Nichejagen bij de Aussies
België is de derde Europese investeerder in Australië – tot voor kort nog één van de best draaiende economieën. Maar de Azië-crisis slaat toe. Hoe reageren de Belgen?
Brisbane, Sydney, Melbourne
(Australië).
Bij de presentatie van de staatsbegroting begin mei noemde minister van Financiën Peter Costello Australië nog een “performante groeieconomie” – met een gemiddelde groei van 3,5% tussen 1992 en 1997 deed van alle geïndustrialiseerde ( Oeso-)landen alleen Ierland beter (6,4%; tegen 1,3% voor België). Costello pronkte met de laagste werkloosheidscijfers sinds 1990. In het eerste kwartaal van dit jaar klom het bruto nationaal product (BNP) nog met een flinke 5,3%. Vandaag wordt getipt op hooguit 3% of zelfs 2% over het hele jaar en is een hogere inflatie dan 1,4% erg waarschijnlijk.
Japans aanzwellende financiële problemen bovenop de moeilijkheden in Zuid-Korea ondergraven Costello’s optimisme: 60% van de Australische export gaat naar Azië – Japan en Korea voorop. De Aziatische malaise en dalende grondstofprijzen – landbouw en ertsen wegen voor 44% in de export – stuwen de Australische dollar naar zijn laagste niveau (58 VS-dollarcent) sinds de economische liberalisering van eind de jaren ’80. Die deregulering en de daaruit voortvloeiende productiviteitsverhoging (zie kader: Hardleerse bonden) lokten nogal wat Belgische bedrijven naar de oostkust van het verre Australië: Agfa-Gevaert, Bekaert Staalkoord, Bekaert Textiles, Franki, Hamon, Janssen Pharmaceutica, grondstoffentrader Kreglinger, Solvay en UCB. Aan de andere kant van Australië, in Perth, maakt het Waalse Magotteaux maalkogels voor breekmachines in de mijnindustrie. Behalve bouwbedrijf Franki, dat zijn hele business in het Verre Oosten vorige maand verkocht aan de Britse Kaller Group, zijn ze er nog steeds. De enkele Belgen die wel vertrokken, zoals PetroFina of de Generale-dochters Diamond Boart en Union Minière, werden afgelost door vooral Vlaamse nieuwkomers, groot en klein: Barco/Elbicon, Beaulieu, Benimpex, Interflux, Packo Inox, Plastiflex, Seghers Water en baggeraar Dredging.
België was in 1996 met 10,4 miljard Australische dollar (261 miljard frank) de derde Europese investeerder in Australië, na Nederland (11,6 miljard Australische dollar) en Groot-Brittannië (86 miljard Australische dollar) – voorafgegaan door de VS, Japan en Hongkong.
Vorige week kondigde
Option International, de Leuvense fabrikant van geminiaturiseerde mobiele datacommunicatie, aan dat het een kantoor opent in Sydney. Option International (560 miljoen frank omzet) begon twee jaar geleden met een OEM-plant. Original Equipment Manufacturing staat voor verkoop van Option-onderdelen onder de merknaam van lokale producenten. Terwijl de OEM-contracten verder lopen, wil Option zijn naamsbekendheid, distributie en marktaandeel in Asia Pacific vanuit het eigen verkoopkantoor in Sydney aanzwengelen. “Australië is de sterkst ontwikkelde GSM-markt van het Verre Oosten. Bovendien is het een bruggenhoofd naar Azië omdat alle grote internationale providers van mobilofonie de verschillende Oost-Aziatische markten, waar GSM nog volop in ontwikkeling is, van hieruit bewerken,” motiveert Option-manager Alice Broos de beslissing.
Hubert Cooleman, Vlaams economisch vertegenwoordiger, herkent het klassieke patroon: “Eerst Australië als basismarkt omploegen. En wie grotere ambities heeft dan de relatief beperkte lokale markt met 18 miljoen inwoners, kan van hieruit zijn grenzen verleggen.” Australië mag dan een heel eind verder liggen dan het voor oostwaarts trekkende Vlaamse kmo’s “gebruikelijke eindstation” Singapore, toch wijst Cooleman op een aantal voordelen die de extra afstand compenseren: een aantrekkelijke, westerse levensstijl; politieke stabiliteit; een duidelijk en betrouwbaar rechtssysteem; een liberale investeringsreglementering; uitstekende communicatiemogelijkheden en in het algemeen goedkopere vestigingsvoorwaarden dan in Zuidoost-Azië, zeker in de deelstaat Queensland; ten slotte, een toch relatieve muntstabiliteit: de schommelingen in een band van 5% tot 10% tegenover de Europese munten waren en zijn niet zo uitgesproken als tegenover de VS-dollar, waartegen de Australische dollar met zo’n 25% devalueerde.
Peter Della Tolla, general manager van Barco in Australië belichaamt het klassieke parkoers van de meeste Vlaamse kmo’s in Australië: het verdelen van producten via een lokale agent die dan na verloop van tijd wordt overgenomen of mee in een Vlaams-Australische dochteronderneming stapt. Toen Australië twintig jaar geleden overschakelde op kleurentelevisie begon Barco samen te werken met Della Tolla als vertegenwoordiging voor videomonitoren in Melbourne. Sinds januari van dit jaar is Barco Systems Pty Ltd een 100%-dochter van Barco-België en verdeler van de brede waaier Barco-producten. “We zijn in eerste instantie een servicebedrijf. Tegenover de concurrentie geniet Barco de reputatie een Rolls-Royce te zijn in het hogere gamma voor elk van zijn nicheproducten,” zegt Della Tolla. Hij verwacht dit jaar een totale omzet van 20 miljoen Australische dollar (460 miljoen frank) in de verkoop van huisbioscopen ( home theaters), simulatoren voor de militaire en de burgerluchtvaart, breedbeeldprojectoren en leveringen aan de dynamische Australische entertainment- en filmindustrie. Bovendien komt de filmindustrie uit heel Zuidoost-Azië shoppen in Australië. Tegelijk pikt Barco een stevig graantje mee van de talrijke seminaries en conferenties die multinationale ondernemingen, actief in Oost-Azië, voor hun klanten en personeel organiseren in Australië of op één van de eilanden van Micronesië. “De negatieve impact van de Azië-crisis op deze business wordt gecompenseerd door een grotere vraag van toeleveringsbedrijven voor de organisatie van de Olympische spelen van het jaar 2000 in Sydney,” vertelt Della Tolla.
Beroep op Belgische knowhow
De Azië-crisis heeft wel de verkoopcijfers van UCB voor cellofaan met 30% doen krimpen. De cellofaanbusiness voor voedingsverpakking treft vooral de tradingafdeling van UCB in Melbourne, die jaarlijks zo’n 5000 ton uit Amerikaanse UCB-vestigingen afzet in Oost-Azië. De andere OPP-producten (cellulosefilms) die UCB vanaf augustus in zijn fonkelnieuwe fabriek in Melbourne zal produceren, zijn volgens managing director Andrew Newman minder kwetsbaar: het zijn gespecialiseerde gecoate films voor nieuwe toepassingen buiten de voedingsindustrie, zoals voor zelfklevende labels, gegroepeerde verpakkingen en veiligheidsfilms voor bankbiljetten. “Kwalitatief staan we met deze nieuwe producten aan de spits. Het zou eventueel verkeerd kunnen lopen als Japan en vooral China zouden devalueren, maar hoe dan ook zijn we hier voor de lange termijn. Het potentieel is enorm en Aziaten zijn kwaliteitsbewust.” 85% van de filmproductie is bestemd voor export naar Azië en Latijns-Amerika. De nieuwe fabriek start met een jaarcapaciteit van 5000 ton, die tegen april 1999 zal worden verdubbeld. Een vaste klant is alvast de Nationale Bank van Australië: op een boogscheut van UCB Films (Asia Pacific) Pty Ltd staat Securency Pty Ltd, dat de Australische bankbriefjes drukt en waarin UCB Films een belang heeft van 50%. UCB zorgde voor een wereldprimeur door de Australische bankjes te bedekken met een dunne, soepele beschermlaag.
Zo’n specifieke knowhow
in nichemarkten bepaalt het succes van Belgische bedrijven in Australië. Het begon eind de jaren ’80, toen gebrek aan technologische vernieuwing een belangrijke handicap was van de Australische economie om de internationale concurrentie het hoofd te bieden. Plaatselijke firma’s braken uit hun isolement en gingen op zoek naar geschikte buitenlandse partners om samen te werken. Edward Halle, general manager van Advanced Material Technologies Pty Ltd vond in 1990 Interflux uit Gent “de ideale partij”. Halle was blij scheep te kunnen gaan met “iemand buiten het kringetje van de Anglo-American mayor players.” Interflux had zich in het begin van de jaren ’90 opgewerkt tot koploper in de technologie van vloeibare soldeermiddelen voor de elektronische assemblage-industrie. De gesamenlijke joint venture Interflux Australia Pty Ltd werd Interflux’ distributieplatform voor Australië en Nieuw-Zeeland. De twee partijen overwegen nu om samen een lokale productie te starten in Melbourne.
Op een gelijkaardige manier deed de Australische multinational BHP/Broken Hill Proprietary een beroep op de Bekaert-technologie. BHP startte in 1975 een staalkoordproductie, maar sloot in 1986 een 50/50 joint venture met Bekaert. Paul Appelmans, technical manager van Bekaert-BHP Steel Cord Pty Ltd: “De voorbije twee jaar hebben we 35 miljoen Australische dollar geïnvesteerd, waarvan twee derden voor materieel van Bekaert Engineering uit België. Hierdoor wordt de capaciteit voor hieldraad opgetrokken en introduceren we de nieuwste Bekaert-technologie.”
In het plaatsje Leongatha op 150 kilometer van Melbourne, tussen heuvelachtige weilanden met vredige dorpjes, koeien en wijnranken, – waar het nog leven is “als God in Victoria, the garden state” – heeft fabrikant van roestvrije melkkoeltanks, Packo Inox uit Zedelgem, sedert 1996 een 100% dochteronderneming. Willie Walsh, managing director, was marketingverantwoordelijke bij Packo Ierland: “We hadden hier een distributeur, maar de verkoop en service moesten beter.” Victoria herbergt 60% van de Australische veestapel. Drie Packo-verkopers bewerken die deelstaat. Zelfstandige verdelers bestrijken de rest van Australië. “De voorbije twee jaar is er flink gesleuteld aan ons distributienetwerk. We willen zo dicht mogelijk bij de klant staan, want dit is een zeer competitieve markt voor melkkoeltanks. We zijn nu klaar om er serieus tegenaan te gaan. De echte expansie in Australië begint nu,” stelt assistant manager Wim Naessens. Hij schat het huidige marktaandeel van Packo op 20% en bestempelt Australië als een kleine, maar interessante markt: “De tankinhoud bedraagt doorgaans 10.000 liter, tegen zo’n 4000 in Europa.” De alliantie van Packo met de Engelse constructeur van melkmachines Fullwood versterkt de slagkracht bij de Australische melkproducenten: “Samen bieden we een totaalpakket aan: Packo-tanks en Fullwood-machines.” De Azië-crisis laat zich niet voelen, “tenzij exporteurs van Australische melkproducten straks toch nog klappen zouden krijgen.”
In een andere branche, maar ook in de rurale sector voelt het Barco-filiaal Elbicon, fabrikant van automatische sorteermachines voor de agro-voedingsindustrie, volgens Peter Della Tolla wel het Azië-effect. Maar hij twijfelt er niet aan dat Australië een groeimarkt blijft voor de geavanceerde technologie van Elbicon, dat nu samen met PulsarBarco Machine Vision wordt.
Een buitenbeentje in de agrovoedingsindustrie is Benimpex uit Ranst, dat via zijn 100%-dochter Meramist Pty Ltd in Caboolture, Queensland, naar Europa paardenvlees exporteert.
Focus op nicheproducten
Op een uur sporen van de wereldstad Sydney, in een landelijk Amerikaans aandoend westerndecor – Queens take away, Gery’s tailor, Dany’s bakery, de florist en de Tattoo shop op het stationsplein van het stadje St. Marys – huist Plastiflex Australia Pty Ltd, een 100%-dochter van de gelijknamige Limburgse mininational. Plastiflex uit Beringen is een stille kampioen, wereldleider in de productie van vacuümslangen voor stofzuigers, was- en vaatmachines en medische apparatuur van bekende wereldmerken. Met veertig werknemers en een omzet van 3,7 miljoen VS-dollar is de Australische fabriek de kleinste uit de Plastiflex-groep (2,6 miljard frank wereldomzet met twee productievestigingen in Noord-Amerika, één in Zuid-Afrika en drie in Europa). Sinds 1990 is Plastiflex Australië de toeleverancier van onder meer Hoover, Electrolux en Zanussi voor de Australische en Nieuw-Zeelandse markten. De polypropyleen- en polyethyleengrondstoffen komen uit België. Managing director Stephen Bruce bestempelt Plastiflex als “een leider en vernieuwer” in zijn niche. Vanuit St. Marys reist Bruce geregeld naar China om er in opdracht van de Plastiflex-groep mogelijkheden te onderzoeken voor de bouw van een lokale productie-eenheid.
Onafhankelijk van elkaar bewerken twee Beaulieu-fabrieken in Brisbane de Australische markt. Christa Vandewiele, productiemanager van Beaulieu Pacific uit groep Beaulieu Wielsbeke, omschrijft de weverij van decoratiestoffen als “het kleinste Beaulieu-schip”. De belangrijkste concurrent in deze nichemarkt is Bekaert Textiles in Melbourne. Tapijtproducent Beaulieu United is een dochter van Beaulieu of America en bespeelt de zeer competitieve contractmarkt voor kantoren en de horecabranche. “We hebben deze fabriek na de overname ondersteboven gekeerd. Met één derde van de vroegere werknemers draaien we meer volume,” zegt general manager Olivier Vandecasteele. In augustus 1995 kocht Beaulieu of America de tapijtfabriek waarvan het de grootste garenleverancier was. Maar om zijn afhankelijkheid van grondstoffen uit het Amerikaanse moederbedrijf te beperken (dure VS-dollar tegen een goedkope Australische dollar), start Beaulieu United in oktober met de aanmaak van garens. Nikolas Andries, vice president international operations van Beaulieu of America somt de voordelen op van een verticale integratie: “Wisselkoersverschillen elimineren, grotere flexibiliteit in de markt (aanvoer uit de VS duurt drie maanden), verkoop van garens aan derden en meer export naar Azië.” Sinds twee jaar heeft Beaulieu of America een verkoopkantoor in Shanghai. “Met een uitstekend team, een mooi productaanbod en verticale integratie hebben we een solide basis voor interne groei en eventuele overnames in de Australische tapijtmarkt,” klinkt het resoluut, “want wat is – zonder internationale backup – de toekomst voor zo’n 40 tapijtboertjes in deze kleine markt?” Beaulieu of America wil verheelt zijn ambitie niet om met het Amerikaanse tapijtconcern Shaw Industries, dat zich in enkele jaren heeft opgewerkt tot de belangrijkste speler in de Australische tapijtmarkt, in competitie te treden.
ERIK BRUYLAND
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier