Mooi en meedogenloos

Daan Killemaes
Daan Killemaes Hoofdeconoom Trends

De toekomst van de telecommarkt oogt mooi maar de concurrentie is meedogenloos. De nationale heersers van weleer vechten met de nieuwkomers om de koek. De eersten hebben vaak de klant, maar missen de nieuwste technologie, bij de anderen is het net andersom. Maar beide zijn op zoek naar meer inkomsten om de concurrentieslag te overleven. Schaalvergroting is de strategie. Het lijkt een soapserie in telecom: huwelijken en verlovingen, maar ook even veel scheidingen, want de liefde is soms blind. “Het wordt stilaan onbeheersbaar,” waarschuwt John Goossens, de topman van Belgacom.

D eutsche Telekom maakte eerst France Télécom het hof. De verloving was al bezegeld met het samenwerkingsverband Global One. Maar dan wil Deutsche Telekom plots in het huwelijksbootje stappen met Telecom Italia, dat zo uit de armen van Olivetti tracht te ontsnappen. Olivetti kon uiteindelijk toch Telekom Italia veroveren. Kan Deutsche Telekom de brokken lijmen met France Télécom? Er loopt tusen die twee al een echtscheidingsproces van miljarden euro.

Het ontbreekt de telecomwereld dezer dagen niet aan spannende intriges. Scenaristen van soapseries kunnen er inspiratie opdoen voor tal van afleveringen. Dat de vorige aflevering zich afspeelde in Italië – niet meteen de meest dynamische markt – onderstreept het woelige karakter van de sector. De ongeschreven regel dat de nationale operatoren hun collega’s in het buitenland ongemoeid laten, was al gebroken door de Duits-Italiaanse fusiepoging. Eerder hadden de voormalige monopolies van Zweden ( Telia) en van Noorwegen ( Telenor) de toon al gezet door samen te smelten.

Top van ijsberg

Het bravourestukje van Olivetti zal de herstructuringsgolf wellicht in een stroomversnelling brengen. “Dat was een keerpunt, omdat bleek dat de voormalige monopolies niet langer de overnamedans ontspringen,” stellen analisten vast. De Amerikanen staan al langer te popelen om hun belangen in Europa op te drijven. Daartegen wil Europa’s grootste telecombedrijf, Deutsche Telekom, een dam opwerpen. Het trekt naar de beurs om de oorlogskas te spijzen. “De telecomspelers nemen liever het lot in eigen handen voor iemand anders dat doet. Het is een kwestie van eten of gegeten worden,” zegt Scott Beardsley, telecomconsultant van McKinsey in Brussel.

Geen week gaat voorbij zonder een resem fusies, allianties, joint ventures of andere samenwerkingsvormen. Bigger is better, lijkt de trend. De tabel toont de grootste spelers op de markt. “We zijn nog slechts enkele deals verwijderd van de one trillion dollar company. De huidige fusiegolf is nog maar het topje van de ijsberg. Heel wat operatoren worden nog gecontroleerd door de nationale overheden, wat de consolidatie vertraagt. Ook de complexe aandeelhoudersstructuur van heel wat telecombedrijven remt een verdere concentratie af,” beweert Beardsley.

“Het kluwen zal nog ingewikkelder worden,” meent John Goossens, de topman van Belgacom, die onlangs ook onafhankelijk bestuurder werd van Total Fina (zie kaderstuk Wat in 2001?). “Ooit zal er een soort Jalta-overleg nodig zijn voor de telecommunicatiebusiness. Het wordt gewoon onbeheersbaar. Er zijn zoveel conflicten. Op sommige markten zijn telecombedrijven vrienden, maar enkele markten verder werken ze tegen elkaar. Dergelijke toestanden duren een tijdje vooraleer ze ontploffen.” Belgacom zelf is niet meteen op zoek naar een partner. Goossens: “Vergeet niet dat we al in een internationaal consortium zitten (zie ook kaderstuk De toekomst van Belgacom).”

Groeiende feestdis

Voor het tot overleg komt, woedt er oorlog. De deregulering van de telecommarkten ontketende het huidige intense strijdgewoel. “Deregulering is gewoon een ander woord voor competitie. Die komt nu op kruissnelheid,” zegt Beardsley. “De oude monopolies die netjes een gereguleerde markt onder elkaar verdeelden, het is voltooid verleden tijd.”

Goossens kan er over meepraten: “De enige zekerheidheid die je hebt als voormalig monopolist, is dat je marktaandeel zult verliezen. Wij hebben vandaag een 300-tal concurrenten waarvan er 20 groter zijn dan wij.”

Het spel van de concurrentie haalt de prijzen van de traditionele telecombusiness onderuit. “De klant is de grote winnaar van de deregulering,” vindt Goossens, “Maar wij, de telecombedrijven, moeten door de toenemende concurrentie op zoek naar nieuwe bronnen van groei en inkomsten.”

Die zijn er. Er schuiven niet alleen meer gegadigden aan tafel, ook de feestdis is rijkelijker gespijsd. Goossens: “De doorbraak van de informatietechnologie maakte van telecom een groeisector. Telecom gaat niet langer over het transport van stem, maar over het transport van bits: stem, data, video.” De grafieken markten van de toekomst tonen welke vraagexplosie wordt verwacht. Tegen 2005 zal het data- en Internet-verkeer vertwintigvoudigen, terwijl ook het lange-afstandsverkeer door het dak zal gaan.

Deze markten bieden weliswaar de beste groei- en winstperspectieven, maar ze trekken uiteraard ook de geduchtste concurrenten aan. Beardsley: “De voormalige monopolies moeten rekening houden met een nieuwe generatie van concurrenten die, met de nieuwste technologieën, uit zijn op de meest winstgevende klanten en markten.”

Niet alleen de externe druk neemt toe, ook de aandeelhouders stellen steeds hogere eisen. Dat is het resultaat van de (gedeeltelijke) privatisering van heel wat telecombedrijven. De nieuwe aandeelhouders eisen een behoorlijke return op hun kapitaal en koesteren hoge winstverwachtingen. Worden die niet ingelost, dan staat er heel wat aandeelhouderswaarde op het spel. Beardsley: “Van de meeste operatoren eisen de financiële markten de komende vijf jaar dat de winsten jaarlijks met ongeveer 20% stijgen en de tien jaar daarop met 15%. De komende tien jaar moeten de winsten dus ongeveer vervijfvoudigen. Dat is ambitieus.”

Schaalvergroting

Om bij de winnaars te horen, reageren heel wat telecombedrijven met schaalvergroting. Op die manier trachten ze in de eerste plaats de kosten te drukken. Dat moet de marges verdedigen in een markt met dalende prijzen. Van even groot belang is het om hogere inkomsten en volumes te halen, om zo de vaste kosten beter te spreiden.

Maar die nieuwe bronnen van inkomsten kunnen niet alleen maar op de thuismarkt worden gevonden. De logischereactie van de nationale operatoren is dan ook om de nieuwe concurrenten een koekje van eigen deeg te geven en de buitenlandse markten op te trekken. Goossens: “Ook wij kunnen de vetste brokken zoeken in andere landen.”

Dat gaat sneller door te fuseren of een samenwerkingsverband te sluiten met een buitenlandse partner dan door een nieuw bedrijf op te starten. Beardsley: “Telecom heeft natuurlijke schaalvoordelen, die tot ver buiten de kunstmatige landsgrenzen reiken. Het is een kwestie van tijd voor er pan-Europese producten ontstaan, bijvoorbeeld in mobiele telefonie. Europa heeft nu nog een lappendeken van nationale operators, terwijl er in de VS al veel meer consolidatie is. AT&T biedt mobiele telefonie aan op één netwerk voor heel de VS.”

In Europa heeft bijvoorbeeld het Duitse Mannesmann uitgesproken ambities om een Europees mobiel en vast netwerk uit te bouwen. Deze jonge wolven reageren razendsnel op de marktontwikkelingen, veel sneller dan de voormalige monopolies.

De nieuwkomers zijn ondertussen bezig de traditionelen op achterstand te plaatsen. MCI Worldcom en Qwest maken naam door krachtige glasvezelnetwerken te bouwen tussen grote steden. Global Crossing bouwt een wereldomspannend netwerk van onderzeese glasvezelskabels, dat grote steden verbindt, waaronder ook Antwerpen en Brussel.

Dankzij hun capaciteit zijn deze netwerken heel geschikt om de nieuwe markten in te palmen (Internet, dataverkeer, telefonie via Internet). Bijkomend groot voordeel is dat de kosten kunnen worden verdeeld over gigantisch veel meer transacties. Eens deze netwerken operationeel zijn, zullen de prijzen voor transport over grote afstand spectaculair dalen. Dat maakt de kostenstructuur van de oude netwerken volledig achterhaald.

Ontbrekende schakel

De als kool groeiende bedrijven missen evenwel nog één schakel, tevens de belangrijkste. En net die schakel is (nog) in het bezit van de traditionele operators. Goossens: “Wij hebben de grootste rechtstreekse toegang tot de eindgebruiker.”

Die rechtstreekse toegang tot de klant is het paard van Troje om die klant ook de toekomstige groeiende diensten te verkopen. Dat maakt de local loop, de toegang tot huizen en bedrijven, plots veel méér waard. Beardsley: “Naarmate je meer toegang hebt tot meer gebruikers, word je ook een attractievere partner voor andere vormen van groei, zoals e-commerce of portaalsites.”

Voor de nieuwkomers, de oorlogskas gespijsd met steeds hoger gewaardeerde aandelen, zijn de traditionelen dan ook loslopend wild. Global Crossing wil fuseren met US West, een maatschappij die lokale telefonie aanbiedt in de VS, nadat het eerder al Frontier, een andere lokale speler had overgenomen om toegang tot de eindgebruiker te verwerven.

Kan het ook andersom? Halen de traditionelen gewoon de technologie in huis? Bell South, een operator van lokale telefonie in de VS, wil Qwest overnemen. Ook lange-afstandsoperator AT&T zoekt opnieuw toegang tot de eindgebruiker en nam het kabelbedrijf MediaOne over. Over het algemeen zijn kabelmaatschappijen gegeerde overnamedoelwitten. Zeker omdat vooral in de lokale netwerken, die de wereldwijde glasvezelnetwerken verbinden met de huiskamer, schaarste heerst aan capaciteit of bandbreedte.

De voormalige monopolies, die de lokale netwerken grotendeels controleren, zijn daarom goed geplaatst om te investeren in bandbreedte. Belgacom investeert 2 à 2,5 miljard frank in de uitbreiding van de capaciteit van het netwerk.

“Maar met de nieuwe technologische ontwikkelingen zal onze voorsprong snel verdwijnen. Zaken als de nummeroverdraagbaarheid of één nummer voor vast en mobiel bereik, schudden de markt zeer snel door elkaar”, aldus Goossens. De voorsprong kan ook wegsmelten als Europa beslist dat de lokale netwerken verplicht ter beschikking moeten worden gesteld van derden.

Groter en beter?

Beardsley: “Je kunt je problemen uiteraard niet wegfuseren. Het is ook heel moeilijk om een gigant te runnen. De interne organisatie vraagt dan zoveel aandacht dat de klant mogelijk uit het oog wordt verloren. Of het beslissingsproces wordt te ingewikkeld, wat concurrenten de kans geeft korter op de bal te spelen.”

Goossens: “Je moet de voordelen van een grotere schaal afwegen tegen de nadelen. Wat blijft er over van de globale allianties BT/MCI, Unisource of Global One? Die grote allianties hebben tot nu toe geen resultaten opgeleverd voor al de partners die daarbij betrokken waren. Er beginnen er ook nieuwe: MCI Worldcom of BT/AT&T. Maar de mogelijke conflicten en synergieën zijn steeds verschillend. Je mag ook de culturele aspecten niet onderschatten. Ik zeg vaak dat wijndrinkers en bierdrinkers niet altijd goed samengaan.”

DAAN KILLEMAES

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content