Nationale Bank waarschuwt banken voor risicovolle woonkredieten
De Nationale Bank waarschuwt de banksector voor de risico’s van woonkredieten met een beperkte eigen inbreng door de klant. Ze wilde de banken verplichten daarvoor meer kapitaal opzij te zetten, maar dat voorstel werd afgeschoten door de regering.
Als prudentiële toezichthouder stelde de Nationale Bank van België deze morgen haar rapport van de financiële sector voor (Financial Stability Report 2017). De vijf belangrijkste risico’s voor banken en verzekeraars die de Nationale Bank detecteerde, zijn dezelfde als de voorbije jaren: de matige groei van de economie, de lage rente, de zoektocht naar een hoger rendement, de stijgende schuldenlast van de gezinnen en cyberveiligheid.
De Nationale Bank hamerde deze keer vooral op de schuldenlast van de gezinnen. Die steeg in België voor het eerst boven het Europese gemiddelde. Dat is een direct gevolg van de boomende hypotheekmarkt.
De vastgoedprijzen zijn in België verdubbeld tussen 2000 en 2008. En na de financiële crisis was er, in tegenstelling tot andere landen in Europa, nauwelijks een correctie. Daardoor is de omloop van hypothecaire leningen in België gestegen van minder dan 50 miljard tot 187 miljard euro in 2016. In vergelijking met 2015 is dat een toename met 5,5 procent. De productie van nieuwe woonkredieten overschreed vorig jaar voor het eerst de grens van 30 miljard euro op jaarbasis.
Risico voor de banken
De forse hypotheekproductie houdt een belangrijke risico in voor de banken, vindt Jean Hilgers, directeur van de Nationale Bank. De aflossingscapaciteit van bepaalde gezinnen staat volgens hem onder druk: “8 procent van de Belgische gezinnen spendeert meer dan de helft van hun inkomen aan de afbetaling van hun woonkrediet. Dat stijgt tot 13 procent, als we 40 procent van het gezinsinkomen als basis nemen.”
En dat terwijl de banken heel weinig kapitaal opzijzetten voor het risico op wanbetaling van woonkredieten: amper 1,5 euro per 100 euro die ze uitlenen. “Dat is zorgwekkend”, oordeelt Jan Smets, de gouverneur van de Nationale Bank. “Vooral omdat we vaststellen dat de banken de voorbije jaren steeds risicovoller kredieten toekennen. Bij 45 procent van de vorig jaar toegekende leningen lag de inbreng van de eigen klanten onder 20 procent.”
Daarom stelde de Nationale Bank eerder dit jaar twee maatregelen voor. Ten eerste werd de in 2016 ingevoerde hogere risicoweging van woonkredieten (plus 5 procentpunten) verlengd. Daardoor moeten de banken al iets meer kapitaal opzijzetten. Maar de Nationale Bank wilde de sector tot een extra inspanning verplichten door hetzelfde te eisen voor leningen die 80 procent van de waarde van het vastgoed overschrijden.
Dat voorstel werd niet aanvaard door de regering. Sommige politici vreesden dat huishoudens die nog niet genoeg gespaard hadden voor een eigen inbreng van 20 procent een duurdere hypotheeklening zouden voorgeschoteld krijgen. Minister van Financiën Van Overtveldt (N-VA) liet de Nationale Bank weten dat ze een nieuwe risicoanalyse moet maken op basis van de meest actuele cijfers over de vastgoed- en de hypotheekmarkt. Smets zei vanmorgen dat die studie in oktober klaar zal zijn.
Verantwoordelijkheid
De gouverneur reageert opmerkelijk rustig op de weigering van de overheid om de banken te verplichten meer geld opzij te zetten voor bepaalde hypothecaire leningen: “Dat men ons vraagt de zaak opnieuw te bestuderen, is een faire vraag. Maar wij hebben als toezichthouder natuurlijk onze prudentiële verantwoordelijkheid. En de cijfers liegen niet. Zoals de banken momenteel woonkredieten verstrekken, houdt dat een risico in”.
Smets verwijst naar een scenario waarbij de werkloosheid sterk zou stijgen. In dat geval zouden de banken worden geconfronteerd met een toename van het aantal wanbetalers en kunnen de kredietverliezen snel oplopen. Gezien de lage kapitaalprovisies voor woonkredieten, zou dat instellingen in de problemen kunnen brengen. Smets besluit dan ook: “De Nationale Bank blijft ervan overtuigd dat extra maatregelen noodzakelijk zijn om de stabiliteit van de financiële sector te garanderen.”
Bovendien zitten de risico’s voor de banken niet enkel in het residentiële maar ook in het commerciële vastgoed, zegt Hilgers: “De banken hadden eind 2016 meer dan 50 miljard euro leningen uitstaan aan bouwbedrijven en vastgoedontwikkelaars. Daarmee is die sector goed voor meer dan een kwart van de uitstaande bedrijfskredieten, terwijl ze maar iets meer dan 10 procent van de economische activiteit in België vertegenwoordigt.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier