‘Minder belastingen voor goede bedrijven’
De Oostenrijkse econoom Christian Felber strijdt voor een radicale transformatie van ons economische systeem en vraagt bedrijven de voorhoede daarvan te vormen. “De economie moet ethische bedrijven bevoordelen, zodat de neerwaartse spiraal van kostenminimalisatie en winstmaximalisatie stopt.”
“Negen op de tien mensen willen een nieuw economisch systeem”, schrijft de Oostenrijkse econoom Christian Felber in de inleiding van zijn boek Ware Winst, dat onlangs naar het Nederlands is vertaald. Felber baseert zich op de resultaten van een recente rondvraag in zijn thuisland en Duitsland, maar gelooft dat het ongenoegen elders even groot is. Hij verwerpt bovendien dat er geen alternatief is. “In een democratie zijn er altijd alternatieven”, klinkt het. De afgelopen jaren werkte hij daarom de ‘Gemeinwohl-Ökonomie‘ uit, de ‘Gemene-Goed-Economie’.
Het werk van Felber is geen filosofisch traktaat, veeleer een praktische handleiding. En zijn ideeën krijgen heel wat navolging. Zo maken al 400 bedrijven, vooral in de Duitstalige wereld, zijn alternatieve balans op (zie kader De Gemene-Goed-Balans). “Die balans stelt een aantal fundamentele waarden voorop, zoals ecologische duurzaamheid, sociale rechtvaardigheid en democratische inspraak, en probeert te meten in welke mate een bedrijf die waarden vervult of schaadt. Het doel is dat die balans verplicht wordt naast de traditionele financiële balans”, legt hij uit.
Felber is een beeldenstormer, een man met een uitgesproken mening (zie kader Enkele radicale ideeën). Zijn analyse van de economie klinkt snoeihard. “De kern van het probleem is dat wij middel en doel verwarren. Wij maken geld, wat een middel zou moeten zijn, tot het doel van alles. Dat wordt pas echt duidelijk als je ziet hoe wij succes meten: bij een land is dat aan de hand van het bruto binnenlands product, bij een bedrijf is dat het rendement op investeringen en de winst.”
Welk doel de economie zou moeten dienen, ligt volgens Felber al lang vast. “Zonder uitzondering stelt de grondwet van democratische landen dat het uiteindelijke doel van elke economische activiteit het algemeen belang moet zijn. Alle uitwassen van ons huidige model – milieuvervuiling, de achteruitgang van de democratie of de stijgende ongelijkheid – zijn het gevolg van die verwarring tussen middel en doel.”
Waarom is het zo belangrijk dat bedrijven zo’n Gemene-Goed-Balans opstellen?
CHRISTIAN FELBER. “Het idee is positieve incentives te geven aan bedrijven die de vooropgestelde waarden beter vervullen en dus beter scoren. Afhankelijk van zijn resultaat zou een bedrijf bijvoorbeeld meer of minder belastingen betalen, of krijgt het gemakkelijker toegang tot overheidsopdrachten of bepaalde markten. Het doel is dat de economie ethische bedrijven bevoordeelt, zodat de neerwaartse spiraal van kostenminimalisatie en winstmaximalisatie stopt.”
Opvallend is dat bedrijven centraal staan in uw alternatief.
FELBER. “Natuurlijk. Alleen al in Oostenrijk zijn er 350.000 bedrijven, en in Duitsland 4 miljoen. De economie proberen te veranderen zonder de steun van minstens de meerderheid van die bedrijven is niet alleen onbegonnen werk, maar ook zinloos. Zij zullen het effect voelen, dus moeten ze de verandering niet alleen steunen, maar ook de voorhoede ervan uitmaken.
“Kijk, als we het eens zijn dat het uiteindelijke doel van de economie het algemene belang behoort te zijn – wat in veel grondwetten staat en sinds de oudheid door zowat alle ethisch-filosofische scholen gezegd wordt – dan moeten we op zoek naar een manier om te meten hoeveel een bedrijf bijdraagt aan dat algemene belang.”
En bedrijven die het goed doen, moeten daarvoor beloond worden?
FELBER. “Vandaag overleven de bedrijven met de beste financiële resultaten. De belangrijkste vraag voor elk bedrijf is dus: hoe kan ik mijn financiële resultaten optimaliseren? Meestal betekent dat weinig goeds voor de samenleving. Of anders gezegd: het minst ethische product is door de band genomen goedkoper dan het meer ethische product. Dat toont het falen van ons systeem. Wij proberen het omgekeerde te bereiken: het ethische product moet goedkoper zijn dan het minder ethische. Daarvoor hebben we enerzijds de Gemene-Goed-Balans nodig, die de ethische prestatie van een bedrijf meet, en anderzijds wettelijke incentives die ten goede komen aan bedrijven die goed scoren of hervormen.”
Winst speelt nog altijd een rol in uw model, maar een bedrijf mag die alleen gebruiken voor investeringen, het aanleggen van reserves voor verliezen, de verhoging van het eigen vermogen, winstuitkeringen aan de werknemers en leningen aan andere bedrijven. U ziet dus geen plaats meer voor dividenden. Waarom zou iemand die kapitaal verstrekt aan een bedrijf daarvoor niet beloond mogen worden?
FELBER. “Als je kapitaal vergoedt, dan wordt de verdeling van het inkomen ten eerste almaar ongelijker. Dat leert het verleden. Ten tweede, en dat is nog veel belangrijker, als je kapitaal vergoedt, stroomt het vooral naar waar het hoogste rendement te halen valt. Maar dat is niet zinvol. Kapitaal moet worden ingezet waar het het meest aan het algemeen belang kan bijdragen.
“Geen dividenden betekent bovendien niet dat iemand zijn geld verliest. Nee, hij verdient gewoon niet nog meer geld aan zijn geld. Dat mag toch ook niet het doel van de economie zijn. Het doel van de economie is aan basisbehoeften te beantwoorden, en het leven op een ethische manier zin te geven.
“Maar voor alle duidelijkheid: ik ben geen politieke beweging gestart die zegt hoe het allemaal moet. Wij hebben eigenlijk maar één eis en dat is een democratische discussie over verschillende voorstellen. Als een meerderheid van de bevolking de afschaffing van dividenden te verregaand vindt, zijn andere voorstellen mogelijk. En als de beslissing is dat de huidige regeling de beste is, dan blijft ze gewoon bestaan.”
Is het risico niet dat mensen twee keer zullen nadenken voor ze investeren en hun geld toch maar liever op hun spaarboekje zullen houden?
FELBER. “Ik hoop net dat mensen twee keer nadenken over een investering (lacht). De achterliggende vraag is: hoe kunnen bedrijven voldoende financiering vinden voor een investering die bijdraagt aan het gemeengoed? Wel, ik stel een verbod op speculatie voor, dus geen handel in futures of afgeleide producten meer. Dan blijven er maar twee alternatieven meer: of je investeert rechtstreeks in een bedrijf, of je brengt je geld onder bij een bank. Dat kan op een depositorekening. Daar zet je je geld niet aan het werk, maar is het ook niet in gevaar. De andere optie is dat de bank met je geld een krediet uitschrijft. De bedoeling is dat bedrijven zo veel makkelijker een banklening krijgen dan vandaag.”
Uw economische model lijkt heel erg te steunen op bankfinanciering. Is dat wel een goed idee?
FELBER. “In mijn model zijn banken geen verdoken hefboomfondsen meer zoals nu, maar conservatieve instellingen met maar één businessmodel, en dat is kredieten verstrekken, vooral aan bedrijven. Voor alle duidelijkheid, er zouden niet minder banken zijn dan vandaag. Ik beoog net een grote diversiteit aan gewone publieke spaarbanken, leencoöperatieven en ethische banken zoals Triodos of onze eigen bank, die in de steigers staat. Wat die banken allemaal gemeen zouden hebben, is dat ze het algemene belang voor ogen hebben en niet alleen winst.”
Hoe ziet u de overgang naar die nieuwe economie?
FELBER. “Onze organisatie heeft de afgelopen jaren een snelle – misschien wel te snelle – ontwikkeling gekend. Nu zijn we al in vijftig landen op de een of andere manier actief (zie kader De Gemene-Goed-Economie in België). Onze belangrijkste focus is ten dienste staan van de pionierende bedrijven, gemeenten en universiteiten. De volgende stap is lobbyen op nationaal en Europees niveau en bij de Verenigde Naties om onze voorstellen ingang te doen vinden.”
U gaat ervan uit dat de mens niet focust op concurrentie, maar wil samenwerken, en dat hij regels wil in het algemeen belang en niet uit is op zijn eigenbelang. Getuigt dat niet van een heel naïeve kijk op de mens?
FELBER.(Fel) “Helemaal niet. Ik hanteer een wetenschappelijk onderbouwde visie. De kapitalistische visie dat de mens van nature egoïstisch is, wordt daarentegen niet ondersteund door de empirische wetenschap. Dat zijn allemaal aannames. We weten bijvoorbeeld uit de biologie en de psychologie dat de mens een sterk aangeboren talent voor empathie en een ingebouwd gevoel voor rechtvaardigheid heeft en dat we elkaar spontaan helpen. Ons brein is gemaakt voor complexe samenwerking, wat niet uitsluit dat we in competitie gaan met elkaar. Er is simpelweg veel meer wetenschappelijk bewijs voor dat wij sociale wezens zijn en geen egoïstische.
“Maar dat is ook helemaal de essentie niet. Het punt is dat we tot beide in staat zijn. En dus komt het aan op de spelregels. Als die ons tegen elkaar opzetten, hebzucht, egoïsme en roekeloosheid aanmoedigen, dan zullen veel mensen zich zo gedragen. Mijn ambitie is daarom niet om de menselijke natuur te veranderen, maar wel de spelregels.”
Ware Winst, Uitgeverij Jan Van Arkel, 208 p, 19,95 euro
Jasper Vekeman
“Mijn ambitie is niet om de menselijke natuur te veranderen, maar wel de spelregels”
“De kapitalistische visie dat de mens van nature egoïstisch is, is niet ondersteund door de empirische wetenschap”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier