Motor Triumph TT600
Vorige maand werd de TT600 in ons land geïntroduceerd. Het Britse Triumph hoopt zo ook jongeren voor het merk te winnen.
Het 600 cc-segment beslaat ruim 50% van de verkochte motoren en is daarmee één van de belangrijkste op de internationale motormarkt.
Triumph had sinds de herstart tien jaar geleden alleen motoren in de hogere cilinderinhoudscategorieën (vanaf 850 cc). Daar zat slechts 30% van de markt. Dus was het voor Triumph belangrijk ook in die 600 cc-markt aanwezig te zijn. Tweede reden: met een 600 cc-motor kan een producent ook jongere motorliefhebbers naar het merk lokken.
Triumph is voor de 600 cc’er afgestapt van het driecilinderconcept van de zwaardere motoren en heeft een viercilinder in lijn ontwikkeld. De TT600 heeft een vermogen van 110 pk. Volgens de Triumph-woordvoerder zou een driecilinder pas vanaf 680 cc dat vermogen kunnen leveren. Bovendien trilt een driepitter sterker dan een viercilindermotor. Om die trillingen te elimineren is een balansas noodzakelijk, waardoor de wielbasis langer wordt. En dat wou Triumph juist vermijden.
Het betekent wel dat de TT600 nu rechtstreeks de concurrentie aangaat met de Japanners (met modellen als de Yamaha R6, de Honda CBR600, de Suzuki GSX600R en de Kawasaki ZX6R). “We gaan de confrontatie niet uit de weg,” heet het. “We hebben een goed product.” De TT600 moest prestaties leveren, comfortabel en zeer handelbaar zijn. Een deel van het ontwikkelingswerk is op circuits uitgevoerd door ex-GP-coureurs. De motor is uitgerust met een injectiesysteem voor de brandstof. Het design van de TT600 is rustig, maar Triumph biedt een serie accessoires (onder meer bagagemogelijkheden).
Een korte testrit leert dat de Triumph een schot in de roos is. De zit is goed en niet extreem sportief. De stuurhelften staan niet te laag en alleen bij langzaam rijden voel je druk op de polsen. De motor toont zich bij normaal verkeersgebruik stabiel op de weg. In lange bochten en op verkeerswisselaars kleeft hij op de weg en houdt zijn lijn. De TT600 laat zich makkelijk van de ene in de andere bocht gooien en heeft geen extreem lange eerste versnelling: als de kilometerteller 85 aanwijst, zit de toerenteller in het rood (bij de Japanners is dat meestal pas bij 100 kilometer per uur). Onder 5000 toeren per minuut is er niet veel vermogen beschikbaar. Dat komt pas daarboven goed vrij. Vanaf 10.000 toeren ‘huilt’ de motor door naar het rode gebied op de teller dat bij 14.000 begint.
Rest de prijs: 397.790 frank. Daarmee is deze motor – door het dure pond – wel een fractie duurder dan de Japanse concurrentie.
ad van poppel
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier