Moed onder vuur
Als geschiedenis wordt geschreven, lijkt zelfs een korte vakantie een decennium te duren. De wereld is in nauwelijks twee weken in een ander tijdsgewricht terechtgekomen.
De Verenigde Staten verliezen voor het eerst hun AAA-rating en raken daarmee definitief hun status van wereldhegemonie kwijt. Het slagveld op de aandelenbeurzen begint meer en meer op een bloedbad te lijken. De ECB verfrommelt haar statuten en regelt voor de Spaanse en Italiaanse regeringen een betaalbare financiering van hun overheidsschulden. Ben Bernanke garandeert gratis geld tot het einde der tijden. Ondertussen is het eurogangreen doorgedrongen tot Frankrijk, wordt overal de hakbijl gezet in de economische vooruitzichten en lijkt een wereldwijde recessie niet langer onmogelijk.
In deze omstandigheden is er nauwelijks een metafoor of analogie sterk genoeg om te beschrijven wat er op het spel staat voor de eurozone. Of toch… Op vakantie wat boeken gelezen, waaronder het schitterende ‘War’ van Sebastian Junger.
Hij was als journalist meer dan een jaar embedded bij een compagnie Amerikaanse soldaten die een kleine vooruitgeschoven basis bemannen in het onherbergzame Afghaanse hooggebergte. In het boek beschrijft hij een aantal bloedstollende vuurgevechten waarbij hij zich afvraagt waarom soldaten in die omstandigheden toch blijven functioneren en er zelfs levend uitkomen. Ze nemen bewust risico’s die geen zinnig mens zich ooit in zijn hoofd zou halen.
Op basis van een resem psychologische studies en zijn ervaringen op het terrein komt de auteur tot een interessante conclusie. Als een soldaat tijdens een hinderlaag enkel en alleen denkt aan zijn individuele veiligheid, sneuvelt hoogstwaarschijnlijk iedereen van zijn gevechtseenheid. Als iedereen uitsluitend handelt in het belang van de groep, vallen er meer dan waarschijnlijk gewonden, maar is de kans groot dat iedereen overleeft. Hoe tegennatuurlijk het ook klinkt, het riskeren van lijf en leden in het belang van de groep maximaliseert op dat moment de overlevingskans voor iedereen. Ieder voor zich staat gelijk met een zekere dood.
Het verband met het Europese strijdtoneel kan nauwelijks duidelijker zijn. Al bijna anderhalf jaar ligt de eurozone onder een financieel spervuur en ondertussen hebben de financiële markten het eindoffensief tegen de muntunie ingezet. Griekenland, Ierland en Portugal zijn al zwaargewond geëvacueerd naar het veldhospitaal, maar zelfs nu houdt de barrage niet op.
Alle Europese leiders kijken verstijfd van angst naar elkaar en panikeren elk in hun eigen greppel of achter een dun boompje. Duitsland zit achter zijn veilig gewaande aarden wal en vertoont bitter weinig moed. Een financieel sterk bewapend land dat weigert zijn eigen veiligheid op het spel te zetten, garandeert op die manier de ondergang van de hele groep.
Concreet: een versterking van het Europese noodfonds is absoluut nodig om te garanderen dat ook landen als Italië of Spanje de volgende jaren desnoods beschermd kunnen worden terwijl ze hun hervormingen en saneringen doorvoeren.
Uit een studie van JP Morgan blijkt dat een verdrievoudiging of zelfs een verdubbeling van het noodfonds Duitsland zo veel kost in afgegeven garanties dat zijn eigen AAA-rating in het gedrang kan komen. Dat ligt uiteraard bijzonder gevoelig in Duitsland, zeker nu de inkt van het vorige grote akkoord nauwelijks droog is en de binnenlandse euroscepsis groeit. De nakende groeivertraging laat de Duitsers bovendien nog voorzichtiger omspringen met hun belastinggeld.
Voorlopig is er gelukkig nog de Europese Centrale Bank. Beschermd en van ver achter de frontlijn vuurt zij momenteel haar schier onbeperkte munitie af als ondersteuning van de belaagde Europese grondtroepen. Iedereen weet dat het initiatief vroeg of laat van de Europese leiders zelf moet komen. Zij lijken de monetaire ondersteuning eerder te gebruiken als een aansporing om zelf minder te doen.
De tijd raakt stilaan op en het is wachten op een grootschalig tegenoffensief. Grote moed onder vuur inspireert de anderen, bespoedigt de zege en krijgt een vermelding in de geschiedenisboeken. Een panikerende leider die vreest voor eigen lijf en leden verlamt de rest van de groep en krijgt alleen een vermelding op de grafsteen van de muntunie.
De auteur is hoofdeconoom van BNP Paribas Fortis.
PETER DE KEYZER
Het riskeren van lijf en leden in het belang van de groep maximaliseert de overlevingskans voor iedereen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier