Strabag Benelux wil af van zijn imago als middelgrote aannemer. Met nieuwe activiteiten in infrastructuur en onderhoudswerken hoopt het zijn omzet dit jaar te doen stijgen tot 200 miljoen euro. Daarbovenop kondigt CEO André Boelaert overnames aan.
Strabag Belgium nv – dat de Benelux-activiteiten overkoepelt – is met een omzet van 170 miljoen euro (2011) een middelgrote speler in de Belgische aannemerij. Het staat vooral sterk in de Vlaamse industriebouw. Het heeft een vestiging in Genk en is actief in de Antwerpse haven (met werven zoals BASF en Verrebroekdok) en de Gentse logistiek (bijvoorbeeld Stora Enso).
Strabag heeft ook mooie referenties in speciale bouw- en de renovatieprojecten, zoals het Berlaymontgebouw (zie kaderstuk Berlaymonstre), de Madoutoren, Galeria-Inno (Brussel), het Felixpakhuis (Antwerpen), het Permekecomplex (Antwerpen), het onthaalgebouw van Umicore (Hoboken), het Kursaal (Oostende), het Earth Explorer-centrum (Oostende) en zelfs het Big Brother-huis in Vilvoorde.
Voor dit jaar voorspelt CEO André Boelaert een doorbraak. “Onze omzet zal tot 200 miljoen stijgen. We mikken daarbij expliciet op infrastructuurwerken. Daarin halen we vandaag geen euro op. Ons consortium bereikte al de tweede ronde voor de werken aan de A11 in Zeebrugge en de Limburgse Noord-Zuidverbinding, beide toch goed voor 1,2 miljard euro. Dit jaar valt de overheidsbeslissing daarover. Met onze vestigingen in Brussel en Luik focussen we sterk op een groei in Franstalig België. En ook de zetel in Rotterdam is een groeier.”
Behalve op infrastructuur stort Strabag zich ook op andere nieuwe niches. Zo wil het meer omzet halen uit facility management. Het neemt nu al het onderhoud en de instandhouding van de gebouwen van de datastorage-specialist Colt voor zijn rekening. Naast een interne groei van 30 miljoen wil Boelaert ook overnames realiseren in Franstalig België (slechts een kwart van de Belgische omzet) en Nederland (40 miljoen omzet). “Onze moederholding in Oostenrijk stelt daarvoor kapitaal ter beschikking.” (zie kader Straßenbau-Aktien-Gesellschaft)
Mikken op grote projecten
De omzet van Strabag Belgium nv (waarin die van Nederland en Luxemburg inbegrepen is, maar binnen de groep apart wordt geteld) verloopt met pieken en dalen van soms meer dan 50 procent. Volgens Boelaert werkt zijn bedrijf nog te veel op kleine werven van 5 tot 10 miljoen euro. “In dat segment is de concurrentie enorm, waardoor er weinig stabiliteit is”, duidt hij. “Als in een of andere gemeente een werk vrijkomt, springen lokale aannemers erop, die onder onze correcte prijs duiken. Ik schat dat we in België zo’n 60 concurrenten hebben. De overhead van die werfjes vreet aan onze marges. Dat moet dringend veranderen.”
Grote projecten binnenhalen is echter geen sinecure in tijden van crisis. De concurrentie is moordend. “Ik zie offertes voor grote werken, zoals de NAVO-hoofdzetel of Residence Palace, met een prijs waarvan iedere aannemer in België weet dat die sterk onder het mogelijke budget ligt”, stelt Boelaert. “Weet die aannemer iets wat wij niet weten? We zien ook heel wat grote projecten in publiek-private samenwerking – Diabolo bijvoorbeeld – aan onze neus voorbijgaan. Wij hebben door de vele ingenieurs en economen in ons bedrijf niet de kostenstructuur om toe te geven op de marges. Onze Duitse moeder weigert dat. Een legioen pps-specialisten uit de groep zal ons ondersteunen zodat we een plaats op de Belgische markt kunnen veroveren. De operationele kennis komt uit Duitsland, het geld uit Wenen.”
De bedrijfscashflow van Strabag Group is met 6 procent van de omzet behoorlijk hoog voor de sector. Vorig jaar dook die in België zelfs onder 3 procent. “Zolang we positief blijven, laat Wenen niet van zich horen”, sust Boelaert.
Catastrofale projectontwikkeling
Wenen sloeg wel op tafel in 2008. De bedrijfscashflow ging in het rood door de moeilijkheden bij de vestiging in Brussel. Omdat enkele grote werven (de Madoutoren en het Berlaymontgebouw bijvoorbeeld) op hun einde liepen, had die nieuwe werken aangenomen tegen te lage prijzen. Tegelijk liep het fout met de projectontwikkeling. Uit die activiteit halen veel grote aannemers in België nochtans hun winst en omzet. Strabag Development maakte verlies.
“We hadden soms de indruk dat de mannen van Strabag blind of dronken waren als ze een contract ondertekenden”, zegt een aannemer. “Ze werden door iedereen beduveld. Bovendien is Strabag typisch een bedrijf waar, zoals in Duitsland, de ingenieurs het beleid bepalen. Dat leidde tot een financiële catastrofe op bepaalde werven.”
“Strabag Development werd inderdaad gerund door ingenieurs”, erkent Boelaert, zelf trouwens burgerlijk ingenieur. “Ze werken niet met een buikgevoel, zoals een goede ontwikkelaar. Die ziet onmiddellijk waar winst in zit. In de buurt van de beurs bouwden we appartementen tegen ongeziene prijzen.”
Strabag Belgium stopte dus met projectontwikkeling. Het management in Brussel werd vervangen. Maar ook de nieuwe directie wilde zich bewijzen. Weer duwden slechte contracten Strabag in het rood. Wenen kwam met kapitaal over de brug en er volgde een herstructurering met vijftien ontslagen. Het gegarandeerde eigen vermogen (dus inclusief de achtergestelde leningen van de hoofdzetel) bereikte in 2010 weer een aanvaardbaar niveau van 16,3 miljoen euro op een balanstotaal van 87 miljoen (van 10,8 miljoen op 79,4 miljoen). Voortaan staat de hoofdzetel in Antwerpen sterker aan het roer van Strabag Belgium dan vroeger, hoewel Boelaert dat liever niet van de daken schreeuwt.
Ook de zetel van Strabag in Rotterdam, goed voor 40 miljoen van de 170 miljoen omzet, staat onder toezicht van Antwerpen. Boelaert: “Nederland was een probleem omdat het management onvoldoende presteerde en de werven verlies maakten. Dus plaatste de hoofdzetel aan het hoofd van Nederland een Limburgse Vlaming die aan Antwerpen rapporteert. Waarom? Omdat ze geen geschikte Nederlander vonden. De nieuwe ploeg doet het erg goed. Neen, ze hebben het niet moeilijk omdat Vlamingen aan het roer staan. Het zijn professionals en eigenlijk kunnen ze de Antwerpse ambiance wel hebben.”
Voor 2012 heeft Strabag een orderboekje van 200 miljoen euro. Daarbij springt het Nederlandse aandeel in het oog. Een Nederlands meerjarenproject van Rem Koolhaas in Rotterdam is al goed voor 167 miljoen omzet. Het maakt deel uit van de multifunctionele ontwikkeling aan de Wilhelminapier in Rotterdam, die met 250 miljoen euro de grootste werf van Nederland is. Strabag onderhandelt nog over een ander project van een kwart miljard in Nederland.
Strabag bouwt ook outletcentra in Frankrijk, Duitsland en Italië. Dat is een uitvloeisel van eerdere opdrachten, zoals Maasmechelen Village Outlet voor Value Retail of Rosada in Nederland voor McArturGlenn. Architecturaal zijn het niet bepaald paradepaardjes. “Je mag het Disneystijl noemen”, lacht Boelaert. “Het is fake, maar toch een verwijzing naar de lokale bouwstijl. We kennen die klanten en weten wat ze willen. Termijn is cruciaal voor hen. Als ze met veel publiciteit aankondigen te openen met Pasen, kan de werf niet afsluiten op palmzondag.”
Geen herstel
Hoe schat Boelaert 2012 in voor de bouwsector? Op korte termijn ziet Boelaert geen herstel. “De haven heeft het in de tweede jaarhelft wat minder gedaan”, zegt hij. “De vraag in de privésector daalt sterk na het wegvallen van steunmaatregelen en het uitstel van investeringsbeslissingen. Gelukkig zijn er dit jaar gemeentereraadsverkiezingen. Elk dorp wil een sportzaal, cultureel centrum of OCMW-gebouw tegen 14 oktober. De omzet in de publieke sector zal met een vijfde toenemen. Af en toe hoor je in onze sector nog goed nieuws.”
Ondanks de crisis zijn er in België (in tegenstelling tot in Nederland) nog geen echt grote ongelukken gebeurd. Boelaert: “In de bouw is het als groot bedrijf niet zo moeilijk je recht te houden in tijden van crisis. Je rekt het financieringskrediet 30 dagen en kan zo tijd winnen. Voor alle duidelijkheid: wij doen dat niet. Vroeg of laat zullen die rotte appels uit de mand moeten.”
HANS BROCKMANS
“In de bouw is het als groot bedrijf niet zo moeilijk je recht te houden in tijden van crisis. Je rekt het financieringskrediet 30 dagen en kan zo tijd winnen” André Boelaert