Net@speed
Internet, de nieuwe economische groeimotor, zal de hele zakenwereld op zijn kop zetten. Succesvol in internetaandelen beleggen, vereist echter heel wat selectiviteit.
Het kolossale groeipotentieel van internet. Er worden liters inkt aan gewijd. Het fenomeen is tegelijkertijd “overhyped” en zwaar onderschat.
De essentie van internet.
Overhyped omdat de internetfanatici ons willen doen geloven dat het hier om de belangrijkste omwenteling in de menselijke geschiedenis gaat. Ze stellen het op zijn minst op hetzelfde niveau als de andere wereldschokkende uitvindingen van deze eeuw, zoals elektriciteit, de telefoon of de auto. Dat klinkt wel erg hoogdravend en voortvarend. We geven graag toe dat internet “iets toevoegt”, een “verrijking” voor het leven is: doorgaans informatief en bruikbaar, vaak onderhoudend, maar soms ook frustrerend. Niet voor niets vinden sommigen dat “www” niet voor World Wide Web staat, maar voor World Wide Wait.
Een e-mail krijgen we allemaal graag, “chatten” weekt vooral bij jongeren enthousiaste reacties los, het kopen van boeken en cd’s via het web wint aan populariteit. Allemaal best leuk, maar is dat tot op de dag van vandaag zo revolutionair…? Volgens ons concentreren de media hun aandacht té zeer op het element “e-commerce”, en niet op de essentie van de internetrevolutie.
Visionaire bedrijfsleiders.
En dan komen we bij het onderschatte of toch onderbelichte gedeelte van het hele internetgebeuren: de e-business tussen bedrijven (“business-to-business” of in de Amerikaanse literatuur steevast B2B). In de industriële wereld zal internet wél degelijk voor een aardverschuiving zorgen (zie ook het kaderstuk “Leading lady”). Vooral de tussenhandel zal door internet zware klappen krijgen. Producent en consument komen weer meer in een directe relatie tot elkaar te staan.
Er zijn de beroemde woorden van Andy Grove, de voorzitter van ‘s werelds meest dominante chipproducent Intel: “In five years all companies will be internet companies or they won’t be companies at all.” Met andere woorden: over vijf jaar zullen bedrijven die hun handel met andere bedrijven niet op zijn minst gedeeltelijk via internet drijven, door de concurrenten voorbijgestoken worden en vernietigd. In het internettijdperk is het niet meer “groot” dat “klein” verslaat, maar wel “snel” dat “traag” voorbijholt.
Jack Welsh – topman van conglomeraat General Electric (GE), de op een na grootste beurskapitalisatie ter wereld, en voor velen de beste manager ter wereld – ziet voor zijn multinational drie grote uitdagingen de komende jaren: internet, internet én internet. Welsh kondigde trouwens aan dat GE met leveranciers binnen 18 maanden enkel nog on line zaken wil doen. Wie zich niet heeft aangepast, mag deze industriële mastodont uit zijn klantenbestand schrappen. Velen bij GE noemen Welsh dan ook al “e-Jack”.
In opdracht van Cisco Systems maakte The Henley Centre een lijvige studie van 104 pagina’s over de impact van internet op het zakenleven. Daarin wordt – samengevat – de stelling verdedigd dat internet eenzelfde diepgaande effect op de economie zal hebben als de eerste Industriële Revolutie in de 18de eeuw. Cisco haalt overigens vandaag al 80 % van zijn miljardenomzet uit het internetgebeuren en topman John Chambers verwacht dat in 2010 een kwart van de wereldhandel via internet zal verlopen.
Zelfs bij Microsoft – veruit de grootste beurskapitalisatie ter wereld – werd dit voorjaar een crisisberaad gehouden. De softwarereus moest dringend omgevormd worden, want “Internet heeft alles veranderd,” aldus big boss Bill Gates. De slogan “Een pc op ieder bureau en in iedere huiskamer,” jarenlang het leitmotiv, werd vervangen door “Mensen in staat stellen om te doen wat ze willen, waar ze dat ook willen en via welk toestel ze het ook willen.” Daarmee bedoelt men bij Microsoft dat de pc mag blijven, maar evenzeer door de (kabel)televisie, de satelliet of de mobilofoon kan worden vervangen. In al deze mogelijke distributiekanalen voor het internet van de toekomst (“breedbandinternet” of internettoepassingen tegen hoge snelheid) wil Microsoft aanwezig zijn.
Explosieve groei mogelijk.
Het zijn bekende gegevens: de radio deed er 38 jaar over om 50 miljoen gebruikers te vergaren, de televisie 13 jaar, de kabel 10 jaar, maar internet slechts een vijftal jaren. In ’95 waren er nog minder dan 5 miljoen internetsurfers, maar intussen is dat aantal tot ruim boven 100 miljoen opgelopen. En daarbij zal het niet blijven…Sommige optimisten zien tegen 2010 al 1 miljard wereldburgers regelmatig het internet gebruiken (15 % van de wereldbevolking tegen maar 1,2 % in 1998). Tegen 2003 zou Europa alleen al meer dan 100 miljoen “internauten” tellen, te vergelijken met zo’n 30 miljoen in ’98. Voor 2005, of wat later, ligt het cijfer voor Europa op 350 miljoen (het tienvoud van vorig jaar).
