Nederlandse bedrijven staan voor de klas
Terwijl Vlaanderen in gespreide slagorde het tekort aan technische profielen probeert te verhelpen, lopen Nederlandse scholen storm voor Jet-Net. 60 bedrijven werken samen met 170 scholen. De leerlingen kunnen bijvoorbeeld een elektronische dobbelsteen van Philips maken.
Ook in Nederland kiezen weinig jongeren voor een exacte opleiding, vaak omdat ze een stereotiep beeld van de beroepsmogelijkheden en carrièreperspectieven van een technische opleiding hebben. Jet-Net wil het tij keren. Scholen en bedrijven ontwikkelen samen activiteiten op het snijvlak van onderwijs en bedrijfsleven.
Philips, Shell, Unilever, ASML, zijn bedrijven die in Jet-Net stapten. Jet-Net-bedrijven betalen lidgeld, voor ASML gaat het om 10.000 euro per jaar. Ook de overheid komt met geld over de brug. Kmo’s die zelf geen project kunnen dragen, kunnen met andere ondernemingen samenwerken.
De samenwerking met de scholen gebeurt structureel. Philips bijvoorbeeld heeft een manager ‘onderwijszaken en Jet-Net’. Er zijn al tienduizenden exemplaren van zijn lespakket elektronische dobbelsteen aan scholen verkocht. Jongeren krijgen een bouwpakket en maken het ding in de klas.
ASML, dat machines maakt voor de productie van chips, ging zover dat het twee scholen adopteerde waarmee het jaarlijks een plan opstelt met activiteiten aangepast aan leeftijd en studierichting. Wim Coene van ASML legt uit dat het bedrijf heel conjunctuurgevoelig is en dat het gebruikmaakt van een crisismaatregel uit 2009 waardoor bedrijven die hun omzet drastisch zien dalen, onderzoekers kunnen inzetten in kennisinstellingen. Ondernemingen krijgen 75 procent van de loonkosten terugbetaald.
Naast de bestaande deelnemers staan niet minder dan 100 scholen in de wachtrij om tot het project toe te treden. De nieuwe regering-Rutte denkt eraan Jet-Net te verruimen en te verankeren.
Sterke persoonlijkheden
In Vlaanderen is ‘De wereld aan je voeten’ veel minder uitgewerkt dan Jet-Net. Daarnaast zijn er de Baekeland-projecten, die onderzoekers helpen om een doctoraat te behalen in samenwerking met het bedrijfsleven. TOS, techniek op school, richt zich tot het basisonderwijs.
Agoria is een campagne begonnen om bij meisjes interesse te wekken voor de wereld van wetenschap en techniek. Misschien komen daar later wel ingenieurs van, want we hebben er zoveel tekort, zegt Agoria-voorzitter Wilson De Pril.
Zijn initiatief is het jongste voorbeeld dat Vlaanderen in gespreide slagorde het tekort aan kenniswerkers probeert te verhelpen. Dat gebrek aan coördinatie steekt Vlaams parlementslid Koen Van den Heuvel (CD&V) de ogen uit. Hij droomt van een Vlaamse evenknie voor Platform Bèta Techniek waarmee Jet-Net samenwerkt. Dat Nederlandse platform bereikt 850.000 leerlingen van basis- tot en met hoger onderwijs.
Minister van Onderwijs, Pascal Smet (sp.a), legt uit dat er een leidraad is ontwikkeld voor scholen en sectoren om de kwaliteit van het werkplekleren te verhogen. Onlangs sloot hij nog een overeenkomst met de schilderswereld, die stages voor leerlingen en leerkrachten inhoudt.
Smet benadrukt dat het onderwijs niet alleen op de arbeidsmarkt mag voorbereiden. “Het bedrijfsleven heeft belang bij werknemers met sterke fundamenten en met sterke persoonlijkheden.”
boudewijn vanpeteghem
75% Van de loonkosten betaalt de overheid terug.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier