MOET MISBRUIK NIET PER DEFINITIE UITGESLOTEN ZIJN?

2006 is geen spectaculair fiscaal jaar geworden.

Grote hervormingen hebben er zich niet voorgedaan.

A lles is dit jaar grotendeels gebleven bij het sleutelen aan bestaande fis- cale regelingen. Toch kunnen we enkele tendensen ontwaren.

Zonde. De eerste betreft de stilaan bijna geïnstitutionaliseerde aandacht voor de fiscaal zondige medemens. In de plaats van de eenmalige bevrijdende aangifte (EBA) waarmee de minister van Financiën twee jaar geleden stuntte, is er vanaf dit jaar een permanente regeling gekomen die fiscale spijtoptanten toelaat berouwvol naar het vaderhuis terug te keren. Het grote verschil zit hem in het tarief. In het EBA-tijdperk was de penitentie spotgoedkoop. Voor de nieuwe (permanente) regularisatiemogelijkheid moet een zware tol worden betaald. In grote lijnen komt die erop neer dat de ontdoken belasting alsnog moet worden betaald. Dat verklaart allicht waarom de maatregel zo weinig succes kent. Wie zich niet heeft laten verleiden om voor een prikje aan de EBA mee te doen, zal weinig geneigd zijn zich nu blauw te betalen om alsnog vergiffenis te krijgen.

Van dezelfde tendens getuigt ook de eenmalige operatie die onlangs op het getouw gezet is, om diamantairs de mogelijkheid te geven hun diamantvoorraden te actualiseren. In normale mensentaal wil dat zeggen dat men ten behoeve van de diamantairs een bijzondere regularisatiemogelijkheid heeft georganiseerd. Die operatie is vandaag al achter de rug. De diamantairs die van de pas enkele weken geleden door het Parlement spoorslags goedgekeurde regeling gebruik wilden maken, hadden slechts tot gisteren tijd om hun (milde) bijdrage op de bankrekening van de Schatkist te storten. Het lijkt wel alsof de regering deze gênante vertoning zelf zo vlug mogelijk achter de rug wou hebben. Of de parlementsleden het ook een beschamende vertoning hebben gevonden, is niet bekend. Tijdens de parlementaire voorbereiding zijn geen kritische geluiden gehoord. Wellicht hebben de meeste parlementsleden nauwelijks beseft wat zij door hun druk op de knop bezegeld hebben. Of de voorraadactualisering – zoals de maatregel officieel heet – ook iets heeft opgebracht, is nog niet bekend. Pijnlijk is wel dat de maatregel – die per slot van rekening bedoeld was om de diamantairs te paaien – uitgevoerd moest worden op het ogenblik dat de diamantwereld in diepe rouw verzonken was nadat een van hun collega’s tijdens een huiszoeking van het gerecht bezweken was. Als tegenstrijdig signaal kan dat tellen.

Coördinatiecentra. Een andere tendens: de regering wil België internationaal op de kaart zetten als vrijhaven voor de vestiging van financieringsvennootschappen van internationale vennootschapsgroepen. Dat moet een oplossing bieden voor het door de Europese Commissie bezegelde lot van de coördinatiecentra. De notionele interest is speciaal met het oog daarop uitgevonden. Andere flankerende maatregelen zagen het voorbije jaar het licht.

Achteraf is gebleken dat al deze inspanningen niet nodig of minstens voorbarig waren. Uit de rechtspraak van het Europees Hof van Justitie is inmiddels gebleken dat de coördinatiecentra nog tot eind 2010 onbekommerd mogen doorwerken.

Intussen draait de notionele interest op volle toeren. Of beter gezegd: alles wordt in gereedheid gebracht om de buit voor de eerste keer binnen te halen. De maatregel zal immers voor het eerst in de aangifte in de vennootschapsbelasting van het aanslagjaar 2007 worden toegepast. Pas dan zal blijken of en hoe de bedrijfswereld creatief geweest is in het optimaliseren van de mogelijkheden die de nieuwe aftrekpost haar biedt.

Je hoeft niet voor waarzegger gestudeerd te hebben om te voorspellen dat de uitkomst verrassend zal zijn. Elk advieskantoor heeft het terecht tot zijn plicht gerekend na te kijken hoe de situatie van zijn vennootschappen/cliënten best aan de notionele interest kan worden aangepast.

Misbruik. Nog een tendens. Terwijl de Belgen het niet afleren de fiscus als een te vloeren tegenstander te zien, zoekt diezelfde fiscus altijd opnieuw naar mogelijkheden om misbruik in de kiem te smoren. Op het gebied van de inkomstenbelastingen beschikt hij al meer dan tien jaar over de beroemde algemene antimisbruikbepaling (waarvan de toepassing – wegens een gebrekkige formulering – maar niet wil lukken). Nu wou de fiscus ook op het gebied van de btw ten strijde trekken. Maar ook daar gaat het zeer moeizaam.

Eerst werd de (onwerkzame) antimisbruikbepaling uit de inkomstenbelastingen gewoon naar de btw gekopieerd. Maar de btw is de inkomstenbelasting niet. De btw is een door Europa gedicteerde belasting. De lidstaten doen niet wat ze willen. Hier heerst het oordeel van de Europese richtlijnen en van de interpretatie ervan door het Europees Hof van Justitie. Dus werd de kersverse bepaling weer ingetrokken en vervangen door nieuwe bepalingen die beter aansluiten bij de rechtspraak van het Europees Hof. Waarbij men zich kan afvragen waarom dit allemaal zo moeizaam moet gaan. Moet misbruik niet per definitie uitgesloten zijn?

De auteur is advocaat en hoofdredacteur van Fiscoloog.

Jan Van Dyck

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content