Die cijfers geven aan dat de rest van de wereld de forse achterstand (“cybergap”) op de Verenigde Staten en Scandinavië in het begin van de 21ste eeuw geleidelijk aan zal bijbenen. Ze geven ook aan dat internet, ondanks de fabuleuze groei van de jongste jaren, nog altijd maar aan het begin van zijn groei staat.
Het gezaghebbende internetonderzoeksbureau Forrester Research verwacht een duizelingwekkende verdere groei de komende jaren. Vooral dan op het vlak van e-business. Volgens het onderzoeksbureau dreven bedrijven onderling in ’98 voor 43 miljard dollar (USD) handel met elkaar via het web. Tegen 2003 zou dat bedrag explosief klimmen, tot 1300 miljard USD of bijna 10 % van alle business-to-businessverkopen. En volgens de topman van Cisco zal dat dus tegen 2010 25 % worden.
Uiteraard zal ook de consument steeds meer via het net kopen. E-commerce zou over dezelfde periode van 8 tot 108 miljard USD groeien. Eveneens een geweldige toename. Maar e-commerce zal naar schatting pas in 2003 het volume bereiken dat e-business vandaag al heeft behaald. Uit recent onderzoek blijkt dat al 5 % van de Amerikanen “iets” on line heeft gekocht en minstens het dubbele denkt eraan om dat weldra eens te doen.
Vooral jongeren zijn tuk op internet. De penetratiegraad in de VS bij tieners tussen 13 en 19 jaar bedraagt maar liefst 44 %. Het zal dus geen jaar meer duren voor een meerderheid van de Amerikaanse tieners regelmatig op het net zit te surfen. En deze jongeren zijn de internetconsumenten van morgen.
Overdreven anticipatie.
Internet is de toekomst. Waarop wachten we dan nog om onze portefeuille nú met internetaandelen vol te stoppen ? Helaas, de periode van het “gemakkelijke” geldgewin met internetaandelen ligt al achter ons. Een rechtstreeks gevolg van een aantal factoren.
Eerst en vooral staren beleggers zich klassiek blind op enkele succesverhalen. Morgan Stanley Dean Witter deed een uitgebreid onderzoek naar de beursintroducties sinds de start van het pc-tijdperk (tussen 1981-1998). Het gaat om meer dan 1200 IPO’s van technologie-aandelen. Daarvan groeide 5 % tot “ten baggers” uit (return van meer dan 1000 %). Dat zijn de Microsofts, Intels, Cisco’s…die ook voor 86 % van de totale beurskapitalisatie van de technologiewaarden staan.
Een beeld dus van enkele toppers en vele floppers. Welnu, voor internet zal dat niet anders zijn. Wie lukraak een of ander internetaandeel koopt of op een internetintroductie intekent, heeft slechts 1 kans op 20 om een beloftevol aandeel voor de lange termijn in huis te halen. Voor Amerikaanse internetaandelen geldt vandaag misschien dat die kans nog minder dan 5 % bedraagt. De langdurige beurshausse, euforische perspectieven voor het internet, een aanvankelijk gering aantal introducties en een lage free float (gedeelte van het aantal uitstaande aandelen dat naar de markt gaat) zorgden voor een gigantisch liquiditeitsprobleem. De koersen explodeerden. Vaak zelfs op de dag van de introductie zelf.
Zo is de beurskapitalisatie van een Amazon.com, een on line-verkoper van, onder andere, boeken en cd’s, een veelvoud van die van Barnes&Nobles, de grootste klassieke boekenverkoper ter wereld. Hetzelfde geldt ook voor de on line discount broker Charles Schwab ten opzichte van Merrill Lynch, het grootste klassieke effectenhuis, en voor het online-veilinghuis eBay tegenover Sotheby’s, het grootste klassieke veilinghuis.
En dat terwijl de netspelers in omzettermen nog maar een fractie van de omzet van de “grote jongens” realiseren en doorgaans nog nooit één dollarcent winst hebben gemaakt. Er zit dus al (heel) veel optimisme/euforie in de huidige koersen verrekend.
Bovendien hebben de grote mastodonten het nu ook begrepen: internet = de toekomst. Ze beginnen zich dan ook te roeren en kondigen internetinitiatieven aan. Een bekend voorbeeld is Barnes&Nobles.com. De concurrentie in e-commerce en e-business zal dus enorm toenemen de komende jaren. De internetbedrijven zijn als paddestoelen uit de grond geschoten en hebben zich in enkele jaren tot wereldwijde spelers kunnen ontpoppen. Precies omdat de toegangsdrempel tot het wereldwijde web zo laag ligt. Dat was een enorm pluspunt, maar ook de grootste bedreiging voor de toekomst. Selectiviteit is dus aangewezen, zelfs in een fenomenale groeimarkt als internet.
Danny Reweghs
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier