Na DeepSeek: Amerika en de Europese Unie begrijpen AI verkeerd

Amerikaans vice-president J.D. Vance | Foto: Getty © AFP via Getty Images

De poging tot wereldwijde eensgezindheid eindigde in een kakofonie. Toen Emmanuel Macrons AI-top op 11 februari werd afgesloten, zette J.D. Vance, de Amerikaanse vicepresident, zonder omhaal zijn America-first-visie op kunstmatige intelligentie (AI) uiteen. Hij hekelde Europa als te zeer gebonden aan regels en vertrok nog voor de gebruikelijke groepsfoto werd genomen. De Europese landen daarentegen sloegen een samenwerkingsgezinde toon aan met China en het mondiale Zuiden, terwijl ze benadrukten dat de risico’s van AI beperkt moeten worden.

Zowel Europa als Amerika moet zijn aanpak herzien. De recente vooruitgang van DeepSeek, de rijzende ster in de Chinese AI-industrie, geeft Europa onverwacht de kans om zijn achterstand in te halen – mits het zichzelf bevrijdt uit zijn keurslijf van regelgeving. Amerika kan zich niet langer gedragen alsof het een monopolie op AI heeft. Het moet zijn machtsuitoefening ten opzichte van bondgenoten herzien.

Razendsnelle evolutie

De snelheid van innovatie is verbijsterend. Nog geen zes maanden geleden leek AI een technologische doorbraak nodig te hebben om breed betaalbaar te worden. Sindsdien hebben nieuwe technieken op het gebied van redeneren en efficiëntie het mogelijk gemaakt dat DeepSeek modellen ontwikkelt die dicht bij de absolute top liggen – zónder gebruik te maken van de meest geavanceerde Amerikaanse chips.

Deze grafiek toont de kosten per miljoen tokens voor grote taalmodellen. OpenAI’s o1-model is veruit het duurst (60 dollar), terwijl DeepSeek V3 het goedkoopst is. Dit wijst op een mogelijke trade-off tussen kracht en kostenefficiëntie, met DeepSeek als voordelige optie voor grootschalig AI-gebruik. © The Economist

En DeepSeek is slechts het eerste voorbeeld. Overal ter wereld werken onderzoekers aan efficiëntere AI. Zo hebben wetenschappers van Stanford en de Universiteit van Washington modellen getraind tegen nog lagere kosten. Terwijl men vroeger vreesde dat er niet genoeg data waren om geavanceerde systemen te trainen, laten recente ontwikkelingen zien dat synthetische data verrassend goede resultaten opleveren.

Lees verder onder link

Voor Europa, dat hopeloos achterop leek te lopen in AI, is dat een gouden kans. In tegenstelling tot zoekmachines zoals Google, waar netwerkeffecten één dominante speler bevoordelen, is er in AI geen economische wet die voorkomt dat Europese bedrijven hun achterstand kunnen inhalen. Het dichten van de kloof is dus vooral een kwestie van beleid. Macron stimuleert terecht investeringen in datacenters, maar minstens zo belangrijk is het terugdringen van bureaucratische belemmeringen die bedrijven ervan weerhouden AI te ontwikkelen en toe te passen. De AI-verordening van de Europese Unie is draconisch: een start-up die een AI-tutoringdienst aanbiedt, moet volgens sommige schattingen risicobeheersingssystemen opzetten, een impactanalyse uitvoeren en een inspectie ondergaan, naast tal van andere verplichtingen.

Amerika zou het gebruik van Chinese AI effectiever kunnen ontmoedigen als het zijn bondgenoten ruimere toegang gaf tot Amerikaanse technologie.

Amerika moet wakker worden

Ook Amerika kan niet op zijn lauweren rusten. De opmars van China bewijst dat het land geen alleenheerschappij meer heeft over AI, enkel en alleen omdat het de meest geavanceerde chips controleert. In plaats daarvan moet het de beste talenten ter wereld aantrekken – hoe onverteerbaar dat ook mag zijn voor de conservatieve vleugel van de Republikeinse partij.

Daarnaast moet Amerika zijn omgang met bondgenoten herzien. In Parijs waarschuwde Vance terecht voor de gevaren van Chinese technologie-infrastructuur (dat China de slotverklaring over AI-regulering ondertekende, verklaart misschien waarom de Verenigde Staten dat weigerde). Toch zou Amerika het gebruik van Chinese AI effectiever kunnen ontmoedigen als het zijn bondgenoten ruimere toegang gaf tot Amerikaanse technologie. In de laatste dagen van zijn presidentschap stelde Joe Biden strenge exportbeperkingen voor, die ook de levering van AI-technologie aan partners zoals India bemoeilijken. Die beperkingen versoepelen zou landen eerder aanmoedigen om voor Amerikaanse technologie te kiezen dan hen in de armen van China te drijven.

De Amerikaanse AI-sector krijgt steeds meer concurrentie. Als het zijn positie als wereldleider wil behouden, zal het niet langer met dreigementen moeten werken, maar met verleiding.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content