Natuurbeheerder Michaël Cassaert: ‘Wandelen is een traag avontuur’

MICHAËL CASSAERT "De vraag naar uitgewerkte wandelingen zit in de lift." © FRANKY VERDICKT
Frederic Eelbode medewerker Trends

Er bestaat geen eenvoudiger manier om even te ontsnappen aan de dagelijkse ratrace dan een stevig paar schoenen aan te trekken en een wandeling te maken. Wandelen – of ‘hiken’, met een hippe term – is helemaal van deze tijd.

Wanderlust is een Duits woord dat ook in andere talen een plaats heeft verworven. Het begrip simpelweg vertalen als ‘zin om te wandelen’ zou het tekortdoen. Het omvat een hele filosofie: het duidt op de zin om te reizen, te exploreren, avonturen te beleven. Een fervente aanhanger was de componist Franz Schubert. Voor hem was wanderlust een manier om naar de wereld te kijken. In de tijd van de romantiek lagen er nog geen snelwegen en je kon geen vliegtuig nemen naar een exotische bestemming. Reizen betekende dat je per koets of te voet dicht bij het buitenleven kwam. De romantici, onder wie componisten als Schubert en Robert Schumann, geloofden dat je buiten het geluk kon vinden. De idyllische gedichten van literaire collega’s zoals Johann Wolfgang von Goethe zetten ze om in liederen, vaak met de Alpen, de Rijn of het Zwarte Woud als onderwerp.

Wanderlust betekent loskomen van de drukte van het werk, van onze smartphone en de niet aflatende stroom e-mails

In Duitsland is wandelen als hobby nooit weggeweest, maar tegenwoordig is wandern weer helemaal in, ook bij jongeren. “Dat lijkt me geen toeval”, zegt Michaël Cassaert, docent natuurontwikkeling aan de Thomas More-hogeschool en de auteur van het Groot wandelboek Vlaanderen, waarvan zopas de derde editie verscheen. “Wanderlust is een uitvinding van de romantiek. De romantici keerden zich af van de opkomende industrialisering met haar stoommachines en fabrieken. Tegenwoordig slaat de digitalisering om zich heen. Dat zet een enorme druk op ons allemaal. Wanderlust lijkt mij iets cyclisch. Vertaald naar onze tijd betekent het loskomen van de drukte van het werk, van onze smartphone en de niet aflatende stroom e-mails. Het past volledig bij trends als slowfood en slow travel.”

Paard en kar

Vlaanderen is een van de meest verstedelijkte gebieden van de wereld, met 13.177 kilometer lintbebouwing. “Als je van dorp naar dorp rijdt, zie je vaak weinig van het oorspronkelijke landschap. Die evolutie is al lang aan de gang. Zelfs op de Ferraris-kaarten uit de jaren 1770 zie je daarvan al de aanzet. Als je met de auto rijdt, is het landschap vaak achter de rijen gevels aan het zicht onttrokken. Als je wandelt, kom je via paadjes op de mooiste plekken.”

“De lange voorgeschiedenis van onze steden en dorpen is bovendien erg handig. Ze ontstonden lang voor de komst van de auto en liggen op paard-en-karafstand van elkaar. Om de 5 tot 10 kilometer kom je in een volgend dorp, een ideale afstand om te voet te overbruggen. Een groot contrast met de Verenigde Staten, waar de steden zijn gebouwd voor de auto.”

“Als de open ruimte verdwijnt, maar de vraag ernaar gelijk blijft of verhoogt, kan de recreatiedruk erg groot worden. Dat is de negatieve kant ervan”, zegt Cassaert. “Tegelijk wordt de druk opgevoerd om die laatste stukken open landschap te reserveren voor natuurbeleving en recreatie. Dat is wel positief.”

“Vroeger bestond het cliché dat de natuurbeweging en de overheid zulke gebieden opkochten en er een draad omheen zetten, zodat niemand er nog in kon. Maar ik ken amper natuurgebieden die niet toegankelijk zijn. Recreatieve geleiding is wel belangrijk. Bezoekers moet je om de meest kwetsbare locaties heen leiden. Je mag die plekken bekijken, maar je moet er niet dwars doorheen lopen. Een mooi voorbeeld daarvan is het Nationaal Park Hoge Kempen. Bijna alle toegangspoorten liggen net buiten het park. Negen op de tien bezoekers raken niet veel verder dan de parking, het bezoekerscentrum en het wandellusje dat daar ligt. Dat is een slimme en een beetje listige truc om de natuur te beschermen.”

MICHAËL CASSAERT
MICHAËL CASSAERT “Ik ken amper natuurgebieden die niet toegankelijk zijn.”© FRANKY VERDICKT

Routes met een verhaal

“Het Vlaamse grondgebied – met uitzondering van Limburg – is bijna volledig bedekt door een wandelknooppuntennetwerk. Dat aanbod is eigenlijk te groot. Je maakt er een eenheidsworst van, waardoor je de kwalitatieve stukken er moeilijk uit kunt halen. Om de kaarten zo leesbaar mogelijk te houden voor 7- tot 77-jarigen is de informatie op de kaarten en de website erg summier. Je kunt onderscheiden of je door een bos of een weide loopt, op een verharde of een onverharde weg. Dat is te weinig om een kwaliteitsvolle route samen te stellen. De behoefte aan een boek blijft bestaan, meer dan ooit. De vraag naar uitgewerkte wandelingen zit in de lift”, merkt Cassaert, ook aan de verkoopcijfers van zijn Groot wandelboek.

Rond nieuwe wandelplekken ontspruiten nieuwe economische initiatieven: horeca, maneges of winkels met streekproducten

“Stilaan begint iedereen zich zorgen te maken over het aantal vliegkilometers dat hij aflegt. Vakanties dicht bij huis worden populairder om even te ontsnappen aan de stress van alledag. Vandaar dat het leuk is een micro-avontuur te beleven. Je slaat de deur achter je dicht en trekt een paar uurtjes de natuur in. Wandelen vergt weinig voorbereiding, alle beleving vind je op je traject. Het is eenvoudig en je hebt er niets voor nodig, behalve een paar goede stapschoenen, wandelkousen, een regenjas en een dagrugzak met een drinkfles.”

Cassaert heeft zowat het hele Vlaamse wandelknooppuntennetwerk afgelegd, te voet, per fiets of met de mountainbike. “De mooiste trajecten heb ik eruit gevlooid en gecombineerd tot een lus. Bovendien zit achter elke route een verhaal. Wandelen – en zeker wanderlust – gaat om veel meer dan kilometers malen. Rond Kortrijk in het land van Mortagne heb je bijvoorbeeld de blauwetegelpaden, in de Vlaamse Ardennen bulkt het van de buurtweggetjes en rond De Haan kan je door art-decovillawijken struinen. Zulke thema’s ontdek je niet op de knooppunten.”

Meer dan knooppunten

“De wandelingen in mijn boek zijn smaakmakers. Als je een streek leuk vindt, koop dan zo’n knooppuntenkaart en begin zelf te puzzelen. Net zoals bij een gewone reis is de voorbereiding even leuk of misschien wel leuker dan de reis zelf. Voor mijn boek ben ik vertrokken van de landschapsatlas, de inventaris van de relicten van de traditionele landschappen in Vlaanderen. Hij bevat waardevolle gebieden die een getuige zijn van het vroegere landschap. Ik maakte daarvan 75 wandelroutes en die leg ik om de twee tot drie jaar opnieuw af om te controleren of de beschrijving nog klopt.”

“Er komen ook nog nieuwe wandelpaden bij”, beweert Cassaert. “De organisatie Trage Wegen ijvert voor de ontsluiting van oude buurtwegen en probeert die met elkaar te verbinden. Vaak zijn ze gelinkt aan iets historisch, waardoor je weer een verhaal krijgt. Daarnaast stimuleert de overheid particulieren om hun eigendom gedeeltelijk open te stellen voor het grote publiek. Dat opent perspectieven, zeker als je weet dat 70 procent van de Vlaamse bossen privébezit is. Dat is een gigantisch stuk open ruimte dat niet toegankelijk is – wat trouwens niet slecht hoeft te zijn, want het blijft mooi bewaard.”

“De overheid koopt ook terreinen aan, bijvoorbeeld het voormalige landgoed van de familie de Merode. Dat bestaat uit 1500 hectare bos, heide en natuur die volledig zijn ontsloten. Daarnaast is er het Sigmaplan, waarbij de overheid overstromingsgebieden aanlegt met ruimte voor natuur en waarin ook plaats is om te wandelen. Rond zulke nieuwe wandelplekken merk je dat er nieuwe economische initiatieven ontspruiten: horeca, maneges of winkels met streekproducten.”

“Er beweegt echt wel wat. Ik hoef niet voor de zoveelste keer een wandeling langs de Kalmthoutse Heide te bedenken met een nieuw lusje erbij. Al is het natuurlijk niet vanzelfsprekend de puzzel helemaal af te maken. Wandelen gaat traag, en dan wil je niet langs een grote steenweg lopen. Als je een prachtige wandeling van 10 kilometer hebt, maar vijf minuten langs een lelijk stuk moet lopen, is de route verknoeid.”

Vlaanderen is volgens Cassaert een fantastisch wandelgebied, maar om echt wanderlust te beleven – je geest te verruimen en zien wat er op je afkomt – trekt hij zelf naar Wallonië, het Groothertogdom Luxemburg of elders in Europa. “Om helemaal opgenomen te worden in de natuur ga ik liever op een twee- of meerdaagse. Daarvoor is Vlaanderen toch een moeilijke regio, al zijn er zestien bivakplaatsen met een composttoilet, een waterpomp en wat hout om een vuurtje te maken. Die kun je in principe niet met de auto bereiken. Het nadeel is dat je dan met een zware rugzak, tent, materiaal en proviand moet zeulen. Persoonlijk houd ik er meer van licht te wandelen, enkel met een dagrugzak. Er is helemaal niks mis mee ‘s nachts binnen te slapen, zeker in de herfst en de winter. Op leuke plekken vind je meestal ook fijne adresjes om te logeren.”

Niet slenteren

Wandelen biedt een prima antwoord op stress. Er waait letterlijk een frisse wind om je heen, waardoor je de dingen klaarder gaat zien en betere beslissingen kunt nemen. De rust van de natuur opzoeken werkt heilzaam, bevestigt dokter Marleen Finoulst, de hoofdredacteur van het gezondheidsblad Bodytalk. “Wandelen zien we meestal niet als een sport, er is geen competitie mee verbonden, vandaar dat het ideaal is om je hoofd leeg te maken. De enige voorwaarde is een stevige tred aanhouden. Je moet aan brisk walking doen, dus 5 tot 6 kilometer per uur stappen en niet van het ene terrasje naar het volgende slenteren.”

“Bovendien is wandelen voor iedereen haalbaar en je hebt haast geen kans op letsels. Ideaal wandel je elke dag een half uur. Zelfs met een drukke agenda is dat haalbaar, bijvoorbeeld door je auto aan de rand van de stad te parkeren en een kwartiertje te voet te lopen. Of neem een hond. Dan moet je wel elke dag buiten komen, zelfs als het slecht weer is. Volgens studies leven baasjes van honden langer omdat ze meer bewegen, wat goed is voor de bloedvaten, de kans op hart-en-vaatziekten verkleint en hun levenskwaliteit verbetert in het algemeen.”

Michaël Cassaert, Groot wandelboek Vlaanderen. Het standaardwerk met 75 lusvormige tochten, Uitgeverij Lannoo, 623 blz., 24,99 euro

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content