Mijn werk is mijn leven. Of toch niet helemaal?

Marc Buelens
Marc Buelens Professor-emeritus aan de Vlerick Business School.

“Zou u blijven werken indien u de lotto won?” De vraag wordt in de Verenigde Staten al gesteld aan diverse groepen sinds 1955. Het antwoord? Ongeveer 80 procent van de respondenten beweert te zullen blijven werken. Men heeft dit soort onderzoek ook verricht bij mensen die effectief hadden gewonnen bij een loterij. Het percentage ligt dan wat lager dan 80 procent en hangt voor een deel af van de gewonnen som, maar in het algemeen kan men toch zeggen dat werken belangrijk genoeg is om het te blijven doen, ook al is het om financiële redenen niet echt nodig. Werk zorgt voor sociale contacten, voor een identiteit, voor een gevoel een nuttige bijdrage te leveren. Werken houdt ons van de straat, geeft ons iets om thuis of op café over te vertellen, houdt ons nuttig bezig. Kortom, werken is betekenisvol, het geeft zin aan ons bestaan.

Er komt echter een kink in de kabel. Onderzoek in de Verenigde Staten zou erop wijzen dat er sinds de jaren zestig een langetermijntrend loopt die toont dat steeds meer mensen liever zouden stoppen met werken als ze veel geld gewonnen hebben. De werkethiek brokkelt af. De 80 procent behoort tot het verleden, men haalt minder dan 70 procent. We werken steeds meer om te leven en we leven steeds minder om te werken. Of zijn we eenvoudigweg lui geworden?

Hoe verklaart men deze dalende trend? In de Verenigde Staten worden drie verklaringen naar voren geschoven. De eerste is dat zelfontplooiing aan belang wint. Mensen willen niet werken, maar zichzelf ontwikkelen. Vroeger leek die zelfontwikkeling alleen maar mogelijk via werk, inclusief liefdadigheidswerk. Maar nu vinden blijkbaar steeds meer mensen dat ze zichzelf ook kunnen ontplooien zonder te werken. Onze maatschappij biedt almaar meer mogelijkheden om zich bij te scholen, kunst te beoefenen, te sporten, te studeren, kortom om zich zinvol bezig te houden zonder dat dit bezighouden echt ‘werken’ is.

Een tweede verklaring ligt in een steeds grotere appreciatie van vrije tijd. Amerikanen hebben decennialang de Europeanen verweten dat wij steeds kortere werkweken willen, vele vakantieweken en vroeg met pensioen willen gaan. Kortom, de Europeanen werken niet veel. En de Amerikanen verfoeien die houding, ze kijken minachtend neer op onze luiheid. Maar kijk, de Amerikanen zelf beginnen stilaan vrije tijd meer te waarderen. Er is nog leven naast het werk. Het gaat hier dus niet zozeer om zelfontplooiing, maar gewoonweg om zelfverwenning. En dat is misschien wel een Italiaanse, Griekse of Franse houding, maar geen Amerikaanse. Dat denken de Amerikanen, maar uit internationaal onderzoek is wel gebleken dat vele landen nog straffer scoren dan de Verenigde Staten. In Japan bijvoorbeeld beweert niet minder dan 93 procent van de respondenten dat ze liever zouden blijven werken. En bij Israëli is het percentage toch ook wel een leuke 85 procent.

Een derde verklaring ligt bij een dalende loyaliteit. Men vertrouwt bedrijven steeds minder. En dus gewoon (hard) werken om het bedrijf te steunen, zit er minder in. Kortom als de Amerikaanse werknemer nog hard werkt, is het steeds meer uit economische noodzaak, niet meer uit een arbeidsethos.

Waarom werken de Japanners hard? Omdat de andere Japanners hard werken. Wat gebeurt er in harde tijden? Gaan mensen dan sneller aangeven dat ze uit de stress van de werkwereld willen stappen? Integendeel, hoe slechter het economische klimaat, hoe meer mensen aangeven dat ze zullen blijven werken. Men vindt het blijkbaar niet ‘kies’ om te rentenieren terwijl de anderen in hard labeur hun boterham verdienen. Of vindt men de keuze ‘niet meer werken’ te radicaal? Je weet maar nooit wat er in harde tijden kan gebeuren?

De grote aantallen mensen die stellen dat ze zouden blijven werken, ondermijnen ook de dramatische rapporten over stress op het werk. Onderzoek bij echte winnaars toont echter de finesse van de zaak. Zij zijn meestal blijven werken, maar hebben toch wel wat aan de werkinhoud veranderd. Ze werken gewoonweg wat meer relaxed. En waarschijnlijk is de vrees voor ontslag ook kleiner. Stress ligt vaak in kleine dingen. Kleine pesterijen bijvoorbeeld. Maar de kans dat je gepest wordt met drie miljoen op je bankrekening, is waarschijnlijk ook al wat kleiner.

Hoe leuker de job, hoe minder snel men ermee zal stoppen. Op die manier kan men vrij goed vaststellen waar de ‘leuke’ jobs zitten. Wat had u verwacht? Zakenlui, managers en ambachtslui voelen er niet veel voor om te stoppen. Vergeet dus die verhaaltjes dat managementwerk zo stresserend is. Geniet van je job, liefst met volle teugen. En laat je vooral niet misleiden door die reclames van de Nationale Loterij die alle winnaars voorstellen, luilekker niks doend en zich onderdompelend in luxe. Werken, dat is wat je zal doen als je wint.

DE AUTEUR DOCEERT MANAGEMENT AAN DE VLERICK LEUVEN GENT MANAGEMENT SCHOOL.

Marc Buelens

Blijkbaar vinden steeds meer mensen dat ze zichzelf ook kunnen ontplooien zonder te werken.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content