Moet ook België sociale media voor kinderen verbieden? ‘Er is een grote kans op datalekken en privacy-inbreuken’

Illustratiebeeld © Getty
Sebastien Marien
Sebastien Marien Journalist bij Trends

Vanaf woensdag is het in Australië verboden voor kinderen onder de zestien jaar om nog Instagram of TikTok te gebruiken. Het land krijgt een verregaand socialemediaverbod. De hele wereld volgt het met veel belangstelling, maar de Australische burgers betalen er wel een hoge prijs voor.

Vanaf 10 december moeten sociale netwerken zoals Instagram, Facebook en X in Australië de accounts van kinderen jonger dan zestien jaar blokkeren. Doen die dat niet, dan riskeren ze boetes tot 49,5 miljoen Australische dollar (27,9 miljoen euro). Australië komt zo als eerste democratische land met een verregaand socialemediaverbod. De hele wereld kijkt geboeid toe. Ook Frankrijk, Nederland en Denemarken overwegen verregaande maatregelen.

Op sociale media komen jongeren in contact met ongepaste content zoals haatdragende berichten, posts die aanzetten tot zelfverminking en zelfmoord, video’s die eetstoornissen veroorzaken en pornografie. Meerdere wetenschappelijke onderzoeken hebben uitgewezen dat zulke content een grote negatieve impact heeft op minderjarigen, omdat ze verstandelijk nog volop in ontwikkeling zijn, waardoor zulke informatie een grotere indruk achterlaat dan bij volwassenen.

Daarnaast is duidelijk geworden dat socialemediabedrijven te weinig ondernemen om die jonge gebruikers te beschermen. Platformen zoals Facebook, Instagram en X hebben moderatietools om schadelijke content te verbergen voor minderjarigen, of — afhankelijk van het soort content — voor alle gebruikers. Maar de afgelopen jaren hebben netwerken als X en Facebook hun contentbeleid versoepeld. Bovendien zetten ze minder in op menselijke moderatie en meer op automatische moderatie door algoritmen. Zulke systemen maken nog altijd inschattingsfouten en zijn te bespelen door mensen met verkeerde bedoelingen.

Bekijk ook de reportage van Trends Z: Excuses van Meta-baas Zuckerberg voor mentale problemen bij kinderen

Meer dan sociale media

In België mogen kinderen in principe pas vanaf dertien jaar een account aanmaken op sociale media, maar de gemiddelde leeftijd waarop ze dat in werkelijkheid doen, is tien jaar. Vorige week kreeg het onderwerp veel aandacht, nadat de Hoge Gezondheidsraad (HGR), het wetenschappelijk adviesorgaan van de federale overheidsdienst Volksgezondheid, een advies gaf over het reguleren van sociale media voor kinderen. Hoewel die de meeste risico’s van socialemediagebruik voor kinderen onderschrijft, gaf de raad een negatief advies voor een totaalverbod.

Als eerste zette de HGR vraagtekens bij de kwaliteit en de mogelijke vooringenomenheid van bepaalde onderzoeken naar de negatieve gevolgen van sociale media. De raad wees ook op de positieve effecten van sociale media als communicatiekanalen. Volgens de HGR zijn de mogelijke negatieve gevolgen sterk persoons- en contextgebonden. Het is daarom moeilijk te bepalen welke apps al dan niet onder een verbod zouden moeten vallen. Gaat het om klassieke sociale netwerken zoals TikTok, Facebook en Instagram? Of neemt de overheid ook communicatie-apps als WhatsApp en Messenger mee in het bad?

‘Gezien de gevoeligheid van de gegevens die door derden worden verwerkt en de schaal waarop de verificatie plaatsvindt — alle socialemediagebruikers in een land — kunnen de negatieve gevolgen verregaand zijn’

Wouter Van Bockhaven, Antwerp Management School

Wouter Van Bockhaven, professor strategy en smart ecosystems aan Antwerp Management School, stelt dat het probleem verder reikt dan alleen socialemedia-apps. “Als het tot een verbod komt, zullen jongeren altijd hun weg vinden naar apps die uitgesloten zijn van het verbod. Dat kan bijvoorbeeld ook gaan om games, zoals het populaire Roblox.” Het problematische gedrag kan zo voor een deel verhuizen, argumenteert Van Bockhaven.

Geen eensgezindheid

Vlaanderen heeft sinds september al een verbod op het gebruik van smartphones in lagere en middelbare scholen, met de derde graad van het secundair onderwijs als de belangrijkste uitzondering. “We zien een verband tussen technologie en het stijgende aantal depressies, zelfmoorden, gevallen van zelfbeschadiging en angst- en eetstoornissen bij kinderen”, zei Vlaams minister van Onderwijs Zuhal Demir (N-VA) vorig jaar toen de maatregel werd aangekondigd. “Een smartphoneverbod zorgt voor een veiligere en rustigere schoolomgeving.

Hoewel dat verbod goed werd onthaald door de meerderheidspartijen in de Vlaamse regering, is er geen eensgezindheid over de invoering van een socialemediaverbod voor kinderen en jongeren onder zestien jaar. De partij Vooruit, en met name voorzitter Conner Rousseau en minister van Welzijn Caroline Gennez, zijn uitgesproken voorstander. Cieltje Van Achter, N-VA-minister voor Media, liet bij VRT NWS weten het advies van de HGR te willen volgen. Zij wil dat in de plaats de huidige regels — een verbod voor kinderen onder de 13 jaar — beter worden gehandhaafd.

Meerdere stemmen pleiten er ook voor om het verloop van een socialemediaverbod in Australië eerst af te wachten en die kennis mee te nemen in de besluitvorming.

Het VPN-probleem

Australië is niet het enige land dat wordt gevolgd. Ook het Verenigd Koninkrijk heeft sinds afgelopen zomer een socialemediaverbod, maar dan specifiek voor platformen die volwassen content aanbieden. Dat gaat van pornosites tot internetfora en volwassengroepen op het sociale nieuwsforum Reddit.

De eerste signalen uit het Verenigd Koninkrijk leggen de moeilijkheden om de wet te handhaven bloot. Uit gegevens over het aantal appdownloads op iPhones en Android-toestellen blijkt dat VPN-apps bovenaan de ranglijsten staan. Virtual private networks kunnen de identiteit van gebruikers in online-omgevingen verbergen. Alles wijst erop dat Britse jongeren VPN’s gebruiken om hun locatie te verbergen en de restricties in hun land te omzeilen.

Wouter Van Bockhaven, professor strategy en smart ecosystems aan Antwerp Management School. Beeld: AMS.

“Dat zijn dingen die we eerder al zagen in totalitaire regimes, waaronder China”, vertelt Wouter Van Bockhaven. “Waar de overheid verregaande digitale controle uitoefent, gaat een deel van de burgers op zoek naar manieren om die te omzeilen. VPN-apps of proxyservers zijn dan veelvoorkomende oplossingen.”

Een bijkomend probleem is dat proxyservers en VPN’s soms zelf de privacy van gebruikers schenden. Dat komt vooral voor bij gratis VPN-apps. Sommige stemmen in het Verenigd Koninkrijk pleiten ervoor om zulke apps te verbieden, maar dat idee ondervindt veel tegenkanting. Het inherente doel van die apps is de privacy van internetgebruikers te beschermen, onder meer tegen websites die methodes gebruiken om bezoekers te volgen en gepersonaliseerde reclame aan te bieden.

Grootschalige privacyinbreuk

Een tweede privacyprobleem stemt Van Bockhaven nog meer ongerust. Zowel Australië als het Verenigd Koninkrijk leggen de verantwoordelijkheid voor de implementatie van het verbod volledig bij de socialemediabedrijven. Die gebruiken digitale verificatiemethoden om de leeftijd van gebruikers te bepalen, zoals het uploaden van een kopie van de identiteitskaart of een gezichtsscan via de selfiecamera van de smartphone.

“Het grote probleem is dat elk netwerk een andere tool gebruikt die bijzonder privacygevoelige gegevens van gebruikers verwerkt. En die tools zijn ontwikkeld door privébedrijven met een winstoogmerk, die de gevoelige gegevens bewaren”, stelt Van Bockhaven.

Lees ook: ‘We moeten jongeren vaker aanmoedigen om de moeilijke weg te kiezen’

Het Amerikaanse Persona is zo’n bekende speler in de identificatie-apps en werkt met diensten als Reddit en LinkedIn. Persona belooft de gegevens van gebruikers niet met derden te delen, maar er zijn uitzonderingen. Zo kan Persona gegevens delen met als doel zijn dienst te verbeteren. Het sluit ook niet uit dat bepaalde functies in Persona die door derden zijn ontwikkeld, in aanraking komen met persoonlijke data van gebruikers.

“Er zijn heel wat uitzonderingen aan verbonden, en ten tweede moet je hen ook maar geloven. Daarnaast kunnen we vraagtekens zetten bij de beveiliging. Zulke diensten kunnen wel zeggen dat beveiliging hun grootste prioriteit is, maar zelden is dat het aspect waarin ze het meest investeren. Gezien de gevoeligheid van de gegevens die door derden worden verwerkt en de schaal waarop de verificatie plaatsvindt — alle socialemediagebruikers in een land — kunnen de negatieve gevolgen verregaand zijn. Ik denk naast privacy-inbreuken ook aan een verhoogde kans op datalekken.”

Dataruimtes

Is het beter dat de overheid zelf een verificatietool ontwikkelt om een verbod op sociale media te handhaven? Volgens professor Van Bockhaven niet. “We hebben het over verregaande controle en daarom willen we niet alle eieren in de mand van de overheid leggen. Het hoeft zeker geen overheidsmonopolie te worden. De vereisten zijn bovendien veranderlijk en het is ook niet de expertise van een overheid.”

Van Bockhaven gelooft eerder in publiek-private samenwerking. Volgens hem moeten we kijken naar de specifieke competenties van zowel overheden als privébedrijven. “De belangen zijn te complex om volledig in handen te geven van de privésector, maar er is niets mis met het idee dat een privébedrijf een app bouwt die de toegang tot sociale media verifieert. Maar zorg ervoor dat je de gevoelige data afschermt, bijvoorbeeld via dataruimtes. Dat zijn in feite sterk beveiligde knooppunten tussen twee bestaande databases.”

‘Ik verwacht dat we binnen deze nieuwe geopolitieke context onze data meer zelf in handen zullen nemen. Dataruimtes kunnen een belangrijke rol spelen bij het uitwisselen van gevoelige gegevens’

Wouter Van Bockhaven, Antwerp Management School

Van Bockhaven verwijst naar Athumi, het datanutsbedrijf van de Vlaamse overheid, waarvan een deel van de aandelen in private handen is. Athumi kan op een veilige en privacyvriendelijke manier gegevens uitwisselen tussen twee diensten. In het voorbeeld van een verificatietool voor sociale media blijven de identiteitsgegevens altijd bij de overheid. Athumi kan vervolgens aan een digitale tool van derden bevestigen dat de gebruiker meerderjarig is, zonder dat die tool rechtstreeks in aanraking komt met de gevoelige data. Anderzijds is er ook geen inzage door de overheid: die verstrekt enkel de noodzakelijke bevestiging.

Wouter Van Bockhaven deed met de Antwerp Management School onderzoek naar de zogenoemde data-economie. Hij gelooft dat er een grote rol is weggelegd voor dataruimtes zoals die van Athumi. “We delen ontzettend veel gegevens met bigtechspelers. Die data belanden op Amerikaanse servers en spelen een rol in de verdienmodellen van zulke bedrijven.”

Hij wijst op de nieuwe geopolitieke context, naar hybride oorlogsvoering en de veranderde relaties tussen de Verenigde Staten en Europa. “Als het eerste jaar van het presidentschap van Donald Trump ons iets heeft geleerd, dan is het wel dat we als Europese landen ons lot meer in eigen handen willen nemen. Dat geldt ook voor onze waardevolle online gegevens. Ik verwacht dat we binnen deze nieuwe geopolitieke context onze data meer zelf in handen zullen nemen. Dataruimtes kunnen een belangrijke rol spelen bij het uitwisselen van gevoelige gegevens.”

Lees ook: Yasmin Vantuykom lanceert Quyet: ‘Ik wil dat offline weer cool wordt’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Expertise