Nagel Colruyt niet aan de schandpaal

Daan Killemaes
Daan Killemaes Hoofdeconoom Trends

“Aan de overheid vragen we een kader voor duurzame groei in de toekomst, met focus op mobiliteit en lastenverlaging. Zowat 50 procent van de meerwaarde die Colruyt Group in België creëert, vloeit via de overheid terug naar de gemeenschap. Dat verdient een efficiënte en effectieve overheid die de lastendruk op toegevoegde waarde niet verder verhoogt.” Deze smeekbede staat in het jongste jaarverslag van Colruyt en komt van voorzitter Jef Colruyt. De warenhuisketen heeft het in die mate gehad met de Belgische belastingdruk dat het bedrijf er niet vies van is om een deel van de winst via Luxemburg te laten lopen.

Nagel Jef Colruyt daarvoor niet aan de hoogste schandpaal. Ja, voor een groep die duurzaamheid en ethiek hoog in het vaandel voert, komt het fiscale ontwijkingsmanoeuvre bizar over. Maar hoe zou u zelf zijn? Colruyt betaalt veel belastingen, niet alleen via de vennootschapsbelasting (de groep betaalde vorig jaar een effectieve belastingvoet van 29,9 procent), maar ook via sociale bijdragen en de vele andere vormen van lasten die ons land rijk is. Als er dan een legaal achterpoortje is, dan moet je al goed gek zijn om daar géén gebruik van te maken. Politici en vakbonden vegen best eerst voor eigen deur. Zorg voor een efficiëntere overheid en bedrijven zullen minder snel ontsnappingsroutes zoeken.

De verontwaardiging bij de burger, die niet anders kan dan braaf de volle pot te betalen, is groot en begrijpelijk. Maar de beeldvorming neemt groteske vormen aan. Begrippen als ‘rechtvaardigheid’ en ‘evenwichtig’ worden misbruikt om aan de eigen verantwoordelijkheid te ontsnappen. De feiten verdienen ook een plaats in het debat, en die zijn wat ze zijn. In dit land betalen de sterkste schouders de zwaarste lasten. In dit land zijn de belastingen zeer progressief. In dit land is de herverdeling en de inkomensgelijkheid zeer groot. In dit land betalen ondernemingen, ook multinationals, belastingen. De effectieve belastingdruk op vennootschapswinsten bedraagt 20 à 25 procent, wat in lijn is met het Europese gemiddelde. In dit land worden vermogen en inkomen uit vermogen al zwaar belast.

Dat betekent niet dat de Luxemburgse praktijken met de mantel der liefde bedekt moeten worden. Maar Luxemburg ging ver omdat het ver mocht gaan. Ten eerste omdat zowat alle kleinere Europese landen gunstregimes uitwerkten om multinationals te lokken. België doet daarin niet veel onder. En ten tweede, geen enkel soeverein land wil fiscale bevoegdheden afstaan, nog het minst van al in een monetaire unie, omdat de fiscaliteit het laatste belangrijke instrument is om nog een eigen economisch beleid te voeren. Europa liet Luxemburg daarom doen, tegen zijn eigen gedragsregels in.

Op zich is er ook niets mis met een gezonde dosis fiscale concurrentie. Het motiveert overheden om zorgzamer met het belastinggeld om te springen. De lijn tussen gezonde en schadelijke fiscale concurrentie is echter flinterdun. Door de globalisering van de wereldeconomie zijn de winststromen van multinationals zeer mobiel geworden. Deze winsten vloeien naar landen met de laagste tarieven. Dat kan leiden tot een ‘race naar de bodem’, zeker als landen als Luxemburg er de kantjes aflopen. Elkaar vliegen afvangen heeft echter grote nevenschade. Als multinationals de dans ontspringen, komt de belastingdruk terecht op minder mobiele belastinggrondslagen, zoals arbeid of kleinere ondernemingen. Dat zorgt voor welvaartsverlies en een ongelijk speelveld. De Hoge Raad voor Financiën pleitte ooit voor fiscale harmonisering in België en in Europa, zeker op mobiele grondslagen, omdat “fiscale concurrentie leidt tot een overheersende positie van de markt en dus tot verlies van onafhankelijk economisch beleid” en “dat de verdienste van concurrentie niet kan toegepast worden op de publieke economie. Voorrang geven op marktwerking op de voorkeur van burgers is de ontkenning van democratie”.

Zo’n vaart loopt het niet. De voorbije jaren is de vennootschapsbelasting gedaald in Europa, maar zijn opbrengsten relatief stabiel gebleven omdat de belastbare basis toenam. Gezonde fiscale concurrentie kan ingevoerd worden door de belastbare basis in heel Europa gelijk te maken, zodat de multinationals niet met hun winsten kunnen schuiven. Laat de lidstaten dan concurrentie voeren binnen een tariefvork, op een heel transparante manier én waarbij iedereen gelijk is voor de wet, van burger tot multinational. Dat voorstel ligt al drie jaar op tafel in Europa, en kan tot een efficiëntere overheid leiden. Precies wat Jef Colruyt vraagt.

DAAN KILLEMAES

De beeldvorming neemt groteske vormen aan. Begrippen als ‘rechtvaardigheid’ en ‘evenwichtig’ worden misbruikt om aan de eigen verantwoordelijkheid te ontsnappen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content