Middeleeuwse praktijken
In een middeleeuws proces gebeurde de waarheidsvinding soms op een erg bijzondere wijze. Zo werd de hand van een verdachte in het vuur gestoken. Genas de wonde, dan was de verdachte onschuldig; veretterde ze, dan bewees dat zijn schuld. Terwijl de inquisitie het proces moest optimaliseren door de rechter de mogelijkheid te geven misdrijven te onderzoeken, ontaardde ze in een blinde vervolgingswoede, waar geen plaats was voor de rechten van de verdediging. De bestraffing was ronduit wreed – denk maar aan de schandpaal.
De gruwel van het middeleeuwse rechtsbestel hebben we gelukkig overwonnen. De rechten en de waarden die een terugkeer naar die tijd moeten beletten, zijn vastgelegd in de allerhoogste rechtsnorm, het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Dat verdrag, waaraan we zo graag onze graad van beschaving afmeten, verstrekt aan individuen en organisaties het recht op privacy en op een eerlijk proces. Zo is het een verworvenheid dat een proces niet op straat wordt gevoerd. Dat iedereen wordt geacht onschuldig te zijn tot een rechter na een eerlijk proces het tegendeel vaststelt. Een onderzoek wordt onafhankelijk, maar ook in alle stilte gevoerd. Dat onderzoek is een waarheidsvinding – een onderzoek à charge en à décharge.
Wie op de mediastorm van de Panama Papers terugkijkt, moet zich wel afvragen of de middeleeuwse procestechnieken niet aan een restauratie toe zijn. Het Duitse blad Der Spiegel tastte de grenzen van de persvrijheid af. Toegegeven: die vrijheid is ook een essentieel recht, dat is opgenomen in het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. De overheid vroeg informatie over de Panama Papers op om verder onderzoek te kunnen verrichten. Maar de pers gaf die informatie niet vrij omdat vanuit Duitsland werd opgelegd dat eerst het personderzoek moest worden afgerond. In een rechtstaat is onderzoek, vervolging en het voeren van een proces de taak van de overheid. Bovendien mag niet worden vergeten dat de informatie in de Panama Papers meer dan waarschijnlijk voortkomt uit een misdrijf. Het gebruik van gestolen goederen is niet zelden een nieuw misdrijf.
De Panama Papers is het recentste in een reeks lekken. De wetmatigheid is dat de omvang van de informatie steeds groter is en dat de mediatisering nog eens een exponent daarvan is. Als het nu al niet is gebeurd, zullen de media zich bij een volgend lek snijden aan de grenzen van hun rechten. De consequenties daarvan zullen gigantisch zijn. Want aangezien de betrokkenen in die zaak door de publieke aandacht geen eerlijk proces meer kunnen krijgen, kunnen ze ook niet meer worden vervolgd en gestraft. Uiteraard kan dat niet de bedoeling zijn, ook niet die van de pers. Als dat zou gebeuren, zou ook de pers moord en brand schreeuwen.
De auteur is advocaat-vennoot bij Tuerlinckx Fiscale Advocaten.
JAN TUERLINCKX
Wie op de mediastorm van de Panama Papers terugkijkt, moet zich wel afvragen of de middeleeuwse procestechnieken niet aan een restauratie toe zijn.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier