechtzetting na een beslissing over een niet eerder beslechte principekwestie.
Het zal nooit zo objectief zijn als de schaal van Richter, maar dit is dan ook maar de schaal van Anthonissen.
De auteur is directeur bij de Bijzondere Belastinginspectie.
KAREL ANTHONISSEN
Bedriegers worden niet meer van de rotsen gegooid, maar een fiscaal-administratieve sanctie mag wel nog pijn doen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier