Naar het voorplan
Het Gentse BricsNet, een softwarebedrijf dat geavanceerde tekenprogramma’s ontwikkelt voor architecten, ingenieurs en aannemers, trekt naar de Easdaq. BricsNet wil er een miljard frank ophalen om onder meer onderzoek en twee Amerikaanse en een Belgische acquisitie te financieren.
Amerikaanse architecten noemen het hun single building model. Eén driedimensionaal model waaruit elke deelnemer aan een bouwproject kan aflezen wat hij weten wil. Het Gentse softwarebedrijf BricsNet wil daarmee de werkwijze van architecten, ingenieurs en aannemers drastisch veranderen. De gebruikte materialen, alle afmetingen, binnenkort ook de sterkteberekeningen: dat alles en nog meer zit vervat in het model.
Met het nieuwe BricsNet Architect-product kunnen wijzigingen in het driedimensionale (3D) model automatisch worden doorgerekend naar alle plannen, doorsneden, gevels en meetstaten. De software laat toe om rechtstreekse links te leggen naar andere programma’s (rekenbladen, projectplanning…) en zelfs om van daaruit het model te veranderen. In de toekomst zal BricsNet Architect ook bouwnormen kunnen interpreteren: het zal automatisch de architect verwittigen wanneer bijvoorbeeld een brandhaspel te ver van een trappenhuis is gepland.
De integratie van ProjectCenter, een product van het Amerikaanse Evolv waarin BricsNet een participatie heeft genomen, maakt virtuele werfvergaderingen mogelijk. Deelnemers blijven op kantoor en hebben toegang tot dat deel van de informatie wat voor hem bestemd is. Het systeem houdt bij wie welke beslissingen heeft genomen en aan wie ze zijn meegedeeld. BricsNet pikt daarmee in op een nieuwe trend in de AEC ( Architecture, Engineering & Construction) software.
Een logische aansluiting is de minderheidsparticipatie van BricsNet in het Canadese AEC Info, een Amerikaans Internet-portaal voor de bouwsector dat een kleine 200.000 bezoekers per maand trekt.
De beursoperatie,
waarvan de roadshow gisteren, woensdag, op gang is getrokken, moet de volledige opslorping van AEC Info financieren. De acquisitie geeft BricsNet een platform om zijn producten ook toegankelijk te maken via het wereldwijde web.
Ontwerpen met de computer
Architectuur en computers zijn voor chief executive officer (CEO) Eric De Keyser (47) van BricsNet bijna altijd onlosmakelijk verbonden geweest. “Driedimensionale modellen kunnen architecten en stabiliteitingenieurs veel tijd besparen, in tegenstelling tot tweedimensionale software, die slechts een elektronische vervanging is van een tekentafel”.
Toen De Keyser vijftien jaar geleden het Antwerpse architectenbureau van Walter Bresseleers na zeven jaar dienst ruilde voor een zelfstandige praktijk, vond hij het Franse Architrion-3D-softwarepakket dat bij zijn Macintosh hoorde, niet ver genoeg gaan. “Niet het conceptuele gedeelte, maar de wijzigingen en bijgevolg de coördinatie van het bouwproject slokken de meeste tijd op,” verzekert hij. “Geen enkel tekenprogramma houdt daar rekening mee.”
De bouwprojecten van om en bij de 2 miljard frank waar De Keyser toen bij Bresseleers voor onder meer IBM en ASLK aan werkte, besloegen soms rond de duizend plannen. Bij elke wijziging moest niet alleen een flink deel van de plannen, maar ook meetstaten en lastenboeken nagezien en eventueel veranderd worden.
BricsNet (toen nog Cadshop), het softwarebedrijf dat De Keyser had opgericht, kon via Architrion weinig aan die toestand veranderen omdat het niet kon ingrijpen in de filosofie van het tekenprogramma zelf. Via herhaalde financieringen, waaronder een 24,9%-participatie van IBM Belgium, werd de eerste architectuur-modelleersoftware ontwikkeld in samenwerking met het lab van professor Eddy Fleerackers van het Limburgs Universitair Centrum ( LUC). Het softwarepakket kon complexe modellen maken; wijzigingen werden via het model rechtstreeks en automatisch doorgevoerd naar alle afgeleide documenten. De eerste versie was gebouwd op het Unix-gebaseerde AES ( Architecture, Engineering Systems) van IBM. Toen het product net afgewerkt was, haalde IBM dat basisproduct weer van de markt.
BricsNet zocht koortsachtig
naar een oplossing. Die werd gevonden bij Bentley Systems, de makers van MicroStation, een zogenaamde Cad “engine”, zeg maar een basistekenpakket met een driedimensionele omgeving en een eigen ontwikkeltaal. Bentley Systems was voor 50% eigendom van de Amerikaanse broers Bentley, die instonden voor de ontwikkeling. De overige 50% zat bij Intergraph, dat de distributie deed. BricsNet herschreef zijn modelleersoftware tussen 1992 en 1994 voor MicroStation, onder meer met de steun van de familie Creyf. Maar toen BricsWork – het nieuwe product – in 1994 op de markt kwam, weigerde Intergraph het te verdelen, omdat het concurrentieel was met Intergraph-producten. BricsNet zelf miste de naambekendheid.
Mijlpaal in bedrijfsgeschiedenis
Eind 1994 stapte de Gewestelijke Investeringsmaatschappij voor Vlaanderen Gimv met ongeveer 20 miljoen frank in het kapitaal van BricsNet (CadShop). De scheiding tussen Bentley en Intergraph in 1995 keerde de kaarten ten goede. Bentley werd zelf verantwoordelijk voor de distributie van zijn kernproduct MicroStation en partners om zijn toepassingsportefeuille uit te bouwen. GeoPak werd bondgenoot voor wegenontwerp, HMR mocht de technologie leveren voor imaging software. BricsWork werd het product voor de AEC-markt (Architecture, Engineering & Construction). In ruil vroeg en kreeg Bentley de exclusieve wereldwijde distributierechten van het product. BricsNet werd betaald in royalty’s en was meteen de enige Europese partner in die Amerikaanse club.
“Een mijlpaal in onze geschiedenis,” verzekert chief technical officer Maarten van Emmerik, die tot voor kort als vice-president bij Bentley werkte en er onder meer verantwoordelijk voor third partyontwikkelingsprogramma’s. Voordien werkte hij voor Intergraph.
Het BricsWork product werd omgedoopt tot MicroStation TriForma. Bentley verdeelde het in Amerika, BricsNet gooide het als reseller van Bentley op de markt in Europa. Filialen in België, Nederland, Frankrijk en Duitsland – waar BricsNet Cubulus opkocht, de grootste verdeler van MicroStation in dat land – namen de producten af bij Bentley en distribueerden ze in de markt. Tot in 1997 ook de wegen van BricsNet en Bentley scheidden (in maart 1997 realiseerde Bentley Systems nog een kapitaalverhoging bij het toengeheten Brics nv via een schuldinbreng van 16,5 miljoen frank).
TriForma is vandaag een gedeponeerd handelsmerk van Bentley Systems, dat een jaaromzet realiseert van bijna 7 miljard frank.
Maar BricsNet
heeft alle rechten behouden om de technologie opnieuw te kunnen gebruiken in nieuwe producten, al of niet op MicroStation gebaseerd. Vandaag schrijft BricsNet nog steeds toepassingen voor MicroStation. Alleen hopen De Keyser en zijn medewerkers hun groei via andere platformen te verwezenlijken. “We besloten al onze toepassingen te ijken op de marktleiders van de sector,” zegt De Keyser.
De standaard geeft de richting aan
In de markt van AEC-software vechten de producenten van basisprogrammatuur een oorlogje uit. De marktleider waarop BricsNet zijn nieuwe Cad-toepassingssoftware ijkt, is AutoCad, de Cad-engine van AutoDesk. Goed voor 2 miljoen gebruikers, waarvan zich volgens het jaarrapport van het moederbedrijf de helft in de AEC-markt bevindt, de markt waar BricsNet actief is. Ter vergelijking: Bentley Systems’ MicroStation telt volgens hun jaarverslag 280.000 geregistreerde gebruikers, waarvan een kwart in de AEC-markt. V-Draft en FelixCad zijn kleinere spelers, die nauwelijks wegen op de markt. De komst van IntelliCad, een programma van specialist in kantoortoepassingen Visio, en een kloon van AutoCad die in aankoop maar een tiende moet kosten, kan de balans nog verder doen omslaan in het voordeel van de AutoCad-compatibele systemen. “We vissen in een vijver van minstens een miljoen potentiële gebruikers,” zegt Eric De Keyser.
BricsNets nieuwe geïntegreerde tekenprogramma, BricsNet Architect, komt in september op de markt. Het brengt de technologie die door BricsNet voor TriForma werd gebruikt in een verbeterde vorm in het AutoCad-marktsegment met 3D modelleersoftware voor architecten. Gekoppeld aan een automatische meetstaat, registreert het programma de gebruikte materialen en rekent elke wijziging door in de plannen, doorsneden, meetstaat en kostenraming. Met de ingebouwde ACIS-modeler, in licentie van Spatial Technologies uit Colorado, waarmee BricsNet nu zeer nauw samenwerkt, zijn er geen limieten meer aan de complexiteit van het model. Maar BricsNet gaat verder: via acquisities in de Verenigde Staten heeft het Gentse bedrijf enkele belangrijke features aan de omgeving van BricsNet Architect toegevoegd. Evolv brengt zijn ProjectCenter in, een intranet-oplossing die komaf maakt met de archaïsche manier waarop vandaag een bouwproject wordt gecoördineerd. Het programma wordt in de VS verdeeld in strategische alliantie met het American Institute of Architects ( AIA), de belangrijkste beroepsvereniging van architecten in de VS. Het AIA verkoopt niet alleen ProjectCenter over zijn website, maar heeft er ook zijn standaardcontracten in geïntegreerd. De acquisitie van AEC Info maakt BricsNet Architect uitbreidbaar met een karrenvracht informatie – bijvoorbeeld alle mogelijke informatie over bouwmaterialen of hoe je in een bepaalde staat het best een bouwaanvraag opstelt – en met een luikje elektronische handel (voorlopig alleen software en boeken, maar later via samenwerkingsverbanden met producenten ook materialen als ramen, deuren…). Maar het maakt vooral een unieke combinatie met het paradepaardje van BricsNet – hun 3D software.
Een nieuw slagveld
“BricsNet is bezig zich een strategische plaats te veroveren op de Amerikaanse markt”, gelooft Michel Vander Eecken, chief financial officer. “Europa zal volgen. Het hinkt vandaag alleen achterop, omdat Internet en computertoepassingen in de bouwsector nog niet zo sterk zijn doorgedrongen.” “We mikken op marktaandeel,” zegt van Emmerik. BricsNet stapt mee in de trend naar drastisch lagere prijzen. BricsNet Architect kost ongeveer 26.000 frank. In de huurformule kost het jaarabonnement 12.000 frank. Allerlei drempelverlagende maatregelen moeten helpen om het product in de markt te plaatsen. “De makkelijke bereikbaarheid, bijvoorbeeld via het Internet, is er één van,” zegt Emmerik. “We zullen onze technologie samen met assistentie ook gratis ter beschikking stellen van bouwproducenten, bijvoorbeeld raamfabrikanten, die hun producten als intelligente 3D-objecten in onze software willen laten integreren. Dat moet het voor architecten nog aantrekkelijker maken om met onze software te werken.”
Investeerders zijn
in elk geval bereid om in te zetten op BricsNet. De bestaande aandeelhouders en nieuwkomers NetFund Europe uit de Mitiska-groep en Sofinim (groep Ackermans & van Haaren) hebben in de voorbije maanden in afwachting van de beursintroductie 7,1 miljoen euro ingebracht.
FRANK DEMETS BRUNO LEIJNSE
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier