MONOPOLISTEN IN HET GEDRANG ?

Terwijl de liberalisering van de Europese elektriciteitsmarkt in 1996 werd ingezet, laat de vrijmaking van de Europese gasmarkt al jarenlang op zich wachten. Tot spijt van de gas consumerende bedrijfswereld, tot wanhoop ook van Europa, dat de vigerende monopolies met veel ijver te lijf gaat. Luxemburg, sinds 1 juli voorzitter van de Europese Unie, stelde vorige week voor om 45 % van de Europese markt voor natuurlijk aardgas open te stellen voor concurrentie. Het opengooien van de Europese gasmarkt zou worden gespreid over tien jaar. De eerste jaren moeten de landen slechts 20 % van hun gasmarkt openstellen. Het voorstel, waarover de Europese ministerraad in december een beslissing neemt, impliceert dat grote industriële gasverbruikers en elektriciteitsproducenten vrij zullen zijn om hun leveranciers in binnen- en buitenland te kiezen. We vroegen een reactie aan Jean Vermeire, commercieel hoofddirecteur van aardgasmonopolist Distrigas en als dusdanig verantwoordelijk voor verkoop, bevoorrading en transit.

TRENDS. In welke mate verschilt de liberalisering van de Europese elektriciteitsmarkt van de nakende vrijmaking van de Europese gasmarkt ?

JEAN VERMEIRE. Terwijl nagenoeg elk Europees land zijn elektriciteitsbehoefte kan invullen door eigen productie, moet men in de gasmarkt een onderscheid maken tussen de haves en de have-nots. In de gasmarkt zou, althans volgens de laatste versie van de Europese richtlijn, het onevenwicht worden vergroot ten nadele van invoerafhankelijke landen. De liberalisering zou zeer nefaste gevolgen hebben voor de have-nots indien op termijn de overschotten in productiecapaciteit verdwijnen, zoals algemeen wordt aangenomen. We moeten ons hoeden voor verleidelijke extrapolaties. Nu gaat men ervan uit dat we in een absolute kopersmarkt blijven zitten, met gasoverschotten. Tot vier jaar geleden stelde men nog dat de gasmarkt een verkopersmarkt was. De denkoefeningen van de Europese Commissie blijken achteraf niet altijd te kloppen.

De Griek Christos Papoutsis, Europees commissaris voor Energiezaken, stelt nochtans onomwonden dat de bilaterale relatie tussen de distributiemonopolies enerzijds en de niet-EU-bevoorraders (Noorwegen, Algerije, Rusland…) anderzijds zonder meer moet worden opengebroken.

Aangezien Europa momenteel voor 40 % van zijn gasbevoorrading afhankelijk is van deze landen, lijkt de stelling van Papoutsis totaal onrealistisch. Bovendien heeft de EU geen enkele juridische zeggenschap over deze importcontracten. Het zou logischer zijn dat Papoutsis eerst de exportcontracten van het Nederlandse Gasunie naar andere EU-landen (waaronder België, voor een derde van onze bevoorrading) openbreekt.

Waarom blijft Distrigas voortdurend tegen de voorgenomen liberalisering ingaan, door te schermen met argumenten zoals langetermijncontracten, bevoorradingszekerheid of financiële bedreiging voor geplande infrastructuurwerken ? Is Distrigas niet hopeloos conservatief ?

Het succes waarmee Distrigas de aanlanding van de Interconnector ( nvdr – de onderzeese pijpleiding tussen Bacton in Engeland en Zeebrugge) en de transitcontracten naar de buurlanden heeft binnengehaald, getuigt eerder van een progressieve visie. De rechtstreekse verbinding met de productieoverschotten in de Engelse markt versterkt de inkooppositie van een land als België, dat totaal afhankelijk is van gasinvoer. Het enige wat ons interesseert, is bevoorradingszekerheid van de consument.

In Nederland raakte Gasunie al verschillende grote klanten kwijt. Kan dat niet met Distrigas ?

Het commercieel beleid van Gasunie, waarbij een mogelijk marktverlies van 20 % wordt aangekondigd, bewijst dat Gasunie opteert voor een strakke prijzenpolitiek. Veel grootverbruikers zullen hun gas elders inkopen. Distrigas daarentegen wil dat klanten, ook bij een eventuele vrijmaking van de gasmarkt, geen enkele reden kunnen vinden om over te stappen naar een andere leverancier.

Krijgen we in de toekomst goedkoper gas, onder meer door de aanleg van de Interconnector, die goedkoper Brits gas zal aanleveren naar het continent ?

De prijsniveaus zullen aan beide kanten van de pijp naar elkaar toe groeien. Door het Britse gasoverschot is het waarschijnlijk dat de gasprijzen op het continent zullen dalen. Maar niets is definitief : de Britse gasprijzen waren de voorbije jaren aantrekkelijk, maar met het klimmende Britse pond kan daarin verandering komen.

Waarom verzetten de Europese gasmonopolisten zich zo hevig tegen de voorgenomen liberalisering ?

Zodra de Europese gasrichtlijn wordt omgezet in een nationale wetgeving, zal Distrigas deze richtlijn naleven. Belangrijkste struikelblok voor het behalen van een voldoende meerderheid op Europees vlak is de vraag of er een stabiele oplossing komt voor de Take Or Pay-contracten ( nvdr – vaste contracten waarin de hoeveelheden en de prijzen op voorhand worden vastgelegd). Deze contracten hadden precies tot doel de openbare nutsverplichting inzake marktbevoorrading na te komen.

Een groot deel van West-Europa is al in de ban van de Russische gasleveringen. Die kunnen in de toekomst alleen maar belangrijker worden. Ons land heeft de Russische gasboot altijd vakkundig afgehouden. Komen de Russen nog naar ons land of niet ?

De Russen zijn er al. Het Russische Gazprom heeft met uitzondering van Engeland contracten met alle grote Europese markten. Gazprom heeft duidelijk belangstelling getoond voor Interconnector, waarin het voor 10 % participeert. Gazprom heeft altijd staande gehouden dat het niet de bedoeling was de West-Europese markt te overspoelen. Verwacht ook weer niet alles van de Russen. In de vroegere politieke constellatie hadden zij toegang tot een groot deel van Europa. Nu is dit niet langer het geval : onder meer de afstand tussen de Oder en de Russische grens, voor de aanleg van noodzakelijke nieuwe leidingen, is vanuit financieel oogpunt niet evident meer.

KAREL CAMBIEN

JEAN VERMEIRE (DISTRIGAS) Distrigas wil, ook in een vrije Europese gasmarkt, geen klanten verliezen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